9.5. Buitenlucht gecompenseerde ventilatie
Deze functie past de intensiteit van de ventilatie aan de buitentemperatuur aan. Dit bespaart de energie
die nodig is voor het verwarmen of koelen van de lucht. De gebruiker stelt vier buitentemperaturen in (twee
voor de winter en twee voor de zomer) om deze functie te kunnen gebruiken. Zolang de buitentemperatuur
buiten de zomer- of wintertemperatuurlimieten ligt, blijft de kast in een op dat moment geactiveerde venti-
latiemodus draaien. De intensiteit van de ventilatie wordt evenredig met de stijgende (zomertemperatuur)
of dalende (wintertemperatuur) buitentemperatuur verminderd.
Lucht-
stroomin-
stelling
OCV funktionen (udekompenseret ventilation) har prioritet over AQC funktionen (luftkvalitetsstyring).
Voor informatie over het activeren van deze functie en het instellen van de temperatuurbereik, zie
hoofdstuk "Regeling en instellingen".
9.6. Functie voor minimumtemperatuurregeling (MTC)
De functie voor de minimumtemperatuurregeling vermindert de door de gebruiker gede nieerde ven-
tilatie-intensiteit wanneer de ingestelde minimumtemperatuur niet kan worden bereikt. Ventilatorhastig-
heden reduceres gradvist, når udetemperaturen falder til under + 5 °, og varme aden ikke har tilstrækkelig
kraft til at nå minimumstemperaturen. Als deze functie lang duurt, wordt de intensiteit van de ventilatie
gereduceerd tot 20%.
Tijdens de zomer vermindert de minimum temperatuurregeling het vermogen van de koeling wanneer,
bij een aanvraag tot koeling, de toegevoerde luchttemperatuur onder de ingestelde minimumtemperatuur
ligt.
Voor informatie over het activeren van deze functie en het instellen van een minimumtemperatuur-
waarde zie hoofdstuk "Regeling en instellingen".
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
Domekt S_Verso Standard S_manual_24-03
20
Winter-
compensatie
stop
Fig. 20. OCV-functiebediening
Winter-
Zomer-
compensatie
compensatie
start
start
Buitentemperatuur, °C
Zomer-
compensatie
stop
33