Proline Promag H 100
10.4
Configureren van het meetinstrument
Het Setup-menu met de submenu' s wordt gebruikt voor een snelle inbedrijfname van het
meetinstrument. De submenu' s bevatten alle parameters welke nodig zijn voor de configuratie
zoals parameters voor meting of communicatie.
Submenu
Systeemeenheden
Mediumselectie
Communicatie
Lekstroomonderdrukking
10.5
Definiëren van de tag-naam
Om een snelle identificatie van het meetpunt binnen het systeem mogelijk te maken, kunt u
een unieke identificatie invoeren gebruik makend van de Parameter Instrument-tag en de
fabrieksinstelling veranderen.
Navigatie
Menu "Setup" → Instrument-tag
Parameteroverzicht met korte beschrijving
Parameter
Instrument-tag
10.6
Beveiligen van instellingen tegen ongeautoriseerde toegang
De volgende opties zijn bedoeld om de configuratie van het meetinstrument te beschermen
tegen onbedoelde wijziging na de inbedrijfname:
• Schrijfbeveiliging via toegangscode voor webbrowser → 49
• Schrijfbeveiliging via vergrendelingsschakelaar → 50
10.6.1
Schrijfbeveiliging via toegangscode
Met de klantspecifieke toegangscode is de toegang tot het meetinstrument via de webbrowser
beveiligd en ook de parameters voor de configuratie van het meetinstrument.
Navigatie
Menu "Setup" → Uitgebreide setup → Administratie → Vrijgavecode definiëren
Structuur van het submenu
Vrijgavecode definiëren
Endress+Hauser
Beschrijving
Voer meetpuntidentificatie
(tag) in.
→
Vrijgavecode definiëren
Betekenis
Configureren van de eenheden voor alle meetwaarden
Definiëren van het medium
Configuratie van de digitale communicatie-interface
Configuratie van de lekstroomdetectie
Invoer
Maximaal 32 karakters,
bestaande uit letters, cijfers
of speciale tekens (bijv. @,
%, /).
Inbedrijfname
Fabrieksinstelling
Promag
49