10 Inspectie en onderhoud
1
2
3
4.
Trek de klemmen (2) en (3) aan de aanvoeraansluiting
en aan de retouraansluiting eraf.
5.
Maak de aanvoeraansluiting los.
6.
Maak de retouraansluiting los.
7.
Verwijder telkens twee schroeven (1) aan de beide hou-
ders.
8.
Verwijder de onderste drie schroeven (2) aan het ach-
terste deel van de houder.
9.
Zwenk de houder rond de bovenste schroef (1) opzij.
10. Trek de warmtewisselaar naar onderen en naar rechts
en haal hem uit het product.
11. Monteer de nieuwe warmtewisselaar in omgekeerde
volgorde.
12. Vervang de pakkingen.
Aanwijzing
Om u te helpen bij het monteren kunt u wa-
ter of in de handel verkrijgbare zeep gebrui-
ken in de plaats van vetten.
13. Steek de aanvoer- en retouraansluiting tot aan de aan-
slag in de warmtewisselaar.
14. Zorg voor correcte aanbrenging van de klemmen aan
aanvoer- en retouraansluiting.
15. Bouw de compacte thermomodule in. (→ Pagina 30)
16. Vul en ontlucht het product en, indien nodig, de CV-
installatie. (→ Pagina 22)
28
9.6.4
Printplaat of display vervangen
Aanwijzing
Als u slechts een component vervangt, dan neemt
het nieuwe component bij het inschakelen van het
product de vooraf ingestelde parameters over van
het component dat niet is vervangen.
1.
Open de elektronicabox. (→ Pagina 18)
2.
Vervang de printplaat of het display conform de bijgele-
verde montage- en installatiehandleidingen.
3.
Sluit de elektronicabox.
9.6.5
Printplaat en display vervangen
1.
Open de elektronicabox. (→ Pagina 18)
2.
Vervang de printplaat en het display conform de bijgele-
verde montage- en installatiehandleidingen.
3.
Sluit de schakelkast.
4.
Druk op de aan-/uittoets van het product. (→ Pagina 20)
◁
U gaat automatisch naar de instelling van de toeste-
lidentificatie D.093.
5.
Stel volgens de volgende tabel de juiste waarde voor
1
het betreffende producttype in en bevestig met
Nummer van het producttype
VHR NL 18-24/5‑3
VHR NL 18-24/5‑3 EXP
2
VHR NL 23-28/5‑3
VHR NL 23-28/5‑3 EXP
VHR NL 28-34/5‑3
◁
De elektronica is nu ingesteld op het producttype
en de parameters van alle diagnosecodes komen
overeen met de fabrieksinstellingen.
6.
Voer de installatiespecifieke instellingen uit.
9.7
Reparatie afsluiten
1.
Breng de stroomvoorziening tot stand.
2.
Schakel het product opnieuw in als dat nog niet ge-
beurd is. (→ Pagina 20)
3.
Monteer de voormantel.
4.
Open alle onderhoudskranen en de gasafsluitkraan.
9.8
Product op dichtheid controleren
▶
Controleer het product op dichtheid. (→ Pagina 24)
10 Inspectie en onderhoud
▶
Neem de minimale inspectie- en onderhoudsintervallen in
acht. Afhankelijk van de resultaten van de inspectie kan
een vroeger onderhoud nodig zijn. De tabel Inspectie- en
onderhoudswerk vindt u in de bijlage.
Installatie- en onderhoudshandleiding ecoTEC classic 0020275648_01
.
9
9
23
23
15