nl De Bediening in essentie
De eerste inbedrijfstelling met
15.
afsluiten.
De Bediening in essentie
8 De Bediening in essen-
tie
De Bediening in essentie
8.1 Apparaat inschakelen
Het apparaat met hoofdschakelaar
1.
inschakelen. → "Apparaat", Fig.
/
, Pagina 15
12
1
Het apparaat begint te koelen.
a
De gewenste temperatuur instellen.
2.
→ Pagina 20
8.2 Opmerkingen bij het ge-
bruik
Wanneer u het apparaat heeft in-
¡
geschakeld, duurt het tot enkele
uren voordat de ingestelde tempe-
ratuur wordt bereikt.
Plaats geen levensmiddelen in het
apparaat voordat de ingestelde
temperatuur is bereikt.
De kopse kanten en zijwanden van
¡
de behuizing worden soms licht
verwarmd. Dit voorkomt vorming
van condenswater.
Wanneer u de deur sluit, kan een
¡
onderdruk ontstaan. De deur gaat
dan alleen moeilijker open. Wacht
een ogenblik tot de onderdruk
wordt gecompenseerd.
De temperatuur in het apparaat va-
¡
rieert door de volgende condities:
– Het aantal keer dat het apparaat
wordt geopend
– Beladingshoeveelheid
– Temperatuur van de vers opge-
slagen levensmiddelen
– Omgevingstemperatuur
– Direct instralend zonlicht
20
8.3 Apparaat uitschakelen
Het apparaat met de hoofdschake-
▶
laar uitschakelen. → "Apparaat",
Fig.
/
, Pagina 15
12
1
8.4 Temperatuur instellen
Koelvaktemperatuur instellen
Op de temperatuurindicatie (koel-
1.
vak) drukken.
Veeg op de gewenste tempera-
2.
tuurinstelling.
De aanbevolen temperatuur in het
koelvak bedraagt 4°C (39°F).
Vriesvaktemperatuur instellen
Op de temperatuurindicatie (vries-
1.
vak) drukken.
Veeg op de gewenste tempera-
2.
tuurinstelling.
De aanbevolen temperatuur in het
vriesvak bedraagt −18°C. (0°F).
8.5 Bewaarinstelling vers-
koelruimte
U kunt de temperatuur en luchtvoch-
tigheid van de verskoelladen via
voorgedefinieerde bewaarinstellingen
instellen.
Tip: Overige instellingen zijn in de
Home Connect app beschikbaar.
Bewaarinstelling verskoelruimte
instellen
Tik op de bewaarinstelling vers-
1.
koelruimte.
Op de gewenste bewaarinstelling
2.
vegen en met
bevestigen.