SMA Solar Technology AG
Eenfasige clusters zijn niet toegestaan. Binnen een driefasige cluster mogen uitsluitend apparaattypen met hetzelfde
uitgangsvermogen worden gebruikt. Dat betekent, dat binnen een cluster bijvoorbeeld de apparaattypen SI6.0H-12
en SI6.0H-13 gecombineerd mogen worden. In tegenstelling daarmee mogen apparaattypen met verschillende
uitgangsvermogen (bijvoorbeeld SI6.0H-13 en SI8.0H-13) niet worden gecombineerd. De master van de cluster moet
altijd een SI4.4M-13/SI6.0H-13/SI8.0H-13 zijn en met de meest actuele versie zijn uitgerust.
Aanvullende bepalingen voor een noodstroomsysteem
Het noodstroomsysteem mag alleen worden gebruikt in landen waarvoor het is toegelaten of waarvoor het door SMA
Solar Technology AG en de netwerkexploitant is vrijgegeven. Om aan de technische aansluitvoorwaarden van de
netwerkexploitant en de ter plaatse geldende normen en richtlijnen te voldoen, moet u het noodstroomsysteem met of
zonder scheiding over alle polen uitvoeren:
• Noodstroomsysteem met scheiding van alle polen
Bij uitval van het openbare stroomnet worden alle fasedraden en de nulleider door middel van een
koppelschakelaar van het openbare stroomnet gescheiden. Als de technische aansluitvoorwaarden van de
netwerkexploitant of de ter plaatse geldende normen en richtlijnen een scheiding van alle polen vereisen of
toestaan, moet u deze basisstructuur installeren, bijv. in België, Denemarken, Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland.
• Noodstroomsysteem zonder scheiding van alle polen
Bij uitval van het openbare stroomnet worden alle fasedraden door middel van een koppelschakelaar van het
openbare stroomnet gescheiden. De nulleider van het noodstroomnet blijft altijd met het openbare stroomnet
verbonden. Als de technische aansluitvoorwaarden van de netwerkexploitant of de ter plaatse geldende normen
en richtlijnen een scheiding van de nulleider verbieden, moet u deze basisstructuur installeren.
Eenfasige clusters zijn niet toegestaan. Binnen een driefasige cluster mogen uitsluitend apparaattypen met hetzelfde
uitgangsvermogen worden gebruikt. Dat betekent, dat binnen een cluster bijvoorbeeld de apparaattypen SI6.0H-12
en SI6.0H-13 gecombineerd mogen worden. In tegenstelling daarmee mogen apparaattypen met verschillende
uitgangsvermogen (bijvoorbeeld SI6.0H-13 en SI8.0H-13) niet worden gecombineerd. De master van de cluster moet
altijd een SI4.4M-13/SI6.0H-13/SI8.0H-13 zijn en met de meest actuele versie zijn uitgerust.
Eenfasige noodstroomnetten kunnen ook aan driefasige openbare stroomnetten worden aangesloten. In een eenfasig
noodstroomsysteem wordt een uitval van het openbare stroomnet uitsluitend herkend op de fasedraad die met de
Sunny Island is verbonden. Als het openbare stroomnet uitvalt, kunnen uitsluitend eenfasige PV-omvormers stroom
leveren aan een eenfasig noodstroomnet.
De aangesloten PV-omvormers moeten voor het gebruik in een noodstroomsysteem geschikt zijn. Bovendien moet het
vermogen van de zonnestroominstallatie geschikt zijn voor het systeem (zie planningshandleiding "SMA Energy
System Home met noodstroomfunctie" onder www.SMA-Solar.com).
Binnen een driefasig noodstroomsysteem mogen zowel eenfasige alsook driefasige PV-omvormers worden
aangesloten.
Het noodstroomsysteem moet met een automatische omschakelinrichting zijn uitgerust (zie planningshandleiding "SMA
Energy System Home met noodstroomfunctie" onder www.SMA-Solar.com). Deze automatische omschakelinrichting is
geen onderdeel van de leveringsomvang van Sunny Island.
De automatische omschakelinrichting is geen verdeler voor de verbruikers of de zonnestroominstallatie. De verbruikers
en de zonnestroominstallatie moeten in overeenstemming met de ter plaatse geldende normen en richtlijnen met
veiligheidsvoorzieningen zijn beveiligd. Netwerkvormende spanningsbronnen (bijv. generatoren) mogen niet op het
noodstroomsysteem worden aangesloten. De onderdelen of componenten van de automatische omschakelinrichting
moeten voldoen aan beschermingsklasse II en door personen zonder kennis in de elektrotechniek kunnen worden
bediend.
De koppelschakelaar in de omschakelinrichting moet een stroombelastbaarheid hebben, welke ten minste aan het
aanspreekbereik van de voorgeschakelde zekering is aangepast.
Teruglevering en de netafname worden uitsluitend door middel van een SMA Energy Meter geregistreerd. Een
SMA Energy Meter vervangt niet de energiemeter van de energieleverancier.
Beknopte handleiding
SI44M-60H-80H-13-IS-de-12
2 Veiligheid
235