Implanteerbare medische hulpmiddelen
Houd een draagbaar draadloos mobiel apparaat minstens vijftien (15) cm (zes [6] inch) van een implanteerbaar medisch hulpmiddel, zoals een
pacemaker, implanteerbare cardioverter-defibrillator, nervus-vagusstimulator, shunt of stent vandaan om mogelijke magnetische interferentie
met het medische hulpmiddel te voorkomen. Personen met dergelijke hulpmiddelen:
•
Moeten hun mobiele apparaat ALTIJD minstens vijftien (15) cm (zes [6] inch) van hun implanteerbare medische hulpmiddel vandaan
houden;
•
Mogen het mobiele apparaat niet in een borstzak dragen;
•
Moeten het mobiele apparaat onmiddellijk van zichzelf vandaan houden als er reden is om aan te nemen dat er interferentie met
het implanteerbare medische hulpmiddel opgetreden is;
•
Moeten de instructies van de fabrikant van het implanteerbare medische hulpmiddel lezen en opvolgen. Als u vragen hebt over het
gebruik van uw draadloze mobiele apparaat in combinatie met een implanteerbaar medisch hulpmiddel neemt u contact op met uw
zorgverlener.
Gebruikershandleiding NovaChat
12