9.10. Beschermingsfuncties
De luchtbehandelingskast is voorzien van verschillende beschermingsfuncties die een invloed hebben
op de werking van de kast. De operator mag deze instelwaarden niet wijzigen. Deze functies beschermen
niet alleen de kast en de componenten tegen schade, maar ook het gebouw en de mensen wanneer het
ventilatiesysteem is blootgesteld aan gevaarlijke situaties.
Extern brandalarm zet de luchtbehandelingskast uit zodra die een signaal ontvangt van het brand-
alarmsysteem of de rookdetectors van het gebouw. De ventilatie wordt meteen stopgezet en er wordt geen
verse lucht meer naar brandzones gevoerd om te voorkomen dat het vuur zich verspreidt. Een brandalarm-
bericht wordt weergegeven op het bedieningspaneel of een ander apparaat waarmee de luchtbehande-
lingskast wordt bediend. Bij een vals brandalarm, bijvoorbeeld bij inspectie van het brandbeveiligings-
systeem, moet de luchtbehandelingskast opnieuw worden gestart nadat het signaal is uitgeschakeld en
het brandalarmbericht is bevestigd. Als dergelijke tests periodiek worden uitgevoerd, mag bevoegd on-
derhoudspersoneel de luchtbehandelingskast programmeren om te starten in de vorige modus nadat het
brandalarm is uitgeschakeld.
Het aansluiten van het brandbeveiligingssignaal van het gebouw is beschreven in de
"Installatie-instructies".
Intern brandalarm zet de luchtbehandelingskast uit wanneer de luchttemperatuur in de kast stijgt.
Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer hete rook van een brandzone in of buiten het gebouw in de leidin-
gen komt. Deze functie voorkomt dat rook in het gebouw wordt verspreid en waarschuwt voor mogelijk
brandgevaar wanneer het brandbeveiligingssysteem van het gebouw nog niet gereageerd heeft. Wanneer
de luchtbehandelingskast is bedoeld voor gebruik in warme ruimten (bv. droogkamers, bakkerijen, ...), kan
deze functie worden uitgeschakeld. Dit mag uitgevoerd worden door bevoegd onderhoudspersoneel.
Oververhittingsbeveiliging elektrische verwarmer bestaat uit verschillende controlealgoritmes. De
ingebouwde thermostaten onderbreken de stroomtoevoer naar de elektrische verwarmer wanneer de tem-
peratuur ervan een kritieke waarde bereikt (bv. wanneer de regelelektronica van de verwarmer defect is).
Iedere elektrische verwarmer heeft 2 thermostaten.
•
De automatische thermostaat 70°C voorkomt dat de verwarmingsbuizen oververhit raken wanneer de
verwarmer werkt met hoog vermogen en laag luchtdebiet. De bescherming wordt hersteld zodra de
verwarmer afkoelt en de thermostaattemperatuur daalt. De werking van de verwarmer wordt automa-
tisch weer ingeschakeld.
•
Manuele resetthermostaat 100°C. In geval van oververhitting onderbreekt deze thermostaat de vol-
ledige stroomtoevoer van de verwarmer om de regelelektronica en plastic componenten in de buurt
te beschermen. De bescherming kan met de RESET-knop in de kast worden hersteld (zie hoofdstuk
"Storingen oplossen").
Pak de oorzaak van de oververhitting aan voordat de manuele resetthermostaat 100°C
weer wordt ingeschakeld.
Ventilatorkoeling van verwarmingen/koelingen Als de luchtbehandelingskast is uitgezet terwijl de
elektrische verwarming of directe verdamper (DX) nog functioneert, wordt de ventilatorkoeling ingescha-
keld. De ventilatoren draaien met een vaste snelheid tot de verwarmingsbuizen afkoelen of de koelmiddel-
druk in de DX stabiliseert. De duur hangt af van de geaccumuleerde warmte/koude en de intensiteit van de
ventilatie. Dit kan tot 15 minuten duren.
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
Domekt S_Verso Standard S_manual_24-03
35