9. Om bijvoorbeeld een Word-document op een Windows-pc af te drukken, gaat u als volgt te werk:
Selecteer Control.
•
Tik in het vak Teken om een toetsenbord te openen en typ de letter P.
•
Kies Opslaan. In dit voorbeeld verschijnt dan "Computerbediening –Commando (Control + P)"
•
onder "Functie toevoegen".
10. Kies nogmaals Opslaan om de opdracht in de toets op te slaan.
11. Voeg indien nodig nog meer opdrachten aan toetsen toe.
12. Sluit de Bewerkmodus wanneer u klaar bent.
Voorbeeld: Tekst invoeren in een document op de computer
1. Ga op uw apparaat naar de vocabulairepagina met de toetsen waaraan u acties hebt gekoppeld.
2. Open een document (bv. in Microsoft Word) op de computer.
3. Controleer of het document op de computer actief is – klaar om tekst van uw apparaat te
ontvangen. Zo moet bijvoorbeeld de cursor in het document knipperen.
4. Begin woorden in te voeren op de vocabulairepagina van uw apparaat. Naarmate de woorden op de
Spraakweergavebalk verschijnen, verschijnen ze ook in het computerdocument.
Opmerking: Wanneer u wilt backspacen of tekst wilt wissen, herkent de computer alleen de tools
die hij ook heeft, bijvoorbeeld Backspace.
•
De selectie van Backspace op uw vocabulairepagina zal backspacen op de SDB en op de
computer.
•
Maar het is mogelijk dat uw vocabulairepagina een toets Wissen bevat. De computer herkent
die functie niet. De tekst zal dus op de SDB worden gewist maar niet in het computerdocument.
5. Om het document op de computer op te slaan, stelt u op uw apparaat een andere toets in met de
opdracht Opslaan van de computer (bv. Control + S).
Opmerking: Verzeker u ervan van dat de opdracht met uw besturingssysteem werkt
6. U kunt uw document nu afdrukken of verzenden.
Gebruikershandleiding NovaChat
223