Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aanvoer- En Retouraansluiting - Stiebel Eltron WPL 33 Montageaanwijzingen

Compacte lucht/water-warmtepomp
Verberg thumbnails Zie ook voor WPL 33:
Inhoudsopgave

Advertenties

3.6.3 Aanvoer- en retouraansluiting

De warmtepomp aan de warmwaterzijde
volgens afb. 7 (buitensopstelling c.q. afb. 8
(binnenopstelling) aansluiten. Op dichtheid
letten.
Bij de buiten- en binnenopstelling moet eerst
de bij de toebehoren verpakte gebogen
buisstuk (pos. 8 in tekening 7 en 8)worden
gemonteerd aan de verwarmingsaanvoer en
retour. (pos. 9 in afbeelding 7 en 8)
Aan de aansluitstomp G1 1/4" (buiten) mogen
alleen trillingsdempers van tenminste 1 m lang
worden aangesloten.
Door de trillingsarme constructie van de
warmtepomp en de als trillingsdemper
werkende flexibele drukslangen wordt de
overdracht van constructiegeluid verregaand
vermeden.
3.6.4 Verwarmingsinstallatie doorspoelen
Voor het aansluiten van de warmtepomp
moet het leidingsysteem grondig worden
doorgespoeld. Vreemde voorwerpen, zoals
lasparels, roest, zand, afdichtingmateriaal
enz. belemmeren de bedrijfsveiligheid van de
warmtepomp en kunnen het verstopt raken van
de condensor veroorzaken.
3.6.5 Verwarmingsinstallatie ontluchten
Lucht in de installatie reduceert de functie
van de warmtepomp.
Het pijpleidingsysteem moet grondig
ontlucht worden. Daarvoor moet ook het
ontluchtingsventiel worden bediend, dat
binnen de verwarmingsvoorloop is ingebouwd
(pos. 10 in afb.7).
Bij het vullen van de installatie met
verwarmingswater moet rekening worden
gehouden met VDI 2035, blad 1. Dit betekent
dus dat
tijdens de levensduur van de installatie de
som van het totale vul- en suppletiewater
het drievoudige van het nominale volume
van de verwarmingsinstallatie niet mag
overschrijden,
de som van de aardalkaliën in het water
< 3,0 mol/m³ moet zijn,
de totale hardheid van het water < 16,8° d
moet zijn en
als de hierboven vermelde vereisten niet
vervuld zijn, het water moet worden
onthard.
Als het specifieke installatievolume > 20 l/
kW verwarmingsvermogen is (bijv. bij
installaties met bufferreservoir), moet het
verwarmingswater algemeen worden onthard.
3.6.6 Zuurstofdiffusie
Bij niet diffusiedichte buizen bij vloerverwar-
mingen of open verwarmingsinstallaties kan bij
de toepassing
van stalen verwarmingselementen of stalen
buizen door zuurstofdiffusie corrosie aan
de stalen delen optreden.
De corrosieproducten zoals bijv. roestslib
kunnen in de condensor van de warmtepomp
neerslaan en door vernauwing van de doo-
rsnede vermogensverlies van de warmtepomp
of het uitschakelen door de hogedrukbewakers
veroorzaken.
Daarom dienen open verwarmingsinstallaties
of stalen buisinstallaties in combinatie met
vloerverwarmingen met kunststofleidingen met
niet diffusiedichte buizen te worden vermeden
8
Water- en elektronische aansluiting bij buitenopstelling
6
10
9
8
5
4
1
2
7
1 Condensafvoerslang
2 Aanvoerleiding verwarming (flexibele drukslang)
3 Retourleiding verwarming (flexibele drukslang)
4 Elektronische aansluitleidingen
5 Kabelkanaal voor elektronische aansluitleidingen
6 Schakelkasten met trekontlasting voor
elektronische aansluitleidingen
7 Installatiepijp voor elektronische aansluitleidingen
en aanvoer- en retourleidingen
Afb. 7
Water- en elektronische aansluiting bij binnenopstelling
6
7
8
9
1
1
Condensafvoerslang naar keuze rechts of links
2
Aanvoerleiding verwarming (flexibele drukslang)
3
Retourleiding verwarming (flexibele drukslang)
4
Elektronische aansluitleidingen
5
PG-schroefverbindingen met trekontlastingen
6
Pijpdoorvoeringen
7
Schakelkasten met trekontlasting voor elektronische aansluitleidingen
8
Bochtstuk (bij accessoires inbegrepen)
9
Aansluitstomp Aanvoerleiding verwarming
12
Veiligheidstemperatuurbegrenzer voor DHC
Afb. 8
12
3
11
8 Bochtstuk (bij accessoires inbegrepen)
9 Aansluitstomp aanvoerleiding verwarming
10 Ontluchting
11 Kiezel
12 Betonfundering
4
5
2
3
10
11
1
12
1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave