Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gegevensschermen Aanpassen; Waarschuwingen; Een Waarschuwing Instellen; Auto Lap - Garmin Vivoactive 3 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Vivoactive 3:
Inhoudsopgave

Advertenties

GALILEO krijgt u betere prestaties in moeilijk omgevingen en
kunt u sneller uw positie bepalen. Als GPS en een ander
satellietsysteem samen worden gebruikt, kan de batterijduur
sneller afnemen dan met alleen GPS.
Ronden: Hiermee stelt u de opties voor de functie Auto Lap

(Ronden markeren met behulp van de functie Auto Lap,

pagina
16), en schakelt u de handmatige rondefunctie in
(De handmatige rondefunctie inschakelen, pagina
Grootte bad: Hiermee kunt u de lengte van het bad instellen
voor zwemmen in een zwembad.

Gegevensschermen aanpassen

U kunt gegevensschermen aanpassen aan uw trainingsdoelen
of optionele accessoires. U kunt bijvoorbeeld op een van de
gegevensschermen uw rondetempo of hartslagzone laten
weergeven.
1
Druk op de knop.
2
Selecteer een activiteit.
3
Selecteer Instellingen > Gegevensschermen.
4
Selecteer een of meer opties:
• Selecteer Indeling om de stijl van de gegevensvelden en
het aantal gegevensvelden op elk scherm met gegevens
aan te passen.
• Selecteer het scherm en selecteer Wijzig
gegevensvelden om de velden op een scherm met
gegevens aan te passen.
• Selecteer de schakelaar naast het scherm om een scherm
met gegevens te tonen of te verbergen.
• Selecteer Hartslagzonemeter om het scherm voor de
meter van de hartslagzone te tonen of te verbergen.

Waarschuwingen

U kunt waarschuwingen instellen voor elke activiteit om u te
helpen specifieke doelen te bereiken. Sommige
waarschuwingen zijn alleen beschikbaar voor specifieke
activiteiten. Voor sommige waarschuwingen hebt u optionele
accessoires nodig, zoals een hartslagmeter of een
cadanssensor. Er zijn drie typen waarschuwingen:
Gebeurteniswaarschuwingen, bereikwaarschuwingen en
terugkerende waarschuwingen.
Gebeurteniswaarschuwing: Een gebeurteniswaarschuwing
wordt eenmaal afgegeven. De gebeurtenis is een specifieke
waarde. U kunt het toestel bijvoorbeeld instellen om u te
waarschuwen wanneer u een bepaald aantal calorieën
verbrandt.
Bereikwaarschuwing: Een bereikwaarschuwing wordt telkens
afgegeven wanneer het toestel een waarde meet die boven
of onder een opgegeven waardenbereik ligt. Zo kunt u
bijvoorbeeld instellen dat het toestel u waarschuwt als uw
hartslag lager is dan 60 bpm (slagen per minuut) of hoger
dan 210 bpm.
Terugkerende waarschuwing: Een terugkerende
waarschuwing wordt afgegeven telkens wanneer het toestel
een opgegeven waarde of interval registreert. U kunt
bijvoorbeeld instellen dat het toestel u elke 30 minuten
waarschuwt.
Waarschu-
Waarschu-
wingsnaam
wingstype
Cadans
Bereik
Calorieën
Gebeurtenis,
terugkerend
Aangepast
Terugkerend
16
16).
Beschrijving
U kunt minimale en maximale
cadanswaarden instellen.
U kunt het aantal calorieën
instellen.
U kunt een bestaand bericht selec-
teren of een aangepast bericht
maken en een waarschuwingstype
selecteren.
Waarschu-
Waarschu-
wingsnaam
wingstype
Afstand
Terugkerend
in
®
Hartslag
Bereik
Tempo
Bereik
Ren/Loop
Terugkerend
Snelheid
Bereik
Slagsnelheid
Bereik
Tijd
Gebeurtenis,
terugkerend

Een waarschuwing instellen

1
Druk op de knop.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle
activiteiten.
2
Selecteer een activiteit.
3
Selecteer Instellingen > Waarschuwingen.
4
Selecteer een optie:
• Als u een nieuwe waarschuwing voor de activiteit wilt
toevoegen, selecteert u Voeg nieuw toe.
• Als u een bestaande waarschuwing wilt bewerken,
selecteert u de naam van de waarschuwing.
5
Selecteer, indien gewenst, het type waarschuwing.
6
Selecteer een zone, voer de minimum- en maximumwaarden
in of voer een aangepaste waarde in voor de waarschuwing.
7
Schakel indien nodig de waarschuwing in.
Bij gebeurteniswaarschuwingen en terugkerende
waarschuwingen wordt er een bericht weergegeven telkens
wanneer de waarschuwingswaarde wordt bereikt
(Waarschuwingen, pagina
er een bericht weergegeven telkens als u boven of onder het
opgegeven bereik komt (minimum- en maximumwaarden).

Auto Lap

Ronden markeren met behulp van de functie Auto Lap
U kunt uw toestel zo instellen dat de functie Auto Lap wordt
gebruikt om een ronde automatisch te markeren op basis van
een bepaalde afstand. Dit is handig als u uw prestaties tijdens
verschillende gedeelten van een activiteit wilt vergelijken
(bijvoorbeeld elke 1 mijl of 5 km).
1
Druk op de knop.
2
Selecteer een activiteit.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle
activiteiten.
3
Selecteer Instellingen > Ronden.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer de schakelaar om de Auto Lap functie aan of uit
te zetten.
• Selecteer Auto Lap om de afstand tussen de ronden aan
te passen.
Telkens wanneer u een ronde voltooit, wordt er een bericht
weergegeven met de rondetijd. Het toestel trilt ook als het
trilsignaal is ingeschakeld

De handmatige rondefunctie inschakelen

U kunt rondes of afstanden op ieder moment markeren door
twee keer op het aanraakscherm te tikken tijdens de tijdgemeten
activiteiten, zoals hardlopen en fietsen.
Beschrijving
U kunt een afstandsinterval
instellen.
U kunt minimale en maximale
waarden voor de hartslag instellen
of zonewijzigingen selecteren.
U kunt minimale en maximale
tempowaarden instellen.
U kunt regelmatige looppauzes
inlassen.
U kunt minimale en maximale
snelheidswaarden instellen.
U kunt een hoog of laag aantal
slagen per minuut instellen.
U kunt een tijdsinterval instellen.
16). Bij bereikwaarschuwingen wordt
(Systeeminstellingen, pagina
Uw toestel aanpassen
17).

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave