3.8 Draadloze computergestuurde bediening
Computergestuurde metingen kunnen gedaan worden via een draadloze verbinding (geen USB-kabel
nodig). Zorg ervoor dat uw computer draadloos kan verbinden en dat dit is ingeschakeld.
Controleer of uw Titan is ingesteld voor het gebruik van draadloze verbinding met een computer (en niet met
een printer). Dit doet u door het handheld-apparaat in te schakelen en te controleren of Protocol | My Titan
| Titan... Item Wireless connection (Protocol | Mijn Titan | Titan... Item draadloze verbinding) is ingesteld
op "PC".
Na het starten van de Titan Suite gaat u naar Main | Menu | Setup | Enable wireless (Hoofdmenu |
Installatie | draadloos inschakelen). Het dialoogvenster wordt weergegeven en de software zoekt naar
draadloze apparaten. Als de Titan is gevonden, wordt een knop weergegeven met het serienummer (dat u
kunt controleren in het scherm Protocol | My Titan | Setup | License... (Protocol | Mijn Titan | Installatie |
Licentie...). Druk op de knop om de draadloze verbinding tot stand te brengen.
Als de draadloze verbinding van de Titan goed is, zal het draadloze pictogram naast de Titan de sterkte van
de verbinding weergeven. Als er geen verbinding met de Titan kan worden gemaakt, controleer dan of de
draadloze verbinding is ingeschakeld op het apparaat, is ingesteld op de computer en zich binnen een
redelijk bereik bevindt.
D-0100615-K – 2023/02
Titan – Gebruiksaanwijzing - NL
Pagina 46