Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Functies Van De Luchtbehandelingskast; Ventilatiemodi; Luchtstroomregeling - Komfovent DOMEKT S Series Installatie- En Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

9. FUNCTIES VAN DE LUCHTBEHANDELINGSKAST

De werkingsalgoritmen en functies van de luchtbehandelingskast worden gestuurd door een geïnte-
greerd automatiseringssysteem. De luchtbehandelingskast werkt in een door de gebruiker geselecteerde
ventilatiemodus, waarbij extra functies worden gebruikt om de ventilatorsnelheid en/of het vermogen van
de verwarmers/koelers aan te passen. Het automatiseringssysteem bewaakt ook voortdurend verschillende
parameters om een goede werking van de afzonderlijke veiligheidsafschermingen te garanderen: wanneer
deze parameters buiten het bereik vallen, worden er foutmeldingen weergegeven of wordt de kast gestopt.
Als de kast wordt geleverd zonder een in de fabriek geïnstalleerd automatiseringssys-
teem, is het bedrijf dat het automatiseringssysteem heeft geïnstalleerd, verantwoorde-
lijk voor de werking van de kast en de betrouwbaarheid van de veiligheidsafschermingen.

9.1. Ventilatiemodi

De kast werkt in een van de beschikbare ventilatiemodi. Het luchtvolume ventilator en de gewenste
luchttemperatuur kunnen voor elke modus afzonderlijk worden ingesteld. De kast wordt geleverd met het
volgende vooringestelde ventilatiemodi die onmiddellijk na de installatie of, indien nodig, na wijziging van
de ventilatie-instellingen kunnen worden gebruikt:
COMFORT 1 – maximale ventilatie-intensiteit (100%), gewenste luchttemperatuur – 21°C.
COMFORT 2 – gemiddelde ventilatie-intensiteit (50%), gewenste luchttemperatuur – 21°C.
ECONOMY 1 – lage ventilatie-intensiteit (33%), gewenste luchttemperatuur – 20°C.
ECONOMY 2 – minimale ventilatie-intensiteit (20%), gewenste luchttemperatuur – 19°C.
SPECIAL – maximale ventilatie intensiteit (100%), gewenste luchttemperatuur – 21°C. Deze ventilatie-
modus kan ook worden gebruikt om verwarmings-/koelings- en andere functies te blokkeren.
Voor informatie over het selecteren van een ventilatiemodus en het wijzigen van parameters, zie hoofd-
stuk "Regeling en instellingen".

9.2. Luchtstroomregeling

De ventilatorsnelheid van de LBK wordt aangepast met de geselecteerde luchtstroomregelmethode:
CAV – constante luchtvolumecontrole. De ventilatorsnelheid wordt aangepast door de luchtstroom te
meten en te vergelijken met de ingestelde waarde. De ventilator draait met een snelheid die nodig is
om het ingestelde luchtvolume te bereiken, ongeacht de drukveranderingen. Wanneer bijvoorbeeld
lucht lters vervuild raken, wordt de ventilatorsnelheid automatisch verhoogd om hetzelfde luchtvo-
lume te garanderen als tijdens het gebruik van schone lters. In de bedrijfsmodi kan de gebruiker het
gewenste luchtvolume voor elke ventilator afzonderlijk instellen. Het luchtvolume wordt ingesteld en
gemeten in m
3
/u, m
VAV – variabele luchtvolumeregelingmodus. Deze methode maakt het mogelijk de luchtdruk in de ka-
nalen constant te houden en de snelheid van de ventilator aan te passen aan de drukveranderingen in
het ventilatiesysteem. Lufttryk i kanaler måles med valgfrie VAV trykfølere, der er monteret i tillufts- og
fraluftskanalerne og tilsluttet B6 og B7 terminaler på hovedstyringsenheden (se "Installationsmanual").
Brugeren indstiller en ønsket luftryksværdi for tilluftstrømmen. De luchtdruk wordt ingesteld en geme-
ten in Pa. Voor de juiste activering van deze functie zie de "Installatie-instructie VAV-functie".
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
Domekt S_Verso Standard S_manual_24-03
3
/s of l/s.
31

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave