NL
•
Aansluitklem 4 wordt gebruikt om te schakelen tussen verwarmen en koelen, als een gecombineerde
waterluchtverwarmer wordt gebruikt (nadat de klemmen zijn aangesloten, zullen de waterklepaandrij-
ving en de pomp worden aangestuurd volgens het koelsignaal. Hier kan bijvoorbeeld een thermostaat
worden aangesloten om de klemmen te sluiten als er koud water in het systeem circuleert).
•
Het sluiten van de contacten 5 en 8 zal de kast stoppen.
•
Brandalarm vereist een normaal gesloten contact (NC), daarom wordt er een jumper aangesloten tussen
de klemmen 6 en 8, in plaats daarvan kan er een brandbeveiligingssysteem voor het gebouw worden
aangesloten. Als het contact wordt verbroken, stopt de kast , gaan de ventilatoren sneller (volgens de
volgorde) en wordt er een brandalarmmelding weergegeven.
•
Klem 7 activeert een „Overbrugging" ventilatiemodus (OVR). Deze modus heeft voorrang op andere
LBK-functies en kan zelfs worden geactiveerd wanneer de kast is gestopt (d.w.z. om de kast te starten
door de contacten te sluiten). De OVR-functie-instellingen worden via het bedieningspaneel of de com-
puter ingesteld. Deze functie is actief zolang de klemmen gesloten zijn.
B5 (9–10) – wanneer een waterverwarmer is geïnstalleerd, wordt deze aansluiting gebruikt voor het
aansluiten van een retourwatertemperatuursensor (NTC 10k ) die beschermt tegen bevriezing.
B1 (11–12) – aansluiting voor een toevoerluchttemperatuursensor (NTC 10k ) voor de regeling van de
luchttemperatuur.
22
Afb. 11. Retourwatertemperatuursensor
Afb. 12. Toevoerluchttemperatuursensor
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
Domekt S_Verso Standard S_manual_24-03