I/O-connectoren op achterzijde
1
14
1
lampje integriteit
verbinding
2
connector voor
netadapter
3
activiteitsindicator
netwerk
4
modemconnector
5
connector
surroundgeluid achter
6
lijningang
16
Uw computer installeren en gebruiken
2
3
13
• Groen — Er is een goede verbinding tussen een 10-Mbps-netwerk en
de computer.
• Oranje — Er is een goede verbinding tussen een 100-Mbps-netwerk en
de computer.
• Uit — Er is geen fysieke verbinding met het netwerk gevonden.
Wanneer u de computer op een netwerk of breedbandapparaat wilt aansluiten,
verbindt u het ene uiteinde van een netwerkkabel met een netwerkplug of met
uw netwerk of breedbandapparaat. Sluit het andere uiteinde van de netwerkkabel
aan op de connector voor de netwerkadapter op de achterzijde van de computer.
Als u een klik hoort, is de netwerkkabel goed bevestigd.
OPMERKING:
Sluit geen telefoonkabel aan op de netwerkconnector.
Gebruik voor computers met een netwerkconnectorkaart de connector op
de kaart.
U wordt aangeraden om Category 5-bedrading en -ingangen voor uw netwerk
te gebruiken. Als u toch gebruikmaakt van Category 3-bedrading, moet u de
netwerksnelheid verhogen tot 10 Mbps om een betrouwbare werking te
garanderen.
Er knippert een geel lampje wanneer de computer gegevens van het netwerk
ontvangt of ernaar verzendt. Bij intensief netwerkverkeer kan het lijken alsof
dit lampje voortdurend brandt.
Gebruik de modemconnector om uw computer te verbinden met het internet.
Op de zwarte connector voor surroundgeluid kunt u multichannel-luidsprekers
aansluiten.
Gebruik de blauwe lijningang om een opname-/afspeelapparaat aan te sluiten,
zoals een cassette-, cd- of videospeler.
Gebruik op computers met een geluidskaart de connector op de kaart.
4
12
5
8
11
10
9
6
7