Instellen als clientcomputer
1. Installeer het printerstuurprogramma (zie "Het stuurprogramma
installeren voor een USB-apparaat" op pagina 28).
2. Klik op het menu Start in Windows.
3. Selecteer Alle programma's > Bureau-accessoires > Windows
Verkenner.
4. Voer het IP-adres van de hostcomputer in op de adresbalk en druk
op Enter op uw toetsenbord.
Als de hostcomputer om een Gebruikersnaam en
Wachtwoord vraagt, vult u de gebruikers-id en het
wachtwoord van de hostcomputeraccount in.
5. Klik met uw rechtermuisknop op de gewenste printer en selecteer
Verbinding maken...
6. Klik op OK zodra het bericht verschijnt dat de installatie is voltooid.
7. Open het bestand dat uw wilt afdrukken en begin met afdrukken.
Macintosh
De volgende stappen gelden voor Mac OS X 10.5-10.6. Raadpleeg de
Help van Mac voor andere OS-versies.
Instellen als hostcomputer
1. Het stuurprogramma van uw printer installeren. (Zie "Macintosh" op
pagina 29.)
2. Open de map Programma's > Systeemvoorkeuren en klik op
Afdrukken en faxen.
3. Selecteer de printer die u wilt delen in de Printerlijst.
4. Selecteer Deel deze printer.
Instellen als clientcomputer
1. Het stuurprogramma van uw printer installeren. (Zie "Macintosh" op
pagina 29.)
2. Open de map Programma's > Systeemvoorkeuren en klik op
Afdrukken en faxen.
3. Klik op het pictogram "+".
Er verschijnt een weergavescherm met de naam van uw gedeelde
printer.
4. Selecteer uw apparaat en klik op Voeg toe.
Aan de slag_ 31