12 LENKUNG
Ausbau:
•
Die Verkleidung, falls vorhanden, den Beschreibungen
im Kapitel 9 des Abschnitts E gemäß, entfernen.
•
Die Vorderradbremszangen ausbauen, wie in Kap. 4,
Abschnitt F beschrieben.
•
Die Lenkerstummel den Beschreibungen im Kapitel 13
dieses Abschnitts gemäß abnehmen.
•
Den Deckel "A" ausbauen.
•
Die darunter befindliche Dichtmutter "B" abschrauben.
•
Die Schraube "C" lösen.
•
Die beiden Schrauben "D" lösen.
•
Den Lenkungskopf anheben und abnehmen.
•
Die Mutter "E" abschrauben.
•
Die aus Gabel, Rad und Schutzblech bestehende
Einheit abnehmen.
Wiedereinbau:
•
Die Ausbauarbeiten in umgekehrter Reihenfolge
vornehmen.
V
V11 S
ARIANTEN
PORT
N
V11 L
M
AKED UND
E
ANS
12 STUUR
Demontage:
•
De kuip, indien aanwezig, verwijderen zoals beschreven
in hoofdstuk 9 in deel E.
•
De voorste remtangen wegnemen zoals beschreven
wordt in hoofdstuk 4 sectie F;
•
De stuurhelften verwijderen zoals beschreven in
hoofdstuk 13 in dit deel.
•
Het dekseltje "A" wegnemen;
•
De onderstaande moer van houding "B" losdraaien;
•
De schroef "C" loszetten;
•
De twee schroeven "D" loszetten;
•
De stuurkop ophijsen en wegnemen;
•
De moer "E" losdraaien;
•
Het geheel gaffel, wiel en spatbord wegnemen.
Remontage:
•
De operaties van demontage in omgekeerde volgorde
uitvoeren.
V
V11 S
ARIANTEN
PORT
N
V11 L
M
AKED EN
E
ANS
A
B
C
D
E
F
G
H
I
L
M
N
O
P
Q
31