Overstroomklep
Indien het handspuitpistool gesloten is, gaat
de overstroomklep open en leidt de hoge-
drukpomp het water naar de pompzuigzijde
terug. Daardoor wordt de overschrijding van
de toegelaten werkdruk verhinderd.
De overstroomklep is in de fabriek ingesteld
en verzegeld. Instelling uitsluitend door de
klantendienst.
Veiligheidsklep
De veiligheidsklep gaat open als de over-
stroomklep defect is.
De veiligheidsklep is in de fabriek ingesteld
en verzegeld. Instelling uitsluitend door de
klantendienst.
Thermoventiel aan de pomp
Het thermoventiel gaat open bij een over-
schrijding van de maximum toegelaten wa-
tertemperatuur en leidt het hete water naar
buiten.
Motorveiligheidsschakelaar
De motorveiligheidsschakelaar onderbreekt
het stroomcircuit als de motor overbelast is.
Parkeerrem
De parkeerrem verhindert het wegrollen van
het apparaat.
Ingebruikneming
Gevaar
Verwondingsgevaar! Apparaat, toevoerlei-
dingen, hogedrukslang en aansluitingen
moeten in een perfecte toestand zijn. Indien
de toestand niet perfect is, mag het apparaat
niet gebruikt worden.
Parkeerrem vastzetten.
54
Nederlands
Oliepeil coontroleren
Oliepeil van de hogedrukpomp door mid-
del van de oliepeilstok controleren.
Apparaat niet in bedrijf nemen, als het olie-
peil gedaald is onder „MIN".
Indien nodig olie navullen (zie Techni-
sche gegevens).
Handspuitpistool monteren
Hogedrukslang en spuitstuk verbinden
met het handspuitpistool.
Power-spuitkop monteren op de straal-
pijp. Wartelmoer stevig aanspannen.
Hogedrukslang aan de hogedrukaanslui-
ting van het apparaat monteren.
Montage reservehogedrukslang
Afbeelding A-C
Stroomtoevoer
– Aansluitwaarden zie Technische gege-
vens.
– De elektrische aansluiting moet uitge-
voerd worden door een electricien en
moet voldoen aan IEC 60364-1.
Waarschuwing
De maximaal toelaatbare netimpedantie op
het elektrische aansluitpunt (zie technische
gegevens) mag niet worden overschreden.
Gevaar
– Controleren of de aangegeven spanning
op het typeplaatje overeenkomt met de
spanning van de stroombron.
– Ongeschikte verlengslangen kunnen ge-
vaarlijk zijn. Gebruik in de buitenlucht uit-
sluitend daarvoor toegelaten en
overeenkomstig gekenmerkte verlengs-
langen met een voldoende leidingdiame-
ter:
1 - 10 m: 4 mm
10 -30 m: 6 mm
2
2