Opbouw en functie
Toegangsbesturing
5.7
Toegangsbesturing
Als beveiliging tegen het onbevoegd of per ongeluk verstellen van de lasparameters op het apparaat, is
het met behulp van de sleutelschakelaar mogelijk om de invoer van de besturing te blokkeren.
In sleutelstand 1 kunnen alle functies en parameters onbeperkt worden ingesteld.
In sleutelstand 0 kunnen de volgende functies of parameters niet worden gewijzigd:
•
Geen verstelling van het werkpunt (lasvermogen) in de programma's 1–15.
•
Geen wijziging van lassoort, bedrijfsmodus in de programma's 1–15.
•
Lasparameterwaarden kunnen in het functieverloop van de besturing worden weergegeven, maar niet
worden gewijzigd.
•
Geen omschakeling van lasopdracht (block-JOB-bedrijfsmodus P16 mogelijk).
•
Geen wijziging van speciale parameters (behalve P10) – herstart vereist.
5.8
Interfaces voor de automatisering
Voer geen verkeerde reparaties en modificaties uit!
Om verwondingen en materiële schade te vermijden, mag het apparaat enkel door vak-
kundige, bevoegde personen gerepareerd resp. gemodificeerd worden!
Bij onbevoegde ingrepen vervalt de garantie!
•
In geval van reparatie, bevoegde personen (opgeleid servicepersoneel) hiermee belasten!
Door onvakkundige aansluiting kunnen accessoirecomponenten en de stroombron worden be-
schadigd!
•
Accessoirecomponenten uitsluitend bij uitgeschakeld lasapparaat op de desbetreffende
aansluitbus steken en vergrendelen.
•
Uitvoerige beschrijvingen vindt u in de gebruikshandleiding van de betreffende accessoire!
•
Accessoirecomponenten worden na de inschakeling van de stroombron automatisch herkend.
34
WAARSCHUWING
099-005613-EW505
23.04.2019