CAM35
• Houd bij het aanleggen van de kabels altijd voldoende afstand tot hete en bewe-
gende voertuigonderdelen (uitlaatpijpen, aandrijfassen, dynamo, ventilatoren,
verwarming e.d.), om beschadigingen aan de kabel te voorkomen. Gebruik voor
de mechanische bescherming ribbelbuis of soortgelijke beschermingsmateria-
len.
• Schroef de steekverbindingen van de verbindingskabels ter bescherming tegen
het binnendringen van water vast (afb. e, pagina 8).
• Let er bij het leggen van de kabels op dat deze
– niet te sterk worden geknikt of verdraaid,
– niet langs randen schuren,
– niet zonder bescherming door openingen met scherpe kanten worden
gelegd.
• Bevestig de kabel veilig in het voertuig om verstrikken (gevaar om te vallen) te
vermijden. Dit kan gebeuren door kabelbinders, isolatieband of door vastplak-
ken met lijm.
➤ Monteer de syteemkabel.
6.3
Schakelaar voor nachtzicht monteren (optioneel)
I
INSTRUCTIE
Nachtzicht wordt via een 12-V-stuursignaal geactiveerd. De Y-adapter
monitor (afb. c 5, pagina 7 of afb. d 8, pagina 7) kan met een scha-
kelaar worden verbonden waarmee de nachtzichtfunctie handmatig
optioneel kan worden geactiveerd. Dit is zinvol als bijvoorbeeld over-
dag met dimlicht wordt gereden.
➤ Monteer de schakelaar in het dashboard (afb. b, pagina 7).
6.4
Camera elektrisch aansluiten
I
INSTRUCTIE
• Plaats de camerakabel zodanig, dat u bij een eventueel noodzake-
lijke uitbouw van de camera makkelijk bij de stekkerverbinding tus-
sen camera en verlengkabel kunt komen. De demontage wordt
daardoor aanzienlijk vereenvoudigd.
• Om corrosie in de stekker te minimaliseren, adviseren wij om een
beetje vet, bijv. poolvet, in een van de stekkers aan te brengen.
➤ Leid de stekker van het remlicht door de console.
➤ Steek de stekker (afb. a 1, pagina 6) van het remlicht weer op het remlicht.
NL
Camera monteren
85