Modussen Climate Control
Climate Control Auto
Climate Control Handmatig
Reiniging en onderhoud
U dient de in dit hoofdstuk beschreven onderhouds- en reinigingswerkzaamheden regelmatig uit te
voeren.
Dagelijks
Koppel de luchtslang los en hang de slang zolang deze niet wordt gebruikt op een schone en droge
plek.
Wekelijks
1. Haal de luchtslang van de H5i en het masker.
2. Was de luchtslang in warm water met een mild reinigingsmiddel.
3. Grondig uitspoelen, ophangen en laten drogen, niet in direct zonlicht.
4. Maak de luchtslang voor het volgende gebruik opnieuw aan de luchtuitgang en het
masker vast.
18
De aanbevolen (standaard-) instelling voor Climate Control is de auto-modus. In
auto-modus heeft u de mogelijkheid om de temperatuur van de lucht naar wens
aan te passen (16-30°C). Op basis van de door u geselecteerde luchttemperatuur
past Climate Control de uitvoer van de bevochtiger automatisch aan om een
constant, comfortabel vochtigheidsniveau van 80% relatieve vochtigheid te
handhaven en beschermt tegelijkertijd tegen condensvorming. In de auto-modus
is de standaardtemperatuur van de lucht op 27°C ingesteld.
Climate Control kan ook op handmatig ingesteld worden,
indien deze optie door de arts ingeschakeld is. In de
handmatige modus kunnen de temperatuur en vochtigheid
van de lucht onafhankelijk van elkaar ingesteld worden. Dit
biedt u meer flexibiliteit, maar geen bescherming tegen de
condensvorming waar u in de auto-modus wel van verzekerd
bent. In deze modus kunnen de temperatuur van de lucht (16-
30°C) en vochtigheid (0-6) onafhankelijk van elkaar ingesteld
worden. Als er condensvorming optreedt, verhoog dan de
temperatuur van de lucht of verlaag de instelling voor de
vochtigheid.