Inhoudsopgave
Advertenties
6
Gebruik nooit brandbare reinigingsmiddelen voor
reinigingswerkzaamheden (brandgevaar).
7
Tref veiligheidsmaatregelen tegen giftige dampen
afkomstig van reinigingsmiddelen.
8
Gebruik nooit machinedelen om op de machine te
klimmen.
9
Neem de netheid strikt in acht tijdens onderhoud en
reparaties. Houd het vuil weg door de onderdelen en
openingen met een schone doek, papier of
kleefband af te dekken.
10 Verricht nooit las- of andere werkzaamheden
waarbij warmte vrijkomt in de nabijheid van het
brandstof- of oliesysteem. Brandstof- en olietanks
moeten volledig worden schoongemaakt, bv. door
middel van stoomreiniging, voordat dergelijk werk
wordt uitgevoerd. Een drukvat mag nooit worden
gelast of op enige andere manier worden aangepast.
Koppel de alternatorkabels los bij booglassen aan
de machine.
11 Het geluiddempende materiaal mag niet worden
verwijderd of gewijzigd. Houd het materiaal vrij
van vuil en vloeistoffen, zoals brandstof, olie en
reinigingsmiddelen. Vervang het geluiddempende
materiaal als het beschadigd is om te voorkomen dat
het geluidsniveau zou stijgen.
12 Gebruik alleen de oliën en vetten die zijn
aanbevolen of goedgekeurd door Atlas Copco of
door de machinefabrikant. Zorg ervoor dat alle
uitgekozen
smeermiddelen
toepasselijke veiligheidsvoorschriften, vooral met
betrekking tot gevaar voor explosies en brand of het
vrijkomen of ontstaan van gevaarlijke gassen of
dampen. Meng nooit minerale met synthetische
oliën.
13 Bescherm
de
motor,
de
luchtinlaatfilter en onderdelen van het regel- en
elektrische systeem enz. tegen het binnendringen
van vocht wanneer u bv. de machine reinigt met een
stoomreiniger.
14 Onderzoek de omgeving eerst op de aanwezigheid
van brandbare materialen wanneer u werk uitvoert
waarbij warmte, vlammen of vonken vrijkomen.
15 Gebruik nooit een lichtbron met een open vlam
wanneer u de binnenkant van de machine
controleert.
16 Wanneer de reparatie is beëindigd, is het
noodzakelijk
omwenteling
omwentelingen (roterende machines) te laten
maken, om er zeker van te zijn dat er geen
mechanische blokkering optreedt in de machine of
het aandrijvende gedeelte. Controleer bij de eerste
opstart en bij elke wijziging van de elektrische
aansluiting(en)
draairichting van elektromotoren, om te verzekeren
dat de oliepomp en de ventilator goed werken.
17 Registreer voor alle machines alle onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden in een logboek. De
frequentie en aard van de reparaties kunnen
onveilige situaties aan het licht brengen.
18 Bij
krimpfittings,
handschoenen
beschermende kleding worden gedragen.
19 Kies bij gebruik van ademhalingsfilters van het
voldoen
aan
alle
patroontype het juiste type patroon en zorg ervoor
dat de bruikbare levensduur nog niet is verstreken.
20 Zorg ervoor dat olie, oplosmiddelen en andere
milieuvervuilende stoffen op een verantwoorde
manier worden afgevoerd.
21 Laat
alternator,
de
revisiewerkzaamheden testdraaien voordat u de
pomp vrijgeeft voor gebruik.
de
machine
minimaal
(zuigermachines)
of
of
schakelapparatuur,
werken
aan
warme
onderdelen,
moeten
warmtebestendige
en,
waar
nodig,
ook
de
pomp
na
onderhouds-
- 12 -
1.6
Veiligheid bij gebruik van
gereedschappen
Gebruik voor elk werk het gepaste gereedschap. Veel
ongevallen zijn vermijdbaar met kennis over het correcte
gebruik en de beperkingen van gereedschappen, samen
met een behoorlijke portie gezond verstand.
Er is speciaal gereedschap verkrijgbaar voor bepaalde
werkzaamheden. Dit moet worden gebruikt waar
aanbevolen. Door dit gereedschap te gebruiken bespaart
één
u tijd en voorkomt u schade aan onderdelen.
meerdere
de
bv.
andere
of
Advertenties
Inhoudsopgave
