NL
9.7. Vraaggestuurd inschakelen (OOD)
Deze functie schakelt de LBK in zodra de kwaliteit van de binnenlucht afneemt. Op deze manier zal de
luchtbehandelingskast alleen draaien als er moet worden geventileerd en zal deze stil blijven staan als de
luchtkwaliteit goed is. Naarmate de luchtkwaliteit afneemt en de door de gebruiker gede nieerde kriti-
sche grens bereikt, start en draait de luchtbehandelingskast in de laatst geactiveerde bedrijfsmodus. Als de
luchtkwaliteit binnen 30 minuten verbetert (de vervuiling daalt met 10% tot onder de kritische grens), stopt
de kast. Als de luchtkwaliteit slecht blijft, blijft de kast werken.
Voor deze functie is een extra luchtkwaliteitssensor nodig die in de ruimte is geïnstalleerd (zie "Installa-
tiehandleiding"). Dezelfde sensor wordt ook gebruikt voor de AQC-functie.
Sensortype wordt geselecteerd tijdens het bestellen. Later kan het sensortype worden gewijzigd in het
menu "Instellingen" van de afstandsbediening.
Voor informatie over het activeren van deze functie en het instellen van een kritische luchtkwaliteits-
waarde, zie hoofdstuk "Regeling en instellingen".
9.8. Overbrugging (OVR)
De overbruggingsfunctiefunctie wordt geactiveerd door aangewezen contacten sluiten in het bedie-
ningspaneel, d.w.z. door het aansluiten van een schakelaar, afzuigkap of een bewegingssensor (zie "In-
stallatiehandleiding"). Deze functie negeert de huidige ventilatiemodus en schakelt over naar de vooraf
geselecteerde modus of stopt deze. In het functie-instellingsscherm kan de gebruiker een willekeurige ven-
tilatiemodus, een wekelijks bedrijfsschema of het uitschakelen van der kast selecteren. Daarnaast kan de
gebruiker ook aangeven wanneer de overbruggingsfunctie moet worden uitgevoerd:
•
De hele tijd - functie wordt op elk moment geactiveerd door sluitende contacten, ongeacht of de kast
in werking is of is gestopt.
•
Tijdens de werking - de functie wordt geactiveerd door sluitende contacten wanneer de kast in werking
is. Wanneer de kast wordt gestopt met een afstandsbediening of door een weekprogramma, kan de
functie niet worden geactiveerd door sluitende contacten.
•
Wanneer gestopt - de functie wordt geactiveerd door sluitende contacten wanneer de kast gestopt
is. Als de kast al in een ventilatiemodus draait, kan de functie niet worden geactiveerd door sluitende
contacten.
Deze functie is actief zolang contacten gesloten zijn. Wanneer de contacten open zijn, gaat de kast te-
rug naar de vorige ventilatiemodus of stopt, als deze is gestopt voordat de functie werd geactiveerd.
9.9. Summer night cooling (SNC - Zomernachtkoeling)
De functie zomernachtkoeling gebruikt de koude nachtlucht om het gebouw tijdens de zomer te koe-
len. Deze functie verwijdert overmatige warmte die tijdens de dag werd opgebouwd en vult het gebouw
met frissere buitenlucht.
Deze functie werkt 's nachts (van 00:00 tot 06:00) als de buitenlucht frisser is dan de binnenlucht en de
binnentemperatuur hoger is dan de door de gebruiker gede nieerde waarde (m.a.w. er is ventilatie nodig).
Als deze functie is geactiveerd, wordt de ventilatie-intensiteit opgevoerd tot het maximum en de buiten-
lucht in het gebouw gebracht (alle koelapparaten zijn uitgeschakeld, de warmtewisselaar is uit). De gebrui-
ker kan ook de kamertemperatuur instellen waarbij de functie moet worden uitgeschakeld.
Zomernachtkoeling heeft voorrang op ACV en AQC.
Voor informatie over het activeren van deze functie en het instellen van AAN/UIT-temperaturen verwij-
zen we naar het hoofdstuk "Regeling en instellingen".
1
Wordt alleen weergegeven als een optionele kamertemperatuursensor is aangesloten.
34
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
1
Domekt S_Verso Standard S_manual_24-03