4.2.3
Manuele werking
4.2.3.1
Starten
1. Om de startsequentie aan te vatten, drukt u op de
START-knop.
•
Indien 'beschermde start' is uitgeschakeld,
begint de startsequentie meteen.
•
Indien 'beschermde start' is ingeschakeld,
wordt het (manuele modus) pictogram
weergegeven, om aan te geven dat de manuele
modus actief is, en knippert de manuele
modus-led.
2. Druk nog eens op de START-knop om de
startsequentie te beginnen.
In deze bedrijfsmodus is er geen startwachttijd.
3. Het brandstofrelais wordt gevoed en de motor
wordt aangezwengeld.
Indien de motor niet opstart bij deze poging tot
aanzwengelen, wordt de startmotor voor de duur
van de aanzwengelpauze ontkoppeld, waarna een
volgende
poging
tot
aanzwengelen
ondernomen.
Indien deze sequentie doorgaat voorbij het
ingestelde
aantal
pogingen,
startsequentie beëindigd en verschijnt "FAIL TO
START" op de display.
4. Zodra de motor aanslaat wordt de startmotor
ontkoppeld.
In de fabrieksinstellingen is de toerentaldetectie
standaard geconfigureerd op meting met een op
het vliegwiel gemonteerde magnetische sensor
(met
de
configuratiesoftware).
Ook
een
stijgende
gehanteerd om de startmotor af te koppelen. Een
te hoog of te laag toerental kan niet worden
gedetecteerd.
5. Nadat de startmotor werd afgekoppeld, wordt de
Beveiliging aan-timer geactiveerd, zodat de
oliedruk, hoge motortemperatuur, te laag toerental
en laadstoring en eventuele hulpstoringsingangen
kunnen stabiliseren zonder een storing te
activeren.
6. Zodra de motor draait en alle starttimers verlopen
zijn, wordt het geanimeerde draaipictogram
weergegeven op de controller.
7. Als de pomp eenmaal is ingeschakeld wordt deze
niet automatisch stopgezet.
wordt
wordt
de
pc
selecteerbaar
in
de
oliedruk
kan
worden
- 25 -
4.2.3.2
Tijdens de werking
Voer regelmatig de volgende controles uit:
– Controleer
dat
alle
waarden
controllerdisplay normaal zijn.
Vermijd dat de motor zonder
!
brandstof valt. Mocht dit toch
gebeuren, dan kan voorinspuiten
het starten versnellen.
– Controleer
op
olie-,
koelvloeistoflekken.
Tijdens de werking mogen de
!
deuren van de machine slechts
kortstondig geopend blijven, bv. om
routinecontroles uit te voeren.
4.2.3.3
Stopzetten
1. Druk op de STOP-knop om de machine
onmiddellijk stop te zetten.
2. Druk op de AUTO-knop om over te schakelen op
de automatische modus.
De groep zal alle startcommando's voor de
automatische
modus
opvolgen
stopzetten
alvorens
de
automatische modus aan te vatten.
op
de
brandstof-
of
en
timers
stopsequentie
in