Download Print deze pagina

Advertenties

Gebruiksaanwijzing
Voor een veilig en juist gebruik, zorg ervoor dat u de "Veiligheidsinformatie" leest voordat u het apparaat gebruikt.

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Ricoh SP C250SF

  • Pagina 1 Gebruiksaanwijzing Voor een veilig en juist gebruik, zorg ervoor dat u de “Veiligheidsinformatie” leest voordat u het apparaat gebruikt.
  • Pagina 3 INHOUDSOPGAVE Hoe werkt deze handleiding?.........................10 Inleiding................................ 10 Wettelijk verbod............................10 Disclaimer..............................10 Verschillen in functie tussen verschillende modellen................. 11 Opmerking voor de beheerder........................11 Het IP-adres..............................12 Lijst met opties...............................12 Modelspecifieke informatie..........................13 Belangrijke veiligheidsvoorschriften .....................14 Gebruikersinformatie over elektrische en elektronische apparaten............14 Advies met betrekking tot het milieu ......................
  • Pagina 4 Een instelling toewijzen aan de [ID-kaart kopiëren]-knop (shortcut)............43 Netwerkinstellingen configureren........................45 De IP-adresinstellingen configureren......................45 De printer op een netwerk delen........................ 50 Draadloze LAN-installatie...........................51 Apparaatfuncties beperken voor gebruikers....................54 Gebruikersbeperkingen instellen en activeren..................54 Als apparaatfuncties zijn beperkt........................58 2. Papier plaatsen Ondersteund papier............................61 Specificaties van papiertypes........................
  • Pagina 5 Wat is PictBridge?............................99 Met PictBridge afdrukken..........................99 Wat u met dit apparaat kunt doen......................100 PictBridge afsluiten............................ 101 Als afdrukken met PictBridge niet werkt....................101 De verschillende afdrukfuncties gebruiken....................103 Afdrukkwaliteitfuncties..........................103 Afdrukuitvoerfuncties..........................104 4. Originelen kopiëren Het kopieerapparaatscherm.........................107 Basisbewerking.............................. 108 Een kopie annuleren..........................109 Vergrote of verkleinde kopieën maken......................111 Verkleinen/vergroten opgeven.......................
  • Pagina 6 De scaninstellingen opgeven........................144 Het scanformaat opgeven aan de hand van het formaat van het origineel........144 Afbeeldingsbelichting aanpassen......................145 Resolutie opgeven............................. 146 Vanaf een computer scannen........................148 Basisbewerking voor TWAIN-scannen....................148 TWAIN-scanner gebruiken........................148 TWAIN-scannen............................148 Basisbewerking voor WIA-scannen......................150 6. Een fax verzenden en ontvangen Faxapparaatscherm............................
  • Pagina 7 Faxen doorsturen of in het geheugen opslaan..................191 Faxen afdrukken die zijn opgeslagen in het geheugen................. 195 Faxen van speciale afzenders ontvangen of afwijzen................196 Lijsten/rapporten met betrekking tot de faxfunctie..................199 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Basisbewerking.............................. 201 Menuoverzicht...............................
  • Pagina 8 Tabblad Lade prioriteit..........................262 Het tabblad Toner besparen........................262 Tabblad I/O Time-out..........................263 Het tabblad Z/W-afdruk prioriteit......................263 Tabblad Shortcut naar functie........................264 Bestemmingen registreren..........................265 Speciale faxafzenders registreren........................266 Apparaatfuncties beperken voor gebruikers....................267 De netwerkinstellingen configureren......................268 Network Tabblad Netwerkstatus......................268 Tabblad IPv6-configuratie........................269 Het tabblad Netwerkapplicatie.......................
  • Pagina 9 De tonerafvalfles vervangen.........................294 Een onderdeel vervangen..........................300 Tussenliggende transfereenheid vervangen....................300 De fuseereenheid en transferrol vervangen.................... 300 Aandachtspunten bij het schoonmaken....................... 301 De tonerdichtheidsensor schoonmaken....................... 302 De wrijvingsstrip en de papierinvoerrol schoonmaken................304 De registratierol en papierlade schoonmaken....................307 De glasplaat en de ADF schoonmaken....................... 311 De glasplaat schoonmaken........................311 De ADF schoonmaken..........................
  • Pagina 10 Wanneer er een fout via een rapport of e-mail wordt gemeld............. 348 Foutcode..............................350 Fout- en statusmeldingen op het scherm...................... 356 11. Bijlage Beschikbare functies en netwerkinstellingen in een IPv6-omgeving............367 Beschikbare functies..........................367 Verzending met IPsec............................ 369 Codering en verificatie door IPsec......................369 Security Association..........................
  • Pagina 11 INDEX ................................397...
  • Pagina 12 Hoe werkt deze handleiding? Inleiding Deze handleiding bevat gedetailleerde instructies en opmerkingen over de bediening en het gebruik van dit apparaat. Lees voor uw eigen veiligheid deze handleiding zorgvuldig door voordat u het apparaat gaat gebruiken. Bewaar deze handleiding op een handige plaats binnen handbereik. Wettelijk verbod Kopieer of druk geen documenten af waarvan de reproductie verboden is door de wet.
  • Pagina 13 Sommige illustraties of toelichtingen in deze handleiding verschillen mogelijk van uw product wegens verbetering of verandering van het product. Verschillen in functie tussen verschillende modellen De verschillen in functie van de verschillende modellen zijn als volgt: SP C250SF SP C252SF Type Type 1...
  • Pagina 14 U kunt deze menu's openen zonder wachtwoord. Dit is een fabrieksinstelling. In [Beheerderstoepassingen] vindt u de instelling voor het maken van een wachtwoord. • De menu's [Systeeminstellingen], [Snelkeuzebestemming], [Scanbestemming], [Verkorte faxkiesnummer-bestemming], [Speciale afz.], [Beschikbare functies beperken], [Netwerkinstellingen], [IPsec-instellingen] of [Beheerdertoepassingen] configureren met behulp van Web Image Monitor Standaard is de toegang tot het apparaat via Web Image Monitor niet beveiligd met een wachtwoord.
  • Pagina 15 Modelspecifieke informatie In dit gedeelte wordt uitgelegd tot welke regio uw apparaat behoort. Op de achterkant van het apparaat bevindt zich een sticker op de plaats die hieronder wordt weergegeven. De sticker bevat gegevens waarmee de regio van uw apparaat wordt geïdentificeerd. Lees wat er op de sticker staat.
  • Pagina 16 Belangrijke veiligheidsvoorschriften Gebruikersinformatie over elektrische en elektronische apparaten Voor gebruikers in landen waar het symbool zoals hier is afgebeeld is gespecificeerd in de nationale wetgeving aangaande de verwerking van elektronisch afval Onze producten bevatten hoogwaardige componenten en zijn ontworpen om het recyclen te vergemakkelijken.
  • Pagina 17 Voor meer informatie over het recycleprogramma, zie onze website of raadpleeg uw servicevertegenwoordiger. https://www.ricoh-return.com/ Energiezuinig De hoeveelheid elektriciteit die een apparaat verbruikt is zowel afhankelijk van zijn specificaties als van de manier waarop u er gebruik van maakt. Het apparaat is speciaal ontworpen om uw elektriciteitskosten te verminderen door over te schakelen naar de modus 'Gereed' nadat de laatste pagina is afgedrukt.
  • Pagina 18 Neem in geval van problemen in eerste instantie contact op met uw servicevertegenwoordiger. De CE-verklaring van overeenstemming is beschikbaar via de volgende URL: http://www.ricoh.co.jp/fax/ce_doc , waarna u vervolgens het desbetreffende product aanklikt.
  • Pagina 19 Belangrijke veiligheidsvoorschriften Opmerkingen voor gebruikers van de staat Californië Perchloormaterialen - speciale behandeling is mogelijk van toepassing. Zie: www.dtsc.ca.gov/ hazardouswaste/perchlorate...
  • Pagina 20 ENERGY STAR-programma ® ENERGY STAR -programmavereisten voor beeldmateriaal ® De ENERGY STAR -programmavereisten voor beeldmateriaal moedigen milieubehoud aan via het promoten van energiebesparende computers en andere kantooruitrustingen. Het programma ondersteunt de ontwikkeling en verdeling van producten met energiebesparende functies. Het is een open programma waaraan fabrikanten op vrijwillige basis kunnen deelnemen. Beoogde producten zijn computers, beeldschermen, printers, faxapparaten, kopieerapparaten, scanners, en multifunctionele apparaten.
  • Pagina 21 Specificaties Energiespaarstand 1 Energieverbruik 80 W of minder Standaardtijd 30 seconden Hersteltijd 10 seconden of minder Energiespaarstand 2 Energieverbruik (voornamelijk in Europa en Azië) 3,8 W of minder (voornamelijk in Noord-Amerika) 3,2 W of minder Standaardtijd 1 minuut Hersteltijd 30 seconden Duplexfunctie Standaard * De hersteltijd en het energieverbruik kunnen variëren afhankelijk van de staat en de omgeving van het...
  • Pagina 23 1. Snel aan de slag Overzicht van alle apparaatonderdelen In dit deel staan de namen van de verschillende onderdelen van de voor- en achterkant van het apparaat samen met een beschrijving van hun functie. Buitenkant: vooraanzicht DAC025 1. ADF-klep (Automatische documentinvoer) Open deze klep om originelen die zijn vastgelopen in de ADF te verwijderen.
  • Pagina 24 1. Snel aan de slag 3. USB-poort voor geheugenkaart Steek een USB-geheugenkaart in het apparaat om de functie Scannen naar USB te gebruiken of sluit een digitale camera aan via een USB-kabel voor afdrukken met PictBridge. 4. Bedieningspaneel Bevat een touchscreen display en knoppen voor de bediening van het apparaat. 5.
  • Pagina 25 Overzicht van alle apparaatonderdelen Buitenkant: achteraanzicht DAC026 1. Papierstopper Haal de papierstopper omhoog om te voorkomen dat papier uit de lade valt als u veel papier gaat afdrukken. De papierstopper kan worden aangepast aan de positie van het A4/Letter- of Legal-formaat. 2.
  • Pagina 26 1. Snel aan de slag 9. Knop voor het verschuiven van de ADF Druk hierop om de ADF naar de achterkant van het apparaat te schuiven en houd het in deze positie als papieruitvoer in de uitvoerlade moeilijk is op te halen. 10.
  • Pagina 27 Overzicht van alle apparaatonderdelen DAC035 Binnenkant DAC027 1. Printcartridges Plaats de printcartridges via de achterkant van de printer in de volgorde cyaan (C), magenta (M), geel (Y) en zwart (K). Er worden berichten op het scherm weergegeven als printcartridges vervangen dienen te worden of als nieuwe dienen te worden voorbereid.
  • Pagina 28 1. Snel aan de slag 3. Fuseereenheid Hecht (fuseert) toner op het papier. Mogelijk moet u deze eenheid controleren op vastgelopen papier en dit verwijderen. 4. Tonerafvalfles Hierin wordt toner verzameld die tijdens het printen vrijkomt. 5. Transfereenheid U moet deze eenheid verwijderen als u de tonerafvalfles vervangt. •...
  • Pagina 29 Overzicht van alle apparaatonderdelen 4. [Adresboek]-knop Druk hierop om een scan- of faxbestemming uit het Adresboek te selecteren. 5. [Afdrukkwaliteit]-knop Druk hierop om de afbeeldingskwaliteit voor de huidige taak te selecteren. • Kopieermodus: Selecteer Tekst, Foto of Gemengd. • Scannermodus: Selecteer de resolutie. •...
  • Pagina 30 1. Snel aan de slag 15. [OK]-knop Druk hierop om de instellingen te bevestigen of om naar het volgende niveau in de menustructuur te gaan. 16. [Escape]-knop Druk hierop om de laatste bewerking te annuleren of om het vorige niveau van de menustructuur af te sluiten. 17.
  • Pagina 31 Overzicht van alle apparaatonderdelen • Als het apparaat een taak verwerkt, kunt u het menu voor het configureren van het apparaat niet laten weergeven. U kunt de status van het apparaat bevestigen door de berichten op het scherm te controleren. Als u berichten ziet als "Afdrukken...", "Z/W kopiëren...", "Kleur kopiëren..." of "Verwerken...", dient u te wachten tot de huidige taak is voltooid.
  • Pagina 32 1. Snel aan de slag Het apparaat installeren Waar moet ik het apparaat plaatsen? Let op waar u het apparaat plaatst, want de omgevingsomstandigheden kunnen de prestaties van het apparaat heel erg beïnvloeden. • Gebruik geen brandbare sprays of oplosmiddelen in de buurt van dit apparaat. Plaats deze items ook niet in de buurt van dit apparaat.
  • Pagina 33 Het apparaat installeren • Stel het apparaat niet bloot aan zoutige (zee)lucht en bijtende gassen. Plaats het apparaat ook niet in ruimtes waar chemische reacties plaatsvinden (zoals in laboratoria, etc.). Doet u dit wel, dan zal het apparaat niet naar behoren werken en mogelijk defect raken. Benodigde ruimte De aanbevolen (minimaal vereiste) ruimte is: 24 cm...
  • Pagina 34 1. Snel aan de slag Ruimten waarin de printer niet geplaatst moet worden • Ruimten die worden blootgesteld aan direct zonlicht of sterk licht • Stoffige ruimten • Ruimten met agressieve gassen • Zeer koude, warme of vochtige ruimten • Ruimten die blootgesteld zijn aan luchtstromen (warm, koud of kamertemperatuur) afkomstig uit airconditioners •...
  • Pagina 35 Opties installeren Opties installeren Dit hoofdstuk bevat meer informatie over het installeren van opties. De papierinvoereenheid bevestigen • Het aanraken van de punten van de stekker met een metalen voorwerp kan resulteren in brand en/of elektrische schokken. • Het is gevaarlijk om de stekker van het netsnoer vast te pakken met natte handen. Als u het wel aanraakt, kunt u een elektrische schok krijgen.
  • Pagina 36 1. Snel aan de slag Controleer of het pakket de papierinvoereenheid bevat. DAC047 Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Verwijder het plakband van de optionele papierinvoereenheid. DAC048 Til het apparaat op aan de handgrepen aan beide zijden van het apparaat. DAC020...
  • Pagina 37 Opties installeren Er bevinden zich drie staande pennen op de optionele papierinvoereenheid. Plaats deze in de openingen aan de onderzijde van het apparaat en laat het apparaat voorzichtig zakken. DAC049 Druk na het installeren van de optionele papierinvoereenheid de configuratiepagina af om de configuratie van het apparaat te controleren.
  • Pagina 38 1. Snel aan de slag De bedieningstoepassingen In dit hoofdstuk worden de bedieningstoepassingen van dit apparaat uitgelegd. Bedieningspaneel Het bedieningspaneel bevat een scherm en toetsen om het apparaat mee te bedienen. Met behulp van het bedieningspaneel kunt u de verschillende instellingen van het apparaat configureren. Voor meer informatie over het gebruik van het bedieningspaneel, zie Pag.
  • Pagina 39 Begininstellingen maken Begininstellingen maken Eerste setup Als u het apparaat voor de eerste keer aanzet, zal er een menu worden weergegeven op het display waarin u de instellingen die hieronder staan, kunt configureren. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de eerste setup kunt voltooien.
  • Pagina 40 1. Snel aan de slag die u stuurt, weergegeven. Voor meer informatie over [Faxkoptekst afdr.], zie Pag. 212 "Instellingen van de eigenschappen voor het versturen van faxen". Bewerkingsmodi wijzigen U kunt schakelen tussen de kopieer-, scan- en faxmodi door op de relevante knoppen te drukken. Druk op de [Kopieerapparaat]-, [Scanner]- of [Fax]-knop om naar iedere modus te schakelen.
  • Pagina 41 Begininstellingen maken Huidige taak Soorten taken die tegelijkertijd uitgevoerd kunnen worden • Faxgeheugen verzenden • Geheugenfax ontvangen Kopiëren • Internetfax ontvangen (zonder afdrukken) • LAN-faxtaak ontvangen van een computer • LAN-fax verzenden • Faxgeheugen verzenden • Fax direct afdrukken • Geheugenfax ontvangen •...
  • Pagina 42 1. Snel aan de slag Huidige taak Soorten taken die tegelijkertijd uitgevoerd kunnen worden • Kopiëren • Scannen • Fax naar het apparaatgeheugen scannen voor verzending Faxgeheugen verzenden (een • Internetfax verzenden fax versturen die al is opgeslagen in het •...
  • Pagina 43 Begininstellingen maken Huidige taak Soorten taken die tegelijkertijd uitgevoerd kunnen worden • Scannen • Fax naar het apparaatgeheugen scannen voor verzending • Fax direct verzenden Een ontvangen fax afdrukken • Faxgeheugen verzenden die in het apparaatgeheugen • Internetfax verzenden is opgeslagen •...
  • Pagina 44 1. Snel aan de slag Huidige taak Soorten taken die tegelijkertijd uitgevoerd kunnen worden • Scannen (behalve scannen naar USB) • Fax naar het apparaatgeheugen scannen voor verzending • Fax direct verzenden • Faxgeheugen verzenden PictBridge-afdrukken • Internetfax verzenden • Internetfax ontvangen (zonder afdrukken) •...
  • Pagina 45 Begininstellingen maken *1 Afdrukopdrachten worden mogelijk geannuleerd als [Gradatie:] is ingesteld op [Standaard] of [Fijn] (PCL- printerstuurprogramma), of als u afdrukt vanuit het PostScript 3-printerstuurprogramma. *6 Het afdrukken van een fax kan langer dan normaal duren als u tegelijkertijd scant via het bedieningspaneel, vooral als er meerdere pagina's worden gescand via de glasplaat.
  • Pagina 46 1. Snel aan de slag • U kunt een wachtwoord voor toegang tot het menu [Beheerdertoepassingen] opgeven in [Vergr. beh.toepass]. Een instelling toewijzen met behulp van Web Image Monitor • Deze instelling wordt alleen weergegeven als het beheerderwachtwoord is ingesteld op de [Beheerder]-pagina.
  • Pagina 47 Netwerkinstellingen configureren Netwerkinstellingen configureren In dit onderdeel wordt beschreven hoe de vereiste instellingen dienen te worden geconfigureerd als u het apparaat op een netwerk wilt gebruiken. De IP-adresinstellingen configureren De stappen om de netwerkinstellingen te configureren variëren afhankelijk van of het IP-adres automatisch door het netwerk (DHCP) wordt toegewezen of dat dit handmatig gebeurt.
  • Pagina 48 1. Snel aan de slag Druk op [ ] of [ ] om [Netwerkinstellingen] weer te geven. Druk vervolgens op de [OK]- knop. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, voer het wachtwoord dan met de cijfertoetsen in en druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op [ ] of [ ] om [IPv4-configuratie] te selecteren.
  • Pagina 49 Netwerkinstellingen configureren Druk op [ ] of [ ] om [DHCP] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op [ ] of [ ] om [Inactief] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op [ ] of [ ] om [IP-adres] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Het huidige IPv4-adres wordt weergegeven.
  • Pagina 50 1. Snel aan de slag Druk op de knop [Gebruikersinstellingen]. DAC509 Druk op [ ] of [ ] om [Netwerkinstellingen] weer te geven. Druk vervolgens op de [OK]- knop. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, voer het wachtwoord dan met de cijfertoetsen in en druk vervolgens op de [OK]-knop.
  • Pagina 51 Netwerkinstellingen configureren Druk op de knop [Gebruikersinstellingen]. DAC509 Druk op [ ] of [ ] om [Netwerkinstellingen] weer te geven. Druk vervolgens op de [OK]- knop. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, voer het wachtwoord dan met de cijfertoetsen in en druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op [ ] of [ ] om [IPv6-configuratie] te selecteren.
  • Pagina 52 1. Snel aan de slag De printer op een netwerk delen In dit gedeelte vindt u informatie over hoe u dit apparaat configureert als Windows-netwerkprinter. De netwerkprinterinstelling kan geconfigureerd worden, zodat netwerkclients het apparaat kunnen gebruiken. • Om de printereigenschappen te wijzigen, hebt u rechten nodig voor Printerbeheer. Meld u aan als beheerder.
  • Pagina 53 Netwerkinstellingen configureren Draadloze LAN-installatie In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de instellingen van draadloos LAN via het bedieningspaneel handmatig configureert. Zie de handleiding voor WiFi-instellingen voor het eenvoudig instellen met behulp van WPS (Wi-Fi Protected Setup). • Als [Inactief] is opgegeven voor de instelling [Wi-Fi], dan kunt u de [Install.wizard] niet gebruiken. Selecteer eerst [Actief] voor de instelling [Wi-Fi].
  • Pagina 54 1. Snel aan de slag Druk op [ ] of [ ] om de verificatiemethode te selecteren. Druk vervolgens op [Volgende]. Selecteer dezelfde methode als die door de router of het toegangspunt wordt gebruikt. Als u [WPA2-PSK] of [Gem. modus WPA2/WPA] geselecteerd hebt, ga dan verder met stap 11. Druk op [ ] of [ ] om de coderingsmethode te selecteren.
  • Pagina 55 Netwerkinstellingen configureren Druk op [ ] of [ ] om [Install.wizard] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op [ ] of [ ] om [Ad-hoc] te selecteren. Druk vervolgens op [Volgende]. Druk op [ ] of [ ] om een communicatiekanaal te selecteren. Druk vervolgens op [Volgende].
  • Pagina 56 1. Snel aan de slag Apparaatfuncties beperken voor gebruikers U kunt instellen dat er een gebruikerscode moet worden ingevoerd als iemand bepaalde apparaatfuncties wil gebruiken. Om deze instelling in te schakelen, dient u eerst het apparaat te configureren via Web Image Monitor. •...
  • Pagina 57 Apparaatfuncties beperken voor gebruikers Selecteer onder "Beschikbare functies" [Beperken] voor de functies die u wilt beperken. Klik vervolgens op [Toepassen]. Selecteer [Niet beperken] voor de functies die u niet wilt beperken. De instelling gebruikersbeperking wordt ingeschakeld voor de geselecteerde functie. Ga verder met de volgende stappen om gebruikers te registreren.
  • Pagina 58 1. Snel aan de slag Selecteer de functies die u beschikbaar wilt maken voor de gebruiker als hij/zij zich verifieert. Niet geselecteerde functies worden niet beschikbaar voor gebruikers die onder deze gebruikerscode worden geverifieerd. Klik op [Toepassen]. Sluit de internetbrowser. •...
  • Pagina 59 Apparaatfuncties beperken voor gebruikers Klik op [Beschikbare functies per gebr.]. Er wordt een overzicht weergegeven van gebruikers die nu geregistreerd zijn. Selecteer de gebruiker die u wilt verwijderen en klik vervolgens op [Verwijderen]. Bevestig dat u de geselecteerde gebruiker wilt verwijderen. Klik op [Toepassen].
  • Pagina 60 1. Snel aan de slag Als apparaatfuncties zijn beperkt Bepaalde functies kunnen alleen door bevoegde gebruikers gebruikt worden. Afhankelijk van welke gebruikersfuncties beperkt zijn, zullen gebruikers worden geverifieerd via het bedieningspaneel van het apparaat of in het stuurprogramma van de printer/LAN-fax. •...
  • Pagina 61 Als apparaatfuncties zijn beperkt Druk op de [OK]-knop. Verificatie via het printer- of LAN-faxstuurprogramma Open het bestand dat u wilt afdrukken op uw computer. Klik in het menu [Bestand] op [Afdrukken...]. Selecteer onder [Printer selecteren] de naam van dit apparaat en klik vervolgens op [Voorkeuren].
  • Pagina 62 1. Snel aan de slag...
  • Pagina 63 2. Papier plaatsen Ondersteund papier Lade 1 Type Formaat Gewicht Capaciteit Dun papier 60 tot 160 g/m Normaal papier B5 JIS (16 tot 43 lb.) (80 g/m , 20 lb.) Middeldik papier Dik papier 1, 2 B6 JIS Gerecycled papier Gekleurd papier Legal (8 ×...
  • Pagina 64 2. Papier plaatsen Lade 2 (optie) Type Formaat Gewicht Capaciteit Dun papier 60 tot 105 g/m Normaal papier Letter (8 × 11 inch) (16 tot 28 lb.) (80 g/m , 20 lb.) Middeldik papier Dik papier 1 Gerecycled papier Gekleurd papier Voorbedrukt papier Geperforeerd papier Briefpapier...
  • Pagina 65 Ondersteund papier Handinvoer Type Formaat Gewicht Capaciteit Dun papier 60 tot 160 g/m Normaal papier B5 JIS (16 tot 43 lb.) Middeldik papier Dik papier 1, 2 B6 JIS Gerecycled papier Gekleurd papier Legal (8 × 14 inch) Geperforeerd papier Letter (8 ×...
  • Pagina 66 2. Papier plaatsen Specificaties van papiertypes De volgende tabellen beschrijven de soorten papier die voor dit apparaat gebruikt kunnen worden. • Afhankelijk van de papiersoort kan het even duren voordat de toner droog is. Controleer of de afdrukken goed droog zijn voordat u ze vastpakt. Anders kan de toner uitlopen. •...
  • Pagina 67 Ondersteund papier Item Beschrijving Ondersteunde Lade 1 en handinvoer papierlade Formaat Geen dubbelzijdig ondersteunt Opmerkingen Het aantal vellen dat afgedrukt kan worden per minuut is ongeveer de helft van dat van medium dik papier. Dun papier Item Beschrijving Papierdikte 60 tot 65g/m2 (16 tot 17 lb.) Ondersteunde Kan gebruikt worden met alle papierlades.
  • Pagina 68 2. Papier plaatsen Item Beschrijving Formaat A4, B5 JIS, Legal (8 × 14 inch), Letter (8 × 11 inch), Executive dubbelzijdig × 10 inches), 8 × 13, 8 × 13, Folio (8 × 13 inch), 16K ondersteunt (195 × 267 mm) Opmerkingen Als de papierdikte buiten het aangegeven bereik valt, selecteert u [Dun papier], [Normaal papier], [Dik papier 1] of [Dik papier 2].
  • Pagina 69 Ondersteund papier Item Beschrijving Ondersteunde Kan gebruikt worden met alle papierlades. papierlade Formaat A4, B5 JIS, Legal (8 × 14 inch), Letter (8 × 11 inch), Executive dubbelzijdig × 10 inches), 8 × 13, 8 × 13, Folio (8 × 13 inch), 16K ondersteunt (195 ×...
  • Pagina 70 2. Papier plaatsen Karton Item Beschrijving Papierdikte 106 tot 160 g/m (28 tot 43 lb.) Ondersteunde Lade 1 en handinvoer papierlade Formaat Geen dubbelzijdig ondersteunt Opmerkingen • Het aantal vellen dat afgedrukt kan worden binnen één minuut is ongeveer de helft van dat van medium dik papier. •...
  • Pagina 71 Ondersteund papier Opmerkingen • Vermijd het gebruik van zelfklevende enveloppen. Deze kunnen storingen aan het apparaat veroorzaken. • Het aantal enveloppen dat afgedrukt kan worden per minuut is ongeveer de helft van dat van medium dik papier. • Het papier kan alleen geplaatst worden tot aan de onderste limietmarkering van de twee limietmarkeringen in de lade.
  • Pagina 72 2. Papier plaatsen • Zorg er bij het loswaaieren van enveloppen voor dat ze niet aan elkaar plakken. Als ze tegen elkaar aan plakken, haal ze dan los. • Zorg er bij het waaieren van enveloppen voor dat de flappen niet aan elkaar plakken. Als ze tegen elkaar aan plakken, haal ze dan los.
  • Pagina 73 Niet aanbevolen papiertypen Niet aanbevolen papiertypen Gebruik de volgende papiertypen niet: • Papier voor inkjetprinters • Gegolfd, gevouwen of gekreukeld papier • Opgekruld of verdraaid papier • Gescheurd papier • Gekreukt papier • Vochtig papier • Vuil of beschadigd papier •...
  • Pagina 74 2. Papier plaatsen Afdrukgebied De volgende illustratie laat het gedeelte van het papier zien waarop het apparaat kan adrukken. Papier DAC571 1. Afdrukgebied 2. Invoerrichting 3. Ongeveer 4,2 mm (0,2 inch) 4. Ongeveer 4,2 mm (0,2 inch) Envelop DAC577 1. Afdrukgebied 2.
  • Pagina 75 Afdrukgebied • Afdrukken zonder marges wordt niet ondersteund. • Het afdrukgebied kan variëren, afhankelijk van papierformaat, printertaal en printerinstellingen. • Voor het beter adrukken van enveloppen raden wij u aan de rechter-, linker-, boven- en ondermarges minimaal op 15 mm (0,6 inch) in te stellen. Kopieerfunctie DAC580 1.
  • Pagina 76 2. Papier plaatsen Faxfunctie DAC580 1. Afdrukgebied 2. Invoerrichting 3. Ongeveer 4,2 mm (0,2 inch) 4. Ongeveer 2 mm (0.08 inch) • Het afdrukgebied kan variëren afhankelijk van het papierformaat.
  • Pagina 77 Papier plaatsen Papier plaatsen Papier plaatsen in lade 1 en 2 In het volgende voorbeeld wordt uitgelegd hoe u papier in de standaard papierlade (lade 1) plaatst. Dezelfde procedure geldt voor het plaatsen van papier in lade 2. • Voordat u op ander papier dan enveloppen afdrukt, moet u de hendels aan de achterkant van het apparaat, binnenin het achterpaneel, omhoog trekken.
  • Pagina 78 2. Papier plaatsen Knijp in de klem van de zijgeleider en schuif deze tot het gewenste papierformaat. DAC051 Zet bij het plaatsen van een aangepast papierformaat de papiergeleider iets breder dan het werkelijke formaat. Knijp in de eindgeleider en schuif deze naar binnen tot deze overeenkomt met het papierformaat.
  • Pagina 79 Papier plaatsen Schuif de geleiders naar binnen totdat ze vlak tegen de zijkant van het papier staan. Zorg dat het papier niet hoger wordt gestapeld dan de markering op de zijgeleiders. Als u lade 2 gebruikt, zorg er dan voor dat u het papier niet hoger stapelt dan de hoogste markering aan de binnenkant van de lade.
  • Pagina 80 2. Papier plaatsen Verwijder de achterklep met een munt. DAC032 Trek lade 1 er voorzichtig met beide handen uit. Plaats de lade op een vlak oppervlak. Duw de metalen plaat naar beneden totdat deze vastklikt. DAC050 Knijp het verlengstuk in de richting 'PUSH' in en trek het verlengstuk er dan uit tot hij klikt. DAC055 Zorg er na het verlengen voor dat de pijlen op het verlengstuk en de lade met elkaar overeenkomen.
  • Pagina 81 Papier plaatsen DAC056 Volg stap 3 t/m 7 in 'Papier in lade 1 en 2 plaatsen'. • Om het verlengstuk opnieuw te plaatsen, moet u het met enige kracht erin duwen. Papier in de handinvoer plaatsen • Voordat u op ander papier dan enveloppen afdrukt, moet u de hendels aan de achterkant van het apparaat, binnenin het achterpaneel, omhoog trekken.
  • Pagina 82 2. Papier plaatsen Stel de zijgeleiders af op het papierformaat. DAC066 Ondersteun het papier met uw handen en voer het voorzichtig in totdat het stopt. DAC065 Enveloppen plaatsen • Zorg dat u voor het bedrukken van enveloppen de hendels van de fuseereenheid achter de achterklep laat zakken om te voorkomen dat de enveloppen verkreukeld naar buiten komen.
  • Pagina 83 Papier plaatsen • In een warme en vochtige omgeving kunnen enveloppen verkreukeld of onjuist bedrukt uit de printer komen. De hendels van de fuseereenheid laten zakken Trek de hendel van het voorpaneel naar voren en laat het voorpaneel dan voorzichtig zakken.
  • Pagina 84 2. Papier plaatsen Zie voor meer informatie over het plaatsen van een envelop Pag. 75 "Papier plaatsen in lade 1 en 2" en Pag. 79 "Papier in de handinvoer plaatsen". Let erop dat u geen enveloppen kunt plaatsen in lade 2. •...
  • Pagina 85 Papier plaatsen Het papierformaat en -type opgeven via het bedieningspaneel In dit onderdeel wordt uitgelegd hoe u het papierformaat en -type kunt opgeven met het bedieningspaneel. • De instelling voor het papiertype en -formaat kan ook worden ingesteld met behulp van het printerstuurprogramma.
  • Pagina 86 2. Papier plaatsen Druk op [ ] of [ ] om de gewenste papiersoort te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op de [Gebruikersinstellingen]-knop om terug te keren naar het beginscherm. De standaardpapiergrootte opgeven Dit onderdeel beschrijft hoe u het standaard papierformaat opgeeft. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].
  • Pagina 87 Papier plaatsen Druk op de knop [Gebruikersinstellingen]. DAC509 Druk op [ ] of [ ] om [Papierlade-instellingen] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op [ ] of [ ] om de instelling voor het papierformaat voor de gewenste lade te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop.
  • Pagina 88 2. Papier plaatsen Originelen plaatsen Dit onderdeel geeft uitleg over de soorten originelen die u kunt instellen en hoe u originelen moet plaatsen. Originelen Dit onderdeel geeft uitleg over de soorten originelen die u kunt plaatsen en welke delen van een origineel scan-/kopieerbaar zijn.
  • Pagina 89 Originelen plaatsen • Originelen met perforatielijnen • Originelen met duimgrepen, etiketten en uitstekende delen • Klevende originelen zoals kalkpapier • Dunne, zeer buigzame originelen • Dikke originelen zoals briefkaarten • Gebonden originelen zoals boeken • Transparante originelen zoals transparanten of kalkpapier •...
  • Pagina 90 2. Papier plaatsen In de kopieermodus In scanmodus In faxmodus Rechts 3 mm (0,1 inch) 0 mm (0 inch) 1 mm (0.05 inch) (Letter, legal) 0 mm (0 inch) (andere formaten) Links 3 mm (0,1 inch) 0 mm (0 inch) 1 mm (0.05 inch) (Letter, legal) 0 mm (0 inch) (andere...
  • Pagina 91 Originelen plaatsen Laat de ADF zakken. Druk de ADF met uw handen omlaag als u dik, gevouwen of ingebonden originelen gebruikt en de ADF niet geheel dicht kan. Originelen in de automatische documentinvoer plaatsen Bij gebruik van de ADF kunt u meerdere pagina's tegelijkertijd scannen. •...
  • Pagina 92 2. Papier plaatsen • Als u originelen plaatst die langer zijn dan A4-/Letter-formaat, dient u de verlengstukken van de ADF-lade uit te trekken.
  • Pagina 93 3. Documenten afdrukken Basisbewerking In deze paragraaf wordt de algemene afdrukprocedure uitgelegd. Open het dialoogvenster [Printereigenschappen] in de toepassing van uw document. Voor meer informatie over de instellingsitems klikt u op [Help]. U kunt op de informatiepictogrammen klikken voor informatie over de configuratie. Configureer de benodigde instellingen en klik op [OK].
  • Pagina 94 3. Documenten afdrukken Een afdruktaak annuleren voordat het afdrukken is gestart Windows Dubbelklik op het printerpictogram in de taakbalk van uw computer. Selecteer de afdruktaak die u wilt annuleren en klik vervolgens op [Annuleren] in het menu [Document]. Mac OS X Selecteer in het Apple-menu [System Preferences...].
  • Pagina 95 Als papier niet overeenkomt Als papier niet overeenkomt Er wordt een fout gerapporteerd als: • Het papierformaat of -type komt niet overeen met de instellingen van de taak als [Invoerlade:] is ingesteld op [Autom. ladekeuze]. Er zijn twee manieren om deze foutmeldingen op te lossen: Doorgaan met afdrukken met gebruik van papier dat niet overeenkomt Gebruik de functie paginadoorvoer om de fout te negeren en ga verder met afdrukken met papier dat niet overeenkomt.
  • Pagina 96 3. Documenten afdrukken Vertrouwelijke documenten afdrukken Met de functie Beveiligde afdruktaak kunt u afdruktaken beveiligen met een wachtwoord. Dit betekent dat uw taak alleen wordt afgedrukt nadat u het wachtwoord invoert via het bedieningspaneel van het apparaat. Deze functie voorkomt dat onbevoegde gebruikers gevoelige documenten kunnen inzien die op het apparaat liggen.
  • Pagina 97 Vertrouwelijke documenten afdrukken • Het apparaat kan maximaal 5 taken of 5 MB aan data voor beveiligde afdrukbestanden opslaan. • Zelfs als het apparaat niet meer beveiligde afdrukbestanden kan opslaan, bewaart het apparaat een beveiligd afdrukbestand voor de periode die is ingegeven in [Beveiligde afdruktaak] onder Systeeminstellingen voordat de taak wordt geannuleerd.
  • Pagina 98 3. Documenten afdrukken Voer het wachtwoord met de cijfertoetsen in en druk dan op de [OK]-knop. Het beveiligde afdrukbestand wordt afgedrukt. • Om naar het menu te gaan om de instellingen van het apparaat te wijzigen, drukt u op de [Scanner]- of [Fax]-knop en vervolgens op de [Gebruikersinstellingen]-knop.
  • Pagina 99 Vertrouwelijke documenten afdrukken Druk op [ ] of [ ] om het bestand te selecteren dat u wilt verwijderen en druk vervolgens op de [OK]-knop. Beveiligde afdruktaak Identificeer het beveiligde afdrukbestand door te kijken naar zijn tijdstempel en user ID. Druk op [Verwijderen].
  • Pagina 100 3. Documenten afdrukken Als het bericht Beveiligd afdrukbestand wordt weergegeven, druk dan op de [Gebruikersinstellingen]-knop. Druk op [ ] of [ ] om bestanden te vinden met een naam die begint met "!". Het teken "!" geeft aan dat de taak is geannuleerd. Beveiligde afdruktaak Identificeer het beveiligde afdrukbestand door te kijken naar zijn tijdstempel en user ID.
  • Pagina 101 Rechtstreeks vanaf een digitale camera afdrukken (PictBridge) Rechtstreeks vanaf een digitale camera afdrukken (PictBridge) Wat is PictBridge? U kunt een digitale camera die geschikt is voor PictBridge met een USB-kabel aansluiten op dit apparaat. Hiermee kunt u rechtstreeks digitale foto's afdrukken via de digitale camera. •...
  • Pagina 102 3. Documenten afdrukken Open het klepje van de USB-ingang, sluit de USB-kabel aan en sluit vervolgens het andere einde van de kabel aan op uw digitale camera. DAC030 Als het apparaat de digitale camera herkent als een PictBridge-apparaat, ziet u eerst "Verbinden met PictBridge..."...
  • Pagina 103 Rechtstreeks vanaf een digitale camera afdrukken (PictBridge) • De parameters van de instellingen en hun namen kunnen verschillen, afhankelijk van de digitale camera. Raadpleeg de handleiding van uw digitale camera voor meer informatie. PictBridge afsluiten Volg de onderstaande procedure om de PictBridge-modus af te sluiten. •...
  • Pagina 104 3. Documenten afdrukken Probleem Oorzaak Oplossing Wanneer twee of meer digitale U hebt meerdere digitale Verbind slechts één digitale camera's worden aangesloten, camera's aangesloten. camera. worden de tweede en volgende Sluit niet meerdere camera's camera's niet herkend. aan. Kan niet afdrukken. Het opgegeven aantal De maximale aantal dat u in afdrukken overschrijdt het...
  • Pagina 105 De verschillende afdrukfuncties gebruiken De verschillende afdrukfuncties gebruiken In dit onderdeel worden de verschillende afdrukfuncties kort beschreven die u kunt configureren met het printerstuurprogramma waarmee u de gewenste afdrukken kunt maken. Afdrukkwaliteitfuncties Afdrukkwaliteit en kleurschakeringen kunnen worden aangepast om bij de afdrukgegevens te passen. Een aantal van de afdrukkwaliteitinstellingen die u kunt configureren, staat hieronder.
  • Pagina 106 3. Documenten afdrukken Afbeeldingen in grijze kleuren afdrukken met zwart of CMYK U kunt zwarte of grijze delen van een afbeelding afdrukken met alleen zwarte toner in plaats van alle CMYK-toners. Vergeleken met het afdrukken van zwart met CMYK-toner, zal dit leiden tot een zwarte kleur die voller en puurder is.
  • Pagina 107 De verschillende afdrukfuncties gebruiken Op beide zijden van papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken) U kunt het papier aan beide zijden afdrukken. Het document verkleinen of vergroten U kunt documenten met een bepaalde verhouding verkleinen of vergroten, van 25% tot 400% in stappen van 1%.
  • Pagina 108 3. Documenten afdrukken...
  • Pagina 109 4. Originelen kopiëren Het kopieerapparaatscherm In dit onderdeel wordt informatie gegeven over het scherm als het apparaat in de kopieermodus staat. Het display geeft standaard het kopieerscherm weer als het apparaat wordt ingeschakeld. Als het scanner- of faxscherm op het display wordt weergegeven, kunt u door op de [Kopieerapparaat]-knop op het bedieningspaneel te drukken naar het kopieerscherm gaan.
  • Pagina 110 4. Originelen kopiëren Basisbewerking • Het origineel in de ADF gaat voor het origineel op de glasplaat als u originelen zowel in de ADF als op de glasplaat plaatst. Druk op de [Kopieerapparaat]-knop. DAC505 Plaats het origineel op de glasplaat of in de ADF. Voor het correct plaatsen van het origineel, zie Pag.
  • Pagina 111 Basisbewerking • U kunt de papierlade voor de huidige taak wijzigen door op [ ] of [ ] te drukken. Als lade 2 geïnstalleerd is, kunt u selecteren om de papierlade automatisch te wijzigen aan de hand van het papierformaat (A4 of Letter). •...
  • Pagina 112 4. Originelen kopiëren Druk op de [Kopieerapparaat]-knop. DAC505 Druk op de [Wis/Stop]-knop. DAC517...
  • Pagina 113 Vergrote of verkleinde kopieën maken Vergrote of verkleinde kopieën maken Er zijn twee manieren om de schaalverhouding in te stellen: gebruik een vooraf opgegeven verhouding of geef handmatig een aangepaste verhouding op. Vooraf ingestelde verhouding DAC578 (voornamelijk in Europa en Azië) 50%, 71%, 82%, 93%, 122%, 141%, 200%, 400% (voornamelijk in Noord-Amerika) 50%, 65%, 78%, 93%, 129%, 155%, 200%, 400%...
  • Pagina 114 4. Originelen kopiëren Verkleinen/vergroten opgeven Druk op de [Verkleinen/Vergroten]-knop. DAC512 Druk op [Verkl.], [Vergrot.] of [Zoom]. Druk voor [Verkl.] of [Vergrot.] op [ ], [ ], [ ] of [ ] om de gewenste verhouding te selecteren. Voor [Zoom] geeft u de gewenste verhouding op met de cijfertoetsen. Druk op de [OK]-knop.
  • Pagina 115 Enkelzijdige originelen kopiëren met dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken Enkelzijdige originelen kopiëren met dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u meerdere pagina's (twee of vier pagina's) combineert en afdrukt op een of twee zijden van het papier. •...
  • Pagina 116 4. Originelen kopiëren Origineel Kopie NL CMF250 • 1-z 4orig->Cmb 4op1 1z Origineel Kopie Links naar rechts Boven naar onder Links naar rechts Boven naar onder NL CMF251 Gecombineerde kopie aan beide zijden In deze modus wordt een origineel dat uit meerdere pagina's bestaat, gecombineerd en op beide zijden van het papier afgedrukt.
  • Pagina 117 Enkelzijdige originelen kopiëren met dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken Origineel Kopie Boven naar boven Boven naar onder Boven naar boven Boven naar onder CMF254 • 1-z 8orig->Cmb 4op1 2z Origineel Kopie Links naar rechts, Links naar rechts, Boven naar boven Boven naar onder Boven naar onder, Boven naar onder, Boven naar boven...
  • Pagina 118 4. Originelen kopiëren Origineel Kopie Links naar rechts, Links naar rechts, Boven naar boven Boven naar onder Boven naar onder, Boven naar onder, Boven naar boven Boven naar onder NL CMF257 Dubbelzijdig kopiëren: 2-zijd. orig->2-zijd. kopie In deze modus worden enkelzijdige pagina's op de voor- en achterkant van het het papier afgedrukt zonder te worden gecombineerd.
  • Pagina 119 Enkelzijdige originelen kopiëren met dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken Druk op [ ] of [ ] om de gewenste modus te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]- knop. Druk op [ ] of [ ] om de papierrichting en paginavolgorde te selecteren en druk dan op de [OK]-knop.
  • Pagina 120 4. Originelen kopiëren Dubbelzijdige originelen kopiëren met dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken (handmatig dubbelzijdig kopiëren) In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u dubbelzijdige kopiëen kunt maken van dubbelzijdige originelen, of twee originele pagina's kunt afdrukken op één vel, of vier originele pagina's kunt afdrukken op één vel met twee pagina's per zijde.
  • Pagina 121 Dubbelzijdige originelen kopiëren met dubbelzijdig en gecombineerd afdrukken (handmatig dubbelzijdig kopiëren) 2-zijd. orig->2-zijd. kopie Hiermee worden dubbelzijdige kopiëen van dubbelzijdige originelen gemaakt. 2-z 2orig->Cmb 2op1 2z Kopieert beide zijden van één dubbelzijdig origineel naar één zijde van het vel, en beide zijden van een ander tweezijdig origineel naar de andere zijde van het vel.
  • Pagina 122 4. Originelen kopiëren Handmatig dubbelzijdig kopiëren met de glasplaat • Als u oneven pagina's afdrukt met behulp van [Handm. modus 2-zijd scannen], dan kunt u de laatste pagina niet afdrukken. Druk in dit geval de laatste pagina af met [Dup/Comb] ingesteld op [Uit].
  • Pagina 123 Beide zijden van een identiteitsbewijs op één zijde kopiëren Beide zijden van een identiteitsbewijs op één zijde kopiëren In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u de voor- en achterkant van een identificatiebewijs of ander klein document kunt kopiëren op één zijde van een vel papier. •...
  • Pagina 124 4. Originelen kopiëren Als u wilt dat de knop [ID-kaart kopiëren] de modus ID-kaart kopiëren inschakelt voor de huidige taak, moet [Shortcut naar functie] onder Beheerderstoepassingen ingesteld zijn op [ID-kaart kopiëren]. Als ID-kaart kopiëren niet verschijnt nadat u de knop [ID-kaart kopiëren] hebt ingedrukt, stelt u [Shortcut naar functie] in op [ID-kaart kopiëren].
  • Pagina 125 Beide zijden van een identiteitsbewijs op één zijde kopiëren • Als de modus van het apparaat wordt veranderd. • Als het apparaat wordt uitgeschakeld. • Als de standaardinstelling van het apparaat voor dezelfde instelling wordt gewijzigd.
  • Pagina 126 4. Originelen kopiëren De scaninstellingen opgeven In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u de afbeeldingsbelichting en scankwaliteit voor de huidige taak kunt instellen. Instelling van de afbeeldingsdichtheid Er zijn vijf afbeeldingsbelichtingsniveaus. Hoe hoger het belichtingsniveau, hoe donkerder de afdruk. Druk op de [Belichting]-knop. DAC511 Druk op [ ] of [ ] om het gewenste belichtingsniveau te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop.
  • Pagina 127 De scaninstellingen opgeven Gemngd Selecteer deze als het origineel zowel tekst als foto's of afbeeldingen bevat. Tekst Selecteer deze als het origineel alleen tekst bevat en geen foto's of afbeeldingen. Foto Selecteer deze als het origineel alleen foto's of afbeeldingen bevat. Gebruik deze modus voor de volgende origineeltypen: •...
  • Pagina 128 4. Originelen kopiëren • Als de standaardinstelling van het apparaat voor dezelfde instelling wordt gewijzigd.
  • Pagina 129 5. Originelen scannen Het scannerscherm In dit onderdeel wordt informatie gegeven over het scherm in de scanmodus. Het display geeft standaard het kopieerscherm weer als het apparaat wordt ingeschakeld. Als het kopieer- of faxscherm op het display worden weergegeven, druk dan op de [Scanner]-knop op het bedieningspaneel om naar het scanscherm over te gaan.
  • Pagina 130 5. Originelen scannen • De standaardmodus van het apparaat als hij wordt aangezet, kan worden opgegeven bij [Functieprioriteit] onder [Beheerderstoepassingen]. Voor meer informatie over [Functieprioriteit], zie Pag. 240 "Beheerdersinstellingen".
  • Pagina 131 Scanbestemmingen registreren Scanbestemmingen registreren In deze paragraaf wordt besproken hoe u bestemmingsmappen in het adresboek kunt registreren. Om gescande bestanden naar een e-mailadres (Scannen naar e-mail), FTP-server (Scannen naar FTP) of een gedeelde map op een netwerkcomputer (Scannen naar map) te sturen, dient u de bestemming eerst te registreren in het adresboek via Web Image Monitor.
  • Pagina 132 5. Originelen scannen Instellingen voor scannen naar e-mail Item Instelling Beschrijving Selecteer deze als u de bestemming als Snelkeuzenummer Optioneel snelkeuzesbestemming wilt invoeren. Naam van de bestemming. De naam die hier wordt opgegeven wordt op het scherm weergegeven als er Naam Vereist een scanbestemming wordt geselecteerd.
  • Pagina 133 Scanbestemmingen registreren Item Instelling Beschrijving Bestandformaat van het gescande bestand als er in zwart-wit wordt gescand. PDF of TIFF kan worden Bestandsformaat (zwart-wit) Vereist geselecteerd. Beide formaten ondersteunen meerdere pagina's in een document. Selecteer het scanformaat voor het origineel uit de volgende formaten: A5, B5, A4, Executive, Half Letter, Letter, Legal of aangepast formaat.
  • Pagina 134 5. Originelen scannen Item Instelling Beschrijving Naam van de bestemming. De naam die hier wordt opgegeven wordt op het scherm weergegeven als er Naam Vereist een scanbestemming wordt geselecteerd. Kan tot 16 tekens bevatten. Naam of IP-adres van de FTP-server. Kan tot 64 tekens Hostnaam of IP-adres Vereist bevatten.
  • Pagina 135 Scanbestemmingen registreren Item Instelling Beschrijving Geef de afbeeldingsbelichting op door op de rechter- of linkertoetsen te drukken. Met deze toetsen kunt u de Belichting Optioneel afbeelding lichter of donkerder maken, met een maximum van 5. Er wordt een verbindingstest uitgevoerd om te Verbindingstest controleren of de opgegeven FTP-server bestaat.
  • Pagina 136 5. Originelen scannen Item Instelling Beschrijving Als de bestemmingscomputer lid is van een Active Domein Optioneel Directory-domein, geef die domeinnaam dan op. Kan tot 15 tekens bevatten. Gebruikersnaam voor aanmelden op de Log-in gebruikersnaam Optioneel bestemmingscomputer. Kan tot 32 tekens bevatten. Wachtwoord voor aanmelden op de Log-in wachtwoord Optioneel...
  • Pagina 137 Scanbestemmingen registreren Item Instelling Beschrijving Er wordt een verbindingstest uitgevoerd om te Verbindingstest controleren of de opgegeven gedeelde map bestaat. • Om bestanden via e-mail, SMTP en DNS te versturen, dienen de instellingen juist te worden geconfigureerd. Voor meer informatie over SMTP- en DNS-instellingen, zie Pag. 271 "Tabblad DNS"...
  • Pagina 138 5. Originelen scannen • U kunt een snelkeuzebestemming loskoppelen van een sneltoets via de pagina [Snelkeuzebestemming]. Selecteer daarvoor de gewenste invoer, klik op [Verwijderen] en klik vervolgens nogmaals op [Toepassen] op de bevestigingspagina. • Het apparaat zal u een mededeling sturen als de bestemming die u wilt bewerken, is ingesteld als doorstuurbestemming van ontvangen faxen.
  • Pagina 139 Basisbewerking Basisbewerking Als u vanaf het bedieningspaneel scant, kunt u gescande bestanden via e-mail (Scannen naar e-mail) versturen naar een FTP-server (Scannen naar FTP), de gedeelde map van een computer op een netwerk of naar een netwerk (Scannen naar map) of naar een verwisselbaar geheugenapparaat (Scannen naar USB).
  • Pagina 140 5. Originelen scannen Druk op de knop [Adresboek]. U kunt ook de [ID-kaart kopiëren]-knop gebruiken als [Shortcut naar functie] onder de Beheerdersinstellingen is ingesteld op [Scanbestemm. selecteren]. Druk op de toets om naar het menu scannerbestemmingsselectie te gaan. Voor meer informatie over [Shortcut naar functie], zie Pag.
  • Pagina 141 Basisbewerking • Om het scannen te annuleren drukt u op de [Scanner]-knop en vervolgens op de [Wis/Stop]- knop. De scanbestanden worden genegeerd. • U kunt ook een bestemming opgeven via de sneltoetsen onder de [Pauze/Herhalen]-knop. Voor meer informatie, zie Pag. 139 "De scanbestemming opgeven met de sneltoesten of de [Pauze/ Herhaal]-knop".
  • Pagina 142 5. Originelen scannen DAC516 De [Pauze/Herhaal]-knop gebruiken Druk op de [Pauze/Herhaal]-knop om de laatst gebruikte bestemming te selecteren. DAC515 • Als u een scanbestemming opgeeft, zullen de scaninstellingen van het apparaat automatisch worden gewijzigd aan de hand van de informatie die voor die bestemming in het Adresboek wordt geregistreerd.
  • Pagina 143 Basisbewerking • Het origineel in de ADF gaat voor het origineel op de glasplaat als u originelen zowel in de ADF als op de glasplaat plaatst. • Dit apparaat ondersteunt geen gebruik van USB-geheugenkaarten die zijn aangesloten op externe USB-hubs. Plaats uw USB-geheugenkaart direct in de USB-geheugenkaartpoort in de linkerbovenhoek van het apparaat.
  • Pagina 144 5. Originelen scannen Druk op de [Zwart-wit]- of op [Kleur]-knop. DAC519 Om in zwart-wit te scannen drukt u op de [Zwart-wit]-knop. Om in kleur te scannen drukt u op de [Kleur]-knop. Afhankelijk van de instelling van het apparaat, zult u het volgende scherm op het display zien. •...
  • Pagina 145 Basisbewerking Als alle originelen gescand zijn, drukt u op [Nee] om te beginnen met het versturen van het gescande bestand. Controleer of "Gereed" op het display wordt weergegeven. Het gescande bestand is aangemaakt in de root directory van de USB-geheugenkaart. Verwijder de USB-geheugenkaart uit het apparaat.
  • Pagina 146 5. Originelen scannen De scaninstellingen opgeven In dit onderdeel wordt beschreven hoe u het scanformaat, de afbeeldingsbelichting en de resolutie voor de huidige taak kunt instellen. Als er een scanbestemming is opgegeven Als u een scanbestemming opgeeft, zullen de scaninstellingen van het apparaat automatisch worden gewijzigd aan de hand van de informatie die voor die bestemming in het Adresboek wordt geregistreerd.
  • Pagina 147 De scaninstellingen opgeven Voer de breedte met de cijfertoetsen in en druk dan op de [OK]-knop. Om een komma in te voeren, drukt u op [ ]. Voer de lengte met de cijfertoetsen in en druk vervolgens op de [OK]-knop. Om een komma in te voeren, drukt u op [ ].
  • Pagina 148 5. Originelen scannen • U kunt de standaardinstelling [Dichtheid] van het apparaat zo instellen dat alle scans worden gemaakt met een bepaald belichtingsniveau. Voor meer informatie, zie Pag. 210 "Instellingen scannereigenschappen". • Tijdelijke taakinstellingen worden in de volgende gevallen gewist: •...
  • Pagina 149 De scaninstellingen opgeven • Als er geen informatie wordt ingevoerd in de tijd die is opgegeven bij [Automatische reset systeem] terwijl het beginscherm wordt weergegeven. Voor meer informatie, zie Pag. 240 "Beheerdersinstellingen". • Als er op de [Wis/Stop]-knop wordt gedrukt terwijl het beginscherm wordt weergegeven. •...
  • Pagina 150 5. Originelen scannen Vanaf een computer scannen Met scannen vanaf een computer die via het netwerk of USB verbinding heeft (TWAIN-scannen en WIA-scannen) kunt u het apparaat bedienen vanaf uw computer en originelen rechtstreeks naar uw computer scannen. Basisbewerking voor TWAIN-scannen In dit onderdeel vindt u meer informatie over de basishandelingen voor TWAIN-scannen.
  • Pagina 151 Vanaf een computer scannen Instellingen die u in het TWAIN-dialoogvenster kunt configureren: DAC525 1. Scanner: Selecteer de scanner die u wilt gebruiken. De scanner die u selecteert, wordt de standaardscanner. Klik op [Verversen] om alle beschikbare scanners te zien die via USB of op het netwerk zijn aangesloten. 2.
  • Pagina 152 5. Originelen scannen [ADF - Grijs] [Aangepast...] 4. Modus: Kies uit kleur, grijswaarden of zwart-wit. 5. Resolutie: Selecteer een resolutie in de lijst. Als u [Voorkeur...] selecteert, voer dan rechtstreeks een resolutiewaarde in het bewerkingsvenster in. Let op dat met het verhogen van de resolutie ook de grootte van het bestand en de scantijd oploopt.
  • Pagina 153 6. Een fax verzenden en ontvangen Faxapparaatscherm In dit onderdeel staat informatie over het scherm in de faxmodus. Het display geeft standaard het kopieerscherm weer als het apparaat wordt ingeschakeld. Als het kopieer- of scannerscherm op het display wordt weergegeven, druk dan op de [Fax]-knop op het bedieningspaneel om naar het faxscherm te gaan.
  • Pagina 154 6. Een fax verzenden en ontvangen • Hoe de tijd en datum worden weergegeven, kan worden aangepast in [Datum/tijd instellen] onder [Beheerderstoepassingen]. Voor meer informatie over het instellen van de datum en tijd, zie Pag. 153 "De datum en tijd instellen". •...
  • Pagina 155 De datum en tijd instellen De datum en tijd instellen Druk op de knop [Gebruikersinstellingen]. DAC509 Druk op de toets [ ] of [ ] om [Beheerderstoepassingen] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, voer het wachtwoord dan met de cijfertoetsen in en druk vervolgens op de [OK]-knop.
  • Pagina 156 6. Een fax verzenden en ontvangen • U kunt een wachtwoord voor toegang tot het menu [Beheerdertoepassingen] opgeven in [Vergr. beh.toepass]. Voor meer informatie over [Vergr. beh.toepass], zie Pag. 240 "Beheerdersinstellingen".
  • Pagina 157 Tekens invoeren Tekens invoeren Als u tekens wilt invoeren, gebruikt u de volgende toetsen: Een cijfer invoeren Druk op een cijfertoets. Een teken verwijderen Druk op [ ]. Een faxnummer invoeren • Een getal invoeren Gebruik de cijfertoetsen. • Andere tekens dan cijfers invoeren "...
  • Pagina 158 6. Een fax verzenden en ontvangen • Als het cijfer dat u hebt ingevoerd te groot of te klein is voor de instelling, wordt dit niet geaccepteerd. Als u op de [OK]-knop drukt, zal het apparaat het aantal verlagen of verhogen naar de minimale of maximale waarde voor de instelling.
  • Pagina 159 Faxbestemmingen registreren Faxbestemmingen registreren In dit onderdeel wordt beschreven hoe u faxbestemmingen kunt registreren in het Adresboek met behulp van het bedieningspaneel of Web Image Monitor. In het adresboek kunt u faxbestemmingen snel en eenvoudig specificeren. • De gegevens in het Adresboek kunnen beschadigd zijn of onverwacht verloren gaan. De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die optreedt als gevolg van dergelijk verlies van gegevens.
  • Pagina 160 6. Een fax verzenden en ontvangen Druk op [ ] of [ ] om [Snelkiesbestemming] of [Verkort kiesbestemming fax] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op [ ] of [ ] om [Nr. :] te selecteren. Voer vervolgens met de cijfertoetsen het gewenste snelkiesnummer in (1 tot 20) of het verkorte kiesnummer (1 tot 200).
  • Pagina 161 Faxbestemmingen registreren Faxbestemmingen wijzigen of verwijderen Druk op de knop [Gebruikersinstellingen]. DAC509 Druk op [ ] of [ ] om [Adresboek] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, voer het wachtwoord dan met de cijfertoetsen in en druk vervolgens op de [OK]-knop.
  • Pagina 162 6. Een fax verzenden en ontvangen Klik op [Snelkeuzebestemming] of [Verkorte faxkiesnummer-bestemming]. Selecteer [Fax] in de lijst [Bestemmingstype]. Selecteer [Snelkeuzenummer] of [Verkort kiesnummer] en selecteer vervolgens het registratienummer in de lijst. Registreer informatie indien nodig. Voer indien nodig het beheerderswachtwoord in. Klik op [Toepassen].
  • Pagina 163 Faxbestemmingen registreren • Een faxnummer mag uit de volgende tekens bestaan: 0 tot en met 9, "P" (pauze), " ", " ", "-" en spatie. • Voer indien nodig een pauze in het faxnummer in. Het apparaat pauzeert kort voordat het de cijfers na de pauze kiest.
  • Pagina 164 6. Een fax verzenden en ontvangen De verzending wordt uitgeschakeld als het faxnummer dat ter bevestiging wordt ingevoerd niet overeenkomt met het eerste faxnummer. Deze functie helpt voorkomen dat gebruikers per ongeluk faxberichten naar de verkeerde bestemming versturen. • Deze functie is alleen beschikbaar wanneer er een beheerderswachtwoord is opgegeven. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].
  • Pagina 165 Een fax versturen Een fax versturen • Het is raadzaam de ontvanger te bellen en af te spreken wanneer belangrijke documenten worden verzonden. Verzendingsmodus selecteren Er zijn twee manieren van verzenden: Geheugenverzending en Directe verzending. Geheugenverzending In deze modus zal het apparaat verschillende originelen naar het geheugen scannen en ze daarna tegelijkertijd versturen.
  • Pagina 166 6. Een fax verzenden en ontvangen Druk op [ ] of [ ] om [Uit], [Aan] of [Uitsluitend volgende fax] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Voor geheugenverzending selecteert u [Uit]. Voor directe verzending selecteert u [Aan] of [Uitsluitend volgende fax]. Druk op de [Gebruikersinstellingen]-knop om terug te keren naar het beginscherm.
  • Pagina 167 Een fax versturen Basisbewerking voor het versturen van een fax • Het origineel in de ADF gaat voor het origineel op de glasplaat als u originelen zowel in de ADF als op de glasplaat plaatst. Druk op de [Fax]-knop. DAC506 Plaats het origineel op de glasplaat of in de ADF.
  • Pagina 168 6. Een fax verzenden en ontvangen Druk op de [Zwart-wit]-knop. DAC518 • Afhankelijk van de apparaatinstellingen, wordt u mogelijk gevraagd om het faxnummer opnieuw in te voeren als u het faxnummer handmatig hebt ingevoerd. Voer in dit geval het nummer binnen 60 seconden in. Als de faxnummers niet overeenkomen, gaat u terug naar stap 3.
  • Pagina 169 Een fax versturen • Als het apparaat in Geheugenverzendingmodus staat, kunt u [Autom. opnieuw proberen] onder de instellingen voor het versturen van faxen instellen zodat het apparaat automatisch de bestemming opnieuw kiest als de lijn bezet is of als er een fout optreedt tijdens de verzending. Voor meer informatie over [Autom.
  • Pagina 170 6. Een fax verzenden en ontvangen Een verzending annuleren terwijl het origineel wordt gescand Volg deze procedure om het scannen of verzenden van het origineel te annuleren terwijl het wordt gescand. Druk op de [Wis/Stop]-knop. DAC517 Een verzending annuleren nadat het origineel is gescand (terwijl een verzending bezig is) Gebruik deze procedure als u een bestand dat wordt verzonden, wilt verwijderen nadat het origineel is gescand.
  • Pagina 171 Een fax versturen • Als u het versturen van een fax annuleert als de fax naar meerdere bestemmingen tegelijk wordt gestuurd (broadcast), wordt alleen de fax naar de huidige bestemming geannuleerd. De fax wordt naar de opeenvolgende bestemmingen gestuurd. Voor meer informatie over het verzenden van een fax met de broadcastfunctie, zie Pag.
  • Pagina 172 6. Een fax verzenden en ontvangen De faxbestemming opgeven U kunt het faxnummer van de bestemming invoeren met de cijfertoetsen of bestemmingen opgeven via de volgende functies: • Snelkiestoetsen • Verkort kiezen • Broadcast-functie • Opnieuw kiezen-functie • Als u wilt voorkomen dat documenten worden verstuurd naar de verkeerde bestemming, kunt u het apparaat zo instellen dat gebruikers de bestemming twee keer moeten invoeren, of dat de ingevoerde bestemming voorafgaand aan de verzending wordt getoond.
  • Pagina 173 Een fax versturen DAC516 • U kunt de geregistreerde namen en faxnummers nakijken door een overzicht af te drukken. Voor meer informatie over het afdrukken van het overzicht met snelkeuzebestemmingen, zie Pag. 230 "Lijsten/rapporten afdrukken". De bestemming opgeven met verkorte kiesbestemming Druk op de [Fax]-knop.
  • Pagina 174 6. Een fax verzenden en ontvangen Druk op de [OK]-knop. Als u wilt zoeken naar een bepaalde registratie via een registratienummer of naam, gebruik dan de volgende stappen: • Zoeken op registratienummer Druk nogmaals op de [Adresboek]-knop en voer het nummer in met de cijfertoetsen. •...
  • Pagina 175 Een fax versturen • Om een verkorte kiesbestemming toe te voegen drukt u op de [Adresboek]-knop, selecteer vervolgens een bestemming en druk op de [OK]-knop. • Om een handmatig opgegeven bestemming toe te voegen controleert u of [Nr.toets] is ingedrukt en vervolgens voert u het faxnummer van de bestemming in met de cijfertoetsen. Druk op de [OK]-knop.
  • Pagina 176 6. Een fax verzenden en ontvangen Druk op de [Pauze/Herhaal]-knop. DAC515 • Om het verzenden van een fax te annuleren, drukt u op de [Wis/Stop]-knop. Handige verstuurfuncties U kunt de status van het apparaat van de ontvanger eenvoudig controleren via de functie 'Op de haak' voordat u een fax stuurt.
  • Pagina 177 Een fax versturen Druk op de [Fax]-knop. DAC506 Druk op de [Direct kiezen]-knop. DAC514 "Op de haak" wordt op het scherm weergegeven. Geef de bestemming op met de cijfertoetsen. Als u een hoge toon hoort, druk dan op de [Zwart-wit]-knop. DAC518 Druk op [TX] en druk vervolgens op de [Zwart-wit]-knop.
  • Pagina 178 6. Een fax verzenden en ontvangen • Voor meer informatie over [Bevestiging faxnummer], zie Pag. 240 "Beheerdersinstellingen". Een fax versturen na een gesprek Met een externe telefoon kunt u een fax versturen nadat u uw gesprek hebt beëindigd zonder de verbinding te verbreken en opnieuw te moeten kiezen.
  • Pagina 179 Een fax versturen De scaninstellingen opgeven De afbeeldingsbelichting aanpassen In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de afbeeldingsbelichting voor de huidige taak aanpast. Er zijn drie afbeeldingsbelichtingsniveaus. Hoe donkerder het belichtingsniveau, hoe donkerder de afdruk. Druk op de [Belichting]-knop. DAC511 Druk op [ ] of [ ] om het gewenste belichtingsniveau te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop.
  • Pagina 180 6. Een fax verzenden en ontvangen Standaard Selecteer deze als het origineel een afgedrukt document of een document met drukletters met tekens van normale afmetingen. Detail Selecteer deze als het origineel een document is met kleine opdruk. Foto Selecteer deze als het origineel afbeeldingen bevat zoals foto's of gearceerde tekeningen. Druk op de [Afbeeldingskwaliteit]-knop.
  • Pagina 181 De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax) De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax) In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de faxfunctie van het apparaat kunt gebruiken op een computer. U kunt een document rechtstreeks vanaf een computer via dit apparaat naar een ander faxapparaat sturen, zonder het document te hoeven afdrukken.
  • Pagina 182 6. Een fax verzenden en ontvangen Voor het bijvoegen van een voorblad klikt u op [Voorblad bewerken] op het tabblad [Geef de bestemming op] en vinkt u het vakje [Een voorblad bijvoegen] aan. Bewerk het voorblad indien nodig en klik vervolgens op [OK]. Voor meer informatie over het bewerken van een faxvoorblad raadpleegt u Pag.
  • Pagina 183 De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax) Dubbelklik op het printerpictogram in de taakbalk van uw computer. Selecteer de afdruktaak die u wilt annuleren en klik vervolgens op [Annuleren] in het menu [Document]. Annuleren tijdens het versturen van een fax Annuleer de fax via het bedieningspaneel.
  • Pagina 184 6. Een fax verzenden en ontvangen Klik op het tabblad [Installatie]. Configureer de instellingen indien nodig en klik op [OK]. Zie de Help-functie van het LAN-faxstuurprogramma voor meer informatie over de instellingen. Het adresboek van LAN-fax configureren In dit onderdeel wordt het LAN-fax-adresboek beschreven. Configureer het LAN-fax-adresboek op de computer.
  • Pagina 185 De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax) bevatten. Om het dialoogvenster te sluiten zonder de oorspronkelijke bestemming aan te passen, klikt u op [Annuleren]. Groepen registreren Open het LAN-fax adresboek en klik op [Groep toevoegen]. Voer de groepsnaam in in het veld [Groepsnaam]. Selecteer de bestemming die u in de groep wilt opnemen uit de [Lijst Gebruiker:] en klik vervolgens op [Toev.].
  • Pagina 186 6. Een fax verzenden en ontvangen • Een bestemming wordt automatisch verwijderd uit een groep als die bestemming uit het LAN-fax adresboek is verwijderd. Als u de laatste bestemming van een groep verwijdert, wordt er een bericht weergegeven die u vraagt om het verwijderen te bevestigen. Klik op [OK] als u de groep wilt verwijderen.
  • Pagina 187 De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax) • CSV-bestanden worden geëxporteerd met Unicode-codering. • Gegevens in het LAN-fax adresboek kunnen uit CSV-bestanden worden geïmporteerd mits de codering Unicode of ASCII is. • Groepsgegevens kunnen niet geëxporteerd of geïmporteerd worden. • Er kunnen maximaal 1000 bestemmingen in het LAN-fax adresboek geregistreerd worden. Als deze grens tijdens het importeren wordt overschreden, zullen de overgebleven bestemmingen niet worden geïmporteerd.
  • Pagina 188 6. Een fax verzenden en ontvangen Een fax ontvangen • Als u een belangrijke fax ontvangt, is het raadzaam om de ontvangst te bevestigen aan de afzender. • Wanneer er te weinig vrije geheugenruimte is, kan het apparaat geen faxdocumenten meer ontvangen.
  • Pagina 189 Een fax ontvangen Druk op de knop [Gebruikersinstellingen]. DAC509 Druk op [ ] of [ ] om [Faxeigenschappen] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]- knop. Druk op [ ] of [ ] om [Ontvangstinstellingen] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]- knop.
  • Pagina 190 6. Een fax verzenden en ontvangen • U kunt het aantal keren dat het apparaat moet wachten voordat een telefoontje beantwoord wordt, wijzigen in de instelling [Aant keer bellen] onder [Faxeigenschappen]. Voor meer informatie over [Aant keer bellen], zie Pag. 214 "Instellingen van faxeigenschappen". •...
  • Pagina 191 Een fax ontvangen Een fax ontvangen in FAX/TAD-modus Wanneer de ontvangstmodus ingesteld is op FAX/TAD, beantwoordt en registreert het antwoordapparaat van de externe lijn berichten wanneer het apparaat telefoonoproepen ontvangt. Als de ontvangen oproep een faxoproep is, ontvangt het apparaat de fax automatisch. Als er een inkomend gesprek is, gaat de externe telefoon over.
  • Pagina 192 6. Een fax verzenden en ontvangen Automatische ontvangst Als [Automatisch POP] onder de internetfaxinstellingen van Web Image Monitor ingeschakeld is, zal het apparaat regelmatig verbinding maken met de POP3-server, zoals is aangegeven in [POP- interval (minuten)] om op nieuwe e-mails te controleren. Het apparaat zal ze downloaden als ze er zijn.
  • Pagina 193 Een fax ontvangen Stel "Automatische POP" in op [Actief] of [Inactief]. [Actief]: Automatische ontvangst [Inactief]: Handmatige ontvangst Klik op [OK]. Sluit de internetbrowser. Voor meer informatie over Web Image Monitor, zie Pag. 245 "Web Image Monitor gebruiken". • Als het ophalen van e-mail niet lukt en [Foutmeldingse-mail] onder de internetfaxinstellingen van Web Image Monitor ingeschakeld is, zal er een e-mail met een foutmelding worden gestuurd naar de oorspronkelijke afzender.
  • Pagina 194 6. Een fax verzenden en ontvangen Doorzenden [Doorgestuur [Doorgestuur Resultaat d bestand d bestand afdr.] afdr.] Mislukt N.v.t. Het apparaat drukt een foutmelding af dat het doorsturen niet is gelukt en verwijdert de fax uit het geheugen. Mislukt Het apparaat drukt een foutmelding af dat het doorsturen niet is gelukt, drukt de fax af en verwijdert de fax uit het geheugen.
  • Pagina 195 Een fax ontvangen Druk op [ ] of [ ] om [Ontvangstinstellingen] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]- knop. Druk op [ ] of [ ] om [Ontv. bestanden instelling] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op [ ] of [ ] om [Doorsturen] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Om e-mailmeldingen te verzenden nadat faxen doorgestuurd zijn, gaat u verder met stap 6.
  • Pagina 196 6. Een fax verzenden en ontvangen Druk op [ ] of [ ] om [Ontvangen bestand afdr.] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op [ ] of [ ] om [Aan] of [Uit] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. •...
  • Pagina 197 Een fax ontvangen Druk op [ ] of [ ] om [Afdrukken] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op [ ] of [ ] om [Ontvangen bestand afdr.] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op [ ] of [ ] om [Aan] of [Uit] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. •...
  • Pagina 198 6. Een fax verzenden en ontvangen Druk op de [Fax]-knop. DAC506 Druk op [RX-best.]. Druk op [ ] of [ ] om [Aan] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Het apparaat drukt de opgeslagen fax af en verwijdert deze uit het geheugen. •...
  • Pagina 199 Een fax ontvangen Speciale afzenders registreren In dit gedeelte wordt beschreven hoe u speciale afzenders registreert. Er kunnen maximaal 30 speciale afzenders worden geregistreerd. Open de internetbrowser en verkrijg toegang tot het apparaat door het IP-adres in te vullen. Klik op [Speciale afz.]. Selecteer [Speciale afz.] in de lijst [Bestemmingstype].
  • Pagina 200 6. Een fax verzenden en ontvangen Open de internetbrowser en verkrijg toegang tot het apparaat door het IP-adres in te vullen. Klik op [Systeeminstellingen]. Klik op het tabblad [Fax]. Klik op [Actief] voor [Geverifieerde ontvangst]. Klik op [Speciale afz.] of [Anders dan speciale afz.] voor [Voorwaarden voor ontvangst]. •...
  • Pagina 201 Lijsten/rapporten met betrekking tot de faxfunctie Lijsten/rapporten met betrekking tot de faxfunctie De lijsten en rapporten met betrekking tot de faxfunctie zijn: • Configuratiepagina Hiermee wordt algemene informatie en de huidige configuratie van het apparaat afgedrukt. • Faxjournaal Hiermee wordt een journaal van faxverzending en -ontvangst van de laatste 50 taken afgedrukt. •...
  • Pagina 202 6. Een fax verzenden en ontvangen...
  • Pagina 203 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Basisbewerking U kunt op twee manieren toegang krijgen tot de apparaatinstellingen: • Druk op de knop [Gebruikersinstellingen] voor toegang tot de systeem- en netwerkinstellingen. • Druk op [ ] of [ ] om de kopieer-, scan- of faxinstellingen te openen. Om te controleren tot welke categorie de functie behoort die u wilt configureren, raadpleegt u Pag.
  • Pagina 204 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Druk op [ ] of [ ] om de instellingen die u wilt gebruiken te selecteren. Als u het menu [Adresboek], [Netwerkinstellingen] of [Beheerderstoepassingen] selecteert, kan u om een wachtwoord worden gevraagd. Voer het viercijferige wachtwoord in en druk op de [OK]- knop.
  • Pagina 205 Menuoverzicht Menuoverzicht In dit onderdeel worden de parameters van elk menu genoemd. Voor meer informatie over het configureren van het apparaat met Web Image Monitor, zie Pag. 245 "Het apparaat configureren met Web Image Monitor". • Sommige items kunnen ontbreken vanwege het modeltype of de configuratie van het apparaat. •...
  • Pagina 206 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Beheerderstoepassingen (instelling [Gebruikersinstellingen]-knop) [Datum/tijd instellen], [Faxinformatie programmeren], [Kies-/pulstoon], [PSTN / PBX], [PBX- toegangsnummer], [Functieprioriteit], [Automatische reset systeem], [Energiespaarstandmodus], [Taal], [Land], [Instellingen terugzetten], [Shortcut naar functie], [PCL6-modus], [Vergr.beheerderstoepass.], [IPsec], [Bevestiging faxnummer], [Scan op USB opslaan] Printereigenschappen (instelling [Gebr.tools]) [Lijst-/proefafd], [Systeem], [PCL Menu], [PS Menu]...
  • Pagina 207 Instellingen voor kopieereigenschappen Instellingen voor kopieereigenschappen Papier selecteren Geef hier het papierformaat op dat gebruikt moet worden voor het kopiëren. Als er een lade geselecteerd is, gebruikt het apparaat alleen die lade voor afdrukken. Als er een papierformaat geselecteerd is, drukt het apparaat af vanuit de laden die het papier van het opgegeven formaat bevat, met uitzondering van de handinvoer.
  • Pagina 208 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel • Pagina's die geheel of hoofdzakelijk uit foto's of afbeeldingen bestaan, zoals pagina's in tijdschriften. Belichting Geeft de afbeeldingsbelichting op voor fotokopiëren. Verhoog het niveau (zwarte vierkantjes) om de dichtheid te verhogen. Standaardinstelling: De standaardinstelling is het midden van 5 instellingsniveaus. Verkleinen/vergroten Geeft het percentage aan waarmee kopieën vergroot of verkleind worden.
  • Pagina 209 Instellingen voor kopieereigenschappen • Staand • Liggend • 1-z 4orig->Cmb 4op1 1z De kopie wordt op 1 zijde gemaakt en hierop worden 4 pagina's van een enkelzijdig origineel afgedrukt. • Staand: L naar R • Staand: B naar O • Liggend: L naar R •...
  • Pagina 210 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel • Staand: B naar B • Staand: B naar O • Liggend: B naar B • Liggend: B naar O • 2-z 2Orig->Comb 4op1 1z Hiermee worden twee dubbelzijdige originelen op één zijde van een vel papier gekopieerd. •...
  • Pagina 211 Instellingen voor kopieereigenschappen • Handm. modus 2-zijd scannen Selecteer deze modus om dubbelzijdige kopieën te maken via de glasplaat. Scaninst. vr Z/W kopie Hier kunt u de afbeeldingskwaliteit voor zwart-wit afdrukken opgeven. De scansnelheid bij [Fijn] is trager dan wanneer u [Standaard] gebruikt. Standaardinstelling: [Standaard] •...
  • Pagina 212 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Instellingen scannereigenschappen Scanformaat Geeft het scanformaat op volgens het formaat van het origineel. Standaardinstelling: (voornamelijk Europa en Azië) [A4] (voornamelijk Noord-Amerika) [8 1/2 × 11] • 8 1/2 × 14, 8 1/2 × 11, 8 1/2 × 5 1/2, 7 1/4 × 10 1/2, A4, B5, A5, Ang.fr Z/W-scanmodus Geeft de scanmodus voor het scannen van zwart-wit aan via het bedieningspaneel.
  • Pagina 213 Instellingen scannereigenschappen • 200 × 200dpi • 300 × 300dpi • 400 × 400dpi • 600 × 600dpi Compressie (kleur) U kunt hier de verhouding voor kleurcompressie opgeven voor JPEG-bestanden. Hoe lager de compressieverhouding, hoe hoger de kwaliteit en hoe groter het bestand. Standaardinstelling: [Medium] •...
  • Pagina 214 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Instellingen van de eigenschappen voor het versturen van faxen Directe TX Hiermee stelt u het apparaat zo in dat er direct een fax wordt verstuurd als het origineel is gescand. Standaardinstelling: [Uit] • Uit Selecteer deze optie als u geheugenverzending gebruikt.
  • Pagina 215 Instellingen van de eigenschappen voor het versturen van faxen Standaardinstelling: 3 seconden • 1 tot 15 seconden Automatisch opnieuw proberen Stelt het apparaat zo in dat de faxbestemming automatisch opnieuw wordt gekozen wanneer de lijn bezet is of er een verzendingsfout optreedt, mits het apparaat in de Geheugenverzendingsmodus staat.
  • Pagina 216 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Instellingen van faxeigenschappen Ontvangstinstellingen Hier staan de instellingen voor het ontvangen van een fax. • Ontvangstmodus omschakelen Hier kunt u de ontvangstmodus opgeven. Standaardinstelling: [Alleen fax] • Alleen fax Het apparaat beantwoordt automatisch alle binnenkomende oproepen in de faxontvangstmodus.
  • Pagina 217 Instellingen van faxeigenschappen Geeft aan hoe lang het apparaat de faxbeltoon probeert te detecteren in de modus Fax/tel (automatisch). Standaardinstelling: 15 seconden • 5 tot 99 seconden, in stappen van 1 seconde • Geverifieerde ontvangst Hiermee zal het apparaat alleen faxen ontvangen (of afwijzen) van geregistreerde speciale afzenders.
  • Pagina 218 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Standaardinstelling: [Aan] • Aan De ontvangen faxen automatisch afdrukken en uit het geheugen wissen. Het apparaat drukt de ontvangen faxen af en wist ze binnen de opgegeven tijd uit het geheugen. • Uit De ontvangen faxen in het geheugen opslaan om later handmatig te worden afgedrukt.
  • Pagina 219 Instellingen van faxeigenschappen Als lade 2 niet geïnstalleerd is, wordt alleen [Lade 1] weergegeven. Standaardinstelling: [Automatisch] • Automatisch Het apparaat gebruikt lade 1 en 2 als ze papier van hetzelfde formaat bevatten. In dit geval begint het apparaat af te drukken vanuit de lade die als voorkeurslade is opgegeven in [Papierladeprioriteit] onder Papierlade-instellingen.
  • Pagina 220 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel • Kiestoondetectie Stelt het apparaat zo in dat er een kiestoon wordt gedetecteerd voordat het apparaat de bestemming automatisch begint te kiezen. Standaardinstelling: [Detecteren] • Detecteren • Niet detecteren • Verzendsnelheid Hiermee geeft u de verzendingssnelheid op voor de faxmodem. Standaardinstelling: [33.6 Kbps] •...
  • Pagina 221 Instellingen van faxeigenschappen Hiermee drukt het apparaat automatisch een verzendingsrapport af nadat een fax is verzonden. Als het apparaat in Directe verzendingsmodus staat, zal de afbeelding van het origineel niet op het rapport worden gereproduceerd, zelfs als [Alleen fout (afb. bijgev.)] of [Elke TX (afb. bijgevoegd)] is geselecteerd.
  • Pagina 222 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Instellingen voor het adresboek Snelkiesbestemming Hier kunt u het faxnummer en de naam voor de snelkiesbestemmingen opgeven. U kunt maximaal 20 snelkiesbestemmingen registreren. • Nr. Hier geeft u het snelkiesnummer op. • Faxnr. Hier geeft u het faxnummer voor de betreffende snelkiesbestemming op.
  • Pagina 223 Systeeminstellingen Systeeminstellingen Volume aanpassen Hier kunt u het volume van de geluiden die het apparaat produceert opgeven. Standaardinstelling: [Laag] voor [Paneeltoets toon] en [Medium] voor andere parameters. • Paneeltoets toon Hiermee specificeert u het volume van het piepgeluid dat wordt gegeven als er op een toets wordt gedrukt.
  • Pagina 224 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Hiermee specificeert u het volume van de pieptoon die het apparaat produceert als er een faxontvangstfout optreedt. • Uit • Laag • Midden • Hoog • Alarmvolume Hiermee specificeert u het volume van het alarmgeluid dat het apparaat produceert als er een bewerkingsfout optreedt.
  • Pagina 225 Systeeminstellingen Geeft aan hoeveel seconden de printer een beveiligd afdrukbestand vasthoudt als het apparaat geen beveiligde afdrukbestanden kan opslaan. In deze periode kunt u het nieuwe beveiligde afdrukbestand afdrukken of verwijderen. U kunt een bestaand beveiligd afdrukbestand ook afdrukken of verwijderen zodat het nieuwe beveiligde afdrukbestand op het apparaat kan worden opgeslagen.
  • Pagina 226 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel • Uit • Aan Toner besparen Hiermee wordt het apparaat ingesteld om een kleinere hoeveelheid toner te gebruiken bij het afdrukken (uitsluitend voor afdrukken die met de kopieerfunctie gemaakt worden). Standaardinstelling: [Uit] • Uit •...
  • Pagina 227 Systeeminstellingen Houd er rekening mee dat de standaard waarde voor deze instelling niet hersteld wordt door [Alle instell. terugzetten] onder [Beheerderstoepassingen] of [Menu-instellingen terugzetten] onder [Beheerderstoepassingen] van Web Image Monitor uit te voeren. Standaardinstelling: [Uit] • Uit • Niv. 1: Zwak Selecteer deze modus als afdrukken wazig zijn.
  • Pagina 228 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Melding: Toner bijna op Geeft de periode op waarna een bericht wordt gegeven dat de toner bijna op is. Houd er rekening mee dat de standaard waarde voor deze instelling niet hersteld wordt door [Alle instell.
  • Pagina 229 Instellingen papierlade Instellingen papierlade • Papierformaat: lade 1 Bepaalt het papierformaat voor lade 1. Standaardinstelling: (voornamelijk Europa en Azië) [A4], (voornamelijk Noord-Amerika) [8 1/2 × 11] • A4, B5 JIS, A5, B6 JIS, A6, 8 1/2 × 14, 8 1/2 × 11, 5 1/2 × 8 1/2, 7 1/4 × 10 1/2, 8 × 13, 8 1/2 ×...
  • Pagina 230 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel • Papiertype: Handinvoer Bepaalt de papiersoort voor de handinvoer. Standaardinstelling: [Normaal papier] • Dun papier, Normaal papier, Middeldik papier, Dik papier 1, Gerecycled papier, Gekleurd papier, Briefpapier, Geperforeerd papier, Etikettenpapier, Bankpost, Karton, Envelop, Dik papier 2 •...
  • Pagina 231 Instellingen papierlade Het apparaat drukt afdruktaken met een aangepast formaat af aan de hand van de instellingen in het printerstuurprogramma en afdruktaken met een standaardformaat aan de hand van de apparaatinstellingen. Voor afdruktaken met een aangepast formaat, gaat het afdrukken verder zelfs als de instellingen van het apparaat en het printerstuurprogramma voor het papierformaat/-type niet overeenkomen.
  • Pagina 232 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Lijsten/rapporten afdrukken De configuratiepagina afdrukken Druk op de knop [Gebruikersinstellingen]. DAC509 Druk op [ ] of [ ] om [Lijst/rap. afdrukken] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]- knop. Druk op [ ] of [ ] om [Configuratiepagina] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]- knop.
  • Pagina 233 Lijsten/rapporten afdrukken Faxbest.lijst verk. kiezen Hiermee wordt een lijst met ingevoerde verkorte kiesnummers afgedrukt. • Sorteren op verkort kiesnr. Hiermee wordt een lijst met records gesorteerd op het registratienummer van de verkorte kiesbestemmingen. • Sorteren op naam Hiermee wordt de lijst afgedrukt met de records gesorteerd op naam. Bestemmingslijst scanner Hiermee wordt een lijst van de scanbestemmingen afgedrukt.
  • Pagina 234 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Instellingen voor printereigenschappen Lijst-/proefafd Drukt lijsten af met de configuraties van het apparaat. De lijsten worden afgedrukt op A4- of Letter-formaat door de lade te gebruiken die is ingesteld voor [Printer] onder [Papierladeprioriteit] in Papierlade-instellingen. •...
  • Pagina 235 Instellingen voor printereigenschappen • A4, B5 JIS, A5, B6 JIS, A6, 8 1/2 × 14, 8 1/2 × 11, 5 1/2 × 8 1/2, 7 1/4 × 10 1/2, 8 × 13, 8 1/2 × 13, 8 1/4 × 13, 16K, 4 1/8 × 9 1/2, 3 7/8 ×...
  • Pagina 236 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Selecteer hier de invoerrichting van de pagina. Standaardinstelling: [Staand] • Staand • Liggend • Regels per pagina Stelt het aantal regels per pagina in tussen 5 en 128. Standaardinstelling: (voornamelijk Europa en Azië) 64, (voornamelijk Noord-Amerika) 60 •...
  • Pagina 237 Instellingen voor printereigenschappen Stelt het apparaat in zodat de breedte van het afdrukgebied op A4-papier groter wordt en het verkleint de marge aan de zijkant. Standaardinstelling: [Uit] • Aan • Uit • Van CR naar LF Stelt het apparaat in zodat er een CR-code aan elke LF-code wordt toegevoegd zodat tekstgegevens duidelijk worden afgedrukt.
  • Pagina 238 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Netwerkinstellingen • Mogelijk moet u uw apparaat, afhankelijk van de instellingen die u wijzigt, opnieuw opstarten. Ethernet • MAC-adres Toont het MAC-adres van het apparaat. • Ethernetsnelheid Toont de huidige ethernetsnelheidinstelling. • 100Mbps Full Duplex •...
  • Pagina 239 Netwerkinstellingen Hiermee wordt de huidige status van de verbinding aangegeven. • MAC-adres Toont het MAC-adres van het apparaat. • Huidige verbinding Hiermee worden details over de verbinding weergegeven, zoals de SSID en de sterkte van het draadloze signaal. • Installatiewizard Hiermee wordt de procedure weergegeven voor het maken van een handmatige verbinding met draadloos LAN.
  • Pagina 240 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel De cijfers die voor "X" staan, hangen af van uw netwerkomgeving. • Methode IP-adres Geeft de acquisitiemethode van het IP-adres weer. • IP niet gereed • DHCP • Handmatige configuratie • Standaard IP IPv6-configuratie •...
  • Pagina 241 Netwerkinstellingen • Staatloos adres 2 • Staatloos adres 3 • Staatloos adres 4 • Link-lokaal adres Geef het IPv6 linklokale adres weer. • Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor informatie over de netwerkconfiguratie.
  • Pagina 242 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Beheerdersinstellingen Datum/tijd instellen Hiermee stelt u de datum en tijd in van de interne klok van het apparaat. • Datum instellen Bepaalt de datum van de interne klok van het apparaat. Er kunnen alleen data worden ingesteld die overeenkomen met het jaar en de maand. Niet- compatibele data worden geweigerd.
  • Pagina 243 Beheerdersinstellingen Om deze instelling te configureren dient u contact op te nemen met uw telefoonmaatschappij om de instelling te selecteren aan de hand van uw telefoonlijn. Het selecteren van een verkeerde instelling kan tot storingen leiden in faxverzendingen. [Tel. kiessch.(20PPS)] kan mogelijk niet worden weergegeven door de landinstelling van het apparaat.
  • Pagina 244 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel • Aan (30 sec., 1 min., 2 min., 3 min., 5 min., 10 min.) • Uit Energiespaarstand Bepaalt of dat het apparaat naar Energiespaarstandmodus, Energiespaarstandmodus 1 of Energiespaarstandmodus 2 overgaat om het stroomverbruik te verlagen. Het apparaat komt uit de energiespaarstand als het een afdruktaak ontvangt, een ontvangen fax afdrukt of als er op de knoppen [Kopieerapparaat], [Start kleur] of [Start zwart-wit] gedrukt is.
  • Pagina 245 Beheerdersinstellingen • Alle inst. terugz. Zet alle instellingen van het apparaat terug naar de standaardinstellingen, behalve de volgende: taal voor het scherm, landinstelling, netwerkinstellingen en snelkiesbestemmingen/ verkorte kiesbestemmingen voor faxen. Druk op [Ja] om deze bewerking uit te voeren. Druk op [Nee] om het voorgaande niveau van de menustructuur af te sluiten zonder de instellingen te wissen.
  • Pagina 246 7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Vergr. beheerderstoepass. Geef een wachtwoord op van vier cijfers om toegang te krijgen tot [Adresboek], [Netwerkinstellingen] en [Beh.Toepas.]. Onthoud dit wachtwoord. • Aan (0000 tot en met 9999) • Uit IPsec Hiermee selecteert u of IPsec moet worden in- of uitgeschakeld. Deze functie wordt alleen weergegeven als er een wachtwoord is opgegeven onder [Vergr.beheerderstoepass.].
  • Pagina 247 8. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Web Image Monitor gebruiken • Om het apparaat te bedienen via Web Image Monitor, moet u eerst de TCP/IP- of draadloze LAN-instellingen van het apparaat instellen. Zie voor meer informatie Pag. 236 "Netwerkinstellingen"...
  • Pagina 248 8. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Safari 3.0 - 6.0...
  • Pagina 249 Bovenste pagina weergeven Bovenste pagina weergeven Als u via Web Image Monitor toegang tot het apparaat verkrijgt, wordt de bovenste pagina in uw browservenster weergegeven. Start de internetbrowser. Voer in de adresbalk van de browser "http://(IP-adres van apparaat)/" in om toegang te krijgen tot dit apparaat.
  • Pagina 250 8. Het apparaat configureren met Web Image Monitor 4. Algemeen gebied Hier wordt de inhoud weergegeven van het item dat in het menugedeelte is geselecteerd. De informatie in het algemene gedeelte wordt niet automatisch bijgewerkt. Klik op [Vernieuwen] in de rechterbovenhoek van het algemene gebied om de informatie bij te werken.
  • Pagina 251 De systeeminformatie controleren De systeeminformatie controleren Klik op [Home] om de hoofdpagina van Web Image Monitor weer te geven. Op deze pagina kunt u de huidige systeeminformatie controleren. Deze pagina bevat drie tabbladen: [Status], [Teller] en [Apparaatinformatie]. Het tabblad Status Item Beschrijving Modelnaam...
  • Pagina 252 8. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Item Beschrijving Fuseereenheid Toont de resterende levensduur van de fuseereenheid als "Status OK", "Vervanging binnenkort vereist" of "Vervanging vereist". Neem voor vervanging contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger. Transferroller Toont de resterende levensduur van de transferriem als "Status OK", "Vervanging binnenkort vereist"...
  • Pagina 253 De systeeminformatie controleren Item Beschrijving Scanner Toont het volgende voor pagina's die worden gescand met de scanfunctie: • Totaal aantal pagina's • Aantal kleurenpagina's • Aantal zwart-witpagina's Kopieerapparaat Toont het volgende voor pagina's die worden afgedrukt met de kopieerfunctie: • Totaal aantal pagina's •...
  • Pagina 254 8. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Item Beschrijving Cyaan Toont het volgende voor pagina's die worden afgedrukt met de printer, het kopieerapparaat, de faxfuncties en lijsten/rapporten: • Cumulatieve waarde van dekking van cyaan toner op A4-pagina (percentage) • Cumulatieve waarde van verbruik van cyaan toner (geconverteerd in volledig gedekte A4-pagina's) Magenta Toont het volgende voor pagina's die worden afgedrukt met de printer, het...
  • Pagina 255 De systeeminformatie controleren Item Beschrijving Cyaan Toont het volgende voor pagina's afgedrukt in de modus Economy Color met de printerfunctie: • Cumulatieve waarde van dekking van cyaan toner op A4-pagina (percentage) • Cumulatieve waarde van verbruik van cyaan toner (geconverteerd in volledig gedekte A4-pagina's) Magenta Toont het volgende voor pagina's afgedrukt in de modus Economy Color...
  • Pagina 256 8. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Item Beschrijving Firmwareversie van Toont het versienummer voor de firmware van de elektromotor van het apparaat apparaat. PCL-versie Toont de versie van de PCL-vertaler. PS-versie Toont de versie van de PS-vertaler. Apparaat-ID Toont het identificatieummer van het apparaat.
  • Pagina 257 De systeeminstellingen configureren De systeeminstellingen configureren Klik op [Systeeminstellingen] om de pagina voor configuratie van de systeeminstellingen weer te geven. Deze pagina bevat de volgende tabbladen: [Geluidsvolume aanpassen], [Papierlade-instellingen], [Kopieerapparaat], [Fax], [Lade prioriteit], [Toner besparen], [I/O time-out], [Zwart-witafdruk prioriteit] en [Snelkoppeling naar functie]. Tabblad Geluidsvolume aanpassen Geluidsvolume aanpassen Item...
  • Pagina 258 8. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Item Beschrijving Papiertype Selecteer de papiersoort voor lade 1: Dun papier (60 - 65 g/m ), Normaal papier (66 - 74 g/m ), Middeldik papier (75 - 90 g/m ), Dik papier 1 (91 - 105 g/m ), Gerecycled papier, Gekleurd papier, Briefpapier, Voorbedrukt papier, Geperforeerd papier, Etikettenpapier, Bankpost, Karton, Envelop, Dik papier 2 (106 -...
  • Pagina 259 De systeeminstellingen configureren Lade 1 prioriteit Item Beschrijving Lade 1 prioriteit Selecteer hoe afdruktaken via lade 1 worden verwerkt. • System Settings De papierinstellingen die op het bedieningspaneel van het apparaat zijn geconfigureerd, worden op alle afdruktaken toegepast. Er treedt een fout op als de papierinstellingen die in het printerstuurprogramma of in de afdrukopdracht zijn opgegeven niet overeenkomen met de apparaatinstellingen.
  • Pagina 260 8. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Prioriteit instelling handinvoer Item Beschrijving Prioriteit instelling Selecteer hoe afdruktaken via de handinvoer worden verwerkt. handinvoer • System Settings De papierinstellingen die op het bedieningspaneel van het apparaat zijn geconfigureerd, worden op alle afdruktaken toegepast. Er treedt een fout op als de papierinstellingen die in het printerstuurprogramma of in de afdrukopdracht zijn opgegeven niet overeenkomen met de apparaatinstellingen.
  • Pagina 261 De systeeminstellingen configureren Tabblad Kopieerapparaat Papier selecteren Item Beschrijving Papier selecteren Selecteer het papierformaat voor het afdrukken van kopieën en kies daarbij uit: [Lade 1], [Lade 2], [Handinvoer], [A4] of [8 1/2 × 11]. Als er een lade geselecteerd is, gebruikt het apparaat alleen die lade voor afdrukken.
  • Pagina 262 8. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Bevestiging faxnummer Item Beschrijving Faxnummer bevestigen Schakel deze instelling in om bij het handmatig invoeren van een bestemming, het apparaat te laten vragen een faxnummer tweemaal in te invoeren. Deze instelling wordt alleen weergegeven als het beheerderwachtwoord is ingesteld op de [Beheerder]-pagina.
  • Pagina 263 De systeeminstellingen configureren Item Beschrijving Aantal Bepaalt hoe vaak het apparaat een fax probeert door te sturen (1 tot en doorstuurpogingen met 255 keer). (tijd) Interval tussen Bepaalt hoeveel minuten het apparaat wacht voordat er een nieuwe doorstuurpogingen poging wordt gedaan (1 tot en met 255 minuten). (min.) Geverifieerde ontvangst Item...
  • Pagina 264 8. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Tabblad Lade prioriteit Lade prioriteit Item Beschrijving Printer Selecteer de lade die het eerst door het apparaat wordt gecontroleerd op papier dat gebruikt kan worden en kies hierbij uit [Lade 1] of [Lade 2]. Als u voor de taak automatische ladeselectie hebt geselecteerd en meerdere lades geschikt papier bevatten, wordt de eerste gevonden lade gebruikt om af te drukken.
  • Pagina 265 De systeeminstellingen configureren Tabblad I/O Time-out I/O-timeout Item Beschrijving Vaste USB-poort Bepaalt of hetzelfde printer-/LAN-faxstuurprogramma kan worden gebruikt voor meerdere printers via USB-verbinding. Als deze instelling is ingeschakeld, kan het printer/LAN- faxstuurprogramma dat u op uw computer hebt geïnstalleerd, worden gebruikt met elk ander apparaat dat van hetzelfde model is als het apparaat dat oorspronkelijk voor de installatie was gebruikt.
  • Pagina 266 8. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Tabblad Shortcut naar functie Snelkoppeling naar functie Item Beschrijving Snelkoppeling naar Wijst één van de volgende functies toe aan de [ID-kaart kopiëren]-knop op functie-instellingen het bedieningspaneel. • [ID-kaart kopiëren] • [Instelling van fax automatisch afdrukken] •...
  • Pagina 267 Bestemmingen registreren Bestemmingen registreren Scan- en faxbestemmingen kunnen worden geregistreerd met Web Image Monitor. Er kunnen tot 100 scanbestemmingen en 200 faxbestemmingen (20 snelkeuzebestemmingen en 200 verkorte kiesbestemmingen) worden geregistreerd. Raadpleeg de scan- en faxonderdelen voor meer informatie over het registreren van bestemmingen. •...
  • Pagina 268 8. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Speciale faxafzenders registreren Speciale faxafzenders kunnen worden geregistreerd met Web Image Monitor. Er kunnen maximaal 30 speciale afzenders worden geregistreerd. Voor meer informatie over het registreren van speciale afzenders, zie Pag. 186 "Een fax ontvangen".
  • Pagina 269 Apparaatfuncties beperken voor gebruikers Apparaatfuncties beperken voor gebruikers U kunt het apparaat zo instellen dat er een gebruikerscode moet worden ingevoerd als iemand bepaalde apparaatfuncties wil gebruiken. Voor meer informatie over het configureren van de instellingen voor gebruikersbeperkingen, raadpleegt u Pag. 54 "Apparaatfuncties beperken voor gebruikers".
  • Pagina 270 8. Het apparaat configureren met Web Image Monitor De netwerkinstellingen configureren Klik op [Netwerkinstell.] om de pagina weer te geven waarop u de netwerkinstellingen kunt configureren. Deze pagina bevat de volgende tabbladen: [Netwerkstatus], [IPv6-configuratie], [Netwerkapplicatie], [DNS], [Automatische E-mailmelding], [SNMP], [SMTP], [POP3], [Internetfax] en [Draadloos]. •...
  • Pagina 271 De netwerkinstellingen configureren Tabblad IPv6-configuratie IPv6 Item Beschrijving IPv6 Selecteer of u IPv6 wilt in- of uitschakelen U kunt IPv6 niet uitschakelen via Web Image Monitor als het apparaat momenteel in gebruik is in een IPv6- omgeving. Gebruik in dat geval het bedieningspaneel om [IPv6] uit te schakelen onder de Netwerkinstellingen.
  • Pagina 272 8. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Item Beschrijving Max. E-mailform. Selecteer het maximale formaat voor scanbestanden die als bijlage van een e-mail worden verstuurd (1 tot 5 MB of geen maximale grootte). Selecteer deze optie om de functie Scannen naar FTP in te schakelen. Selecteer deze optie om de functie Scannen naar Map in te schakelen.
  • Pagina 273 De netwerkinstellingen configureren Tabblad DNS Item Beschrijving DNS-methode Selecteer of u handmatig domeinnaamservers wilt opgeven of automatisch DNS-informatie van het netwerk wilt ophalen. Indien ingesteld op [Automatisch verkrijgen (DHCP)] zijn de opties [Primaire DNS-server], [Secundaire DNS-server] en [Domeinnaam] hieronder niet beschikbaar. Primaire DNS-server Voer het IPv4-adres van de primaire DNS in.
  • Pagina 274 8. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Tabblad Automatische e-mailmeldingen E-mailmelding 1/E-mailmelding 2 Item Beschrijving Weergavenaam van Voer een naam in voor de de afzender van de e-mailmelding. Kan tot 32 apparaat tekens bevatten. E-mailadres Voer een naam in voor de ontvanger van de waarschuwingsmail. Kan tot 64 tekens bevatten.
  • Pagina 275 De netwerkinstellingen configureren Trap Item Beschrijving Trap gebruiken Selecteer of het apparaat traps kan verzenden naar de managementhost (NMS). Als deze optie is uitgeschakeld, zijn [SNMP-beheer host 1] en [SNMP- beheer host 2] hieronder niet beschikbaar. SNMP-beheer host 1 Voer het IP-adres of de hostnaam van de beheerhost in. Kan tot 64 tekens bevatten.
  • Pagina 276 8. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Item Beschrijving Verificatiemethode Selecteer een van de volgende verificatiemethoden: [Anoniem]: gebruikersnaam en wachtwoord zijn niet nodig. [SMTP]: het apparaat biedt ondersteuning voor NTLM- en LOGIN- verificatie. [POP voor SMTP]: de POP3-server wordt gebruikt voor verificatie. Wanneer u e-mails verzendt naar een SMTP-server, kunt u het beveiligingsniveau van de SMTP-server verhogen door verbinding te maken met de POP-server t.b.v.
  • Pagina 277 De netwerkinstellingen configureren Item Beschrijving Gebruikerswachtwoord Voer het wachtwoord in voor aanmelding bij de POP3-server. Kan tot 32 tekens bevatten. Verificatie Selecteer een van de volgende verificatiemethoden: [Geen]: wachtwoord wordt niet gecodeerd. [APOP-verificatie]: wachtwoord wordt gecodeerd. [Automatisch]: wachtwoord wordt wel of niet gecodeerd, afhankelijk van de POP3-serverinstellingen.
  • Pagina 278 8. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Item Beschrijving POP-interval (minuten) Geeft aan hoeveel minuten het apparaat wacht tussen de automatische verbindingen met de POP3-server om nieuwe e-mails op te halen (2 tot 1440 minuten). • [Internetfax] wordt alleen weergegeven bij modeltype 2. Tabblad Draadloos Status draadloos LAN Item...
  • Pagina 279 De netwerkinstellingen configureren Item Beschrijving Communicatiemodus Selecteer de modus waarin u verbinding wilt maken. Selecteer [Infrastructuur] als u het apparaat wilt verbinden met een een draadloze router of toegangspunt. Selecteer [Ad-hoc] als u het apparaat rechtstreeks wilt verbinden met een apparaat met draadloos LAN. Ad-hoc kanaal Selecteer een kanaal als u [Ad-hoc] hebt geselecteerd als [Communicatiemodus].
  • Pagina 280 8. Het apparaat configureren met Web Image Monitor • Als u de verbindingsinstellingen handmatig configureert, moet u van tevoren de SSID, de verificatiemethode of de coderingssleutel van het toegangspunt of draadloze router controleren.
  • Pagina 281 De IPsec-instellingen configureren De IPsec-instellingen configureren Klik op [IPsec-instellingen] om de pagina voor configuratie van de IPsec-instellingen te configureren. Deze pagina bevat de volgende tabbladen: [Algemene IPsec-instellingen] en [IPsec-beleidslijst]. • Deze functie is alleen beschikbaar wanneer er een beheerderswachtwoord is opgegeven. Tabblad Algemene IPsec-instellingen Item Beschrijving...
  • Pagina 282 8. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Item Beschrijving Status Toont de status van het IPsec-beleid als "Actief" of "Inactief". Als u IPsec-beleidsregels wilt configureren, selecteert u het gewenste IPsec-beleid en klikt u op [Wijzigen] om de pagina "IPsec-beleidsinstellingen" weer te geven. Op de pagina "IPsec- beleidsinstellingen"...
  • Pagina 283 De IPsec-instellingen configureren IPsec-instellingen Item Beschrijving Encapsulation-type Geef het encapsulation-type op: • [Transport]: selecteer deze modus om alleen de nettolading van elk IP- pakket te beveiligen wanneer er wordt gecommuniceerd met apparaten die met IPsec compatibel zijn. • [Tunnel]: selecteer deze modus om elk gedeelte van elk IP-pakket te beveiligen.
  • Pagina 284 8. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Item Beschrijving Levensduur Geef de levensduur van de IPsec SA (beveiligingskoppeling) op als tijdsperiode of gegevensvolume. De SA verloopt wanneer de opgegeven tijdsperiode verloopt of als het opgegeven gegevensvolume wordt bereikt. Als u zowel een periode als een gegevensvolume opgeeft, verloopt de SA zodra een van de twee is bereikt en wordt er door middel van onderhandeling een nieuwe SA verkregen.
  • Pagina 285 Lijsten/rapporten afdrukken Lijsten/rapporten afdrukken Klik op [Rapport/ lijst afdrukken] om de pagina voor afdrukrapporten weer te geven. Selecteer vervolgens een item en klik op [Afdrukken] om informatie over dat item af te drukken. Rapport/ lijst afdrukken Item Beschrijving Configuratiepagina Hiermee wordt algemene informatie over het apparaat en de huidige configuratie afgedrukt.
  • Pagina 286 8. Het apparaat configureren met Web Image Monitor De beheerderinstellingen configureren Klik op [Beheerdertoepassingen] om de pagina voor configuratie van de beheerdersinstellingen te configureren. Deze pagina bevat de volgende tabbladen: [Beheerder], [Instellingen resetten], [Instellingen back- uppen], [Instellingen herstellen], [Datum/tijd instellen] en [Energiespaarstand] en [PCL6-modus]. Tabblad Beheerder Beheerderinstellingen Item...
  • Pagina 287 De beheerderinstellingen configureren Item Beschrijving Scanbestemming Selecteer deze optie om de scanbestemmingen te wissen. wissen Instellingen van Selecteer deze om de instellingen voor gebruikersbeperkingen te wissen. Beschikbare functies resetten Adresboek wissen Selecteer deze optie om de faxbestemmingen te wissen. IPsec-instellingen Selecteer deze optie om IPsec-instellingen te wissen.
  • Pagina 288 8. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Item Beschrijving Back-up van Hiermee worden faxbestemmingen in een back-upbestand opgeslagen. adresboek IPsec-instellingen back- Hiermee worden de IPsec-instellingen opgeslagen in een back-upbestand. uppen Volg onderstaande procedure om back-upbestanden van de configuratie te maken. Selecteer het keuzerondje voor het gegevenstype waarvan u back-ups wilt maken.
  • Pagina 289 De beheerderinstellingen configureren Klik op [OK]. • Als de instellingen niet juist worden hersteld, verschijnt er een foutmelding. Probeer nogmaals om het bestand volledig te herstellen. Tabblad Datum/tijd instellen Datum instellen Item Beschrijving Jaar Voer het huidige jaartal in (2000 tot en met 2099). Maand Voer de huidige maand in (1 t/m 12).
  • Pagina 290 8. Het apparaat configureren met Web Image Monitor Tabblad Energiespaarstand Energiespaarstand Item Beschrijving Energiespaarstand 1 Selecteer [Actief] als u wilt dat het apparaat overschakelt op Energiespaarstand 1 als deze zo'n 30 seconden inactief is geweest. Het kost minder tijd om terug te keren uit Energiespaarstand 1 dan uit de uitgeschakelde status of uit Energiespaarstand 2, maar het stroomverbruik in Energiespaarstand 1 is hoger in dan in Energiespaarstand 2.
  • Pagina 291 9. Het apparaat onderhouden De printcartridge vervangen • Bewaar printcartridges altijd op een koele donkere plaats. • Het daadwerkelijke aantal kopieën die u kunt afdrukken, hangt af van het volume en de dichtheid van afbeeldingen, het aantal pagina's dat u gelijktijdig afdrukt, de papiersoort en het papierformaat en de omgevingsomstandigheden, zoals temperatuur en luchtvochtigheid.
  • Pagina 292 9. Het apparaat onderhouden DAC045 • Raak de ID-chip aan de zijkant van de printcartridge niet aan, zoals hieronder te zien is. DAC046 • Zorg dat u bij het verwijderen van printercartridges de laserscaneenheid aan de onderkant van de bovenklep niet aanraakt (het gebied dat met de pijl in de illustratie hieronder wordt aangegeven). DAC044 •...
  • Pagina 293 De printcartridge vervangen Trek aan het handvat op de voorklep en til de voorklep vervolgens voorzichtig op. DAC063 Til de printercartridge er voorzichtig verticaal uit, terwijl u hem in het midden vasthoudt. Beginnend vanaf achteraan worden de printcartridges in de volgorde cyaan (C), magenta (M), geel (Y) en zwart (K) geïnstalleerd.
  • Pagina 294 9. Het apparaat onderhouden Houd de printcartridge vast en schud deze vijf of zes keer heen en weer. DAC039 Een gelijkmatige verspreiding van de toner in de cartridge verbetert de afdrukkwaliteit. Verwijder het beschermvel van de printcartridge. DAC037 Controleer of de tonerkleur en plaats overeenkomen en plaats vervolgens de inktcartrigde voorzichtig in verticale richting.
  • Pagina 295 De printcartridge vervangen Houd met beide handen het midden van de bovenklep vast en sluit de klep voorzichtig. Let op dat uw vingers niet bekneld raken. DAC064 Plaats het beschermvel dat u in stap 5 verwijderde op de oude printcartridge. Plaats de oude printcartridge vervolgens in de zak en in de verpakking.
  • Pagina 296 9. Het apparaat onderhouden De tonerafvalfles vervangen Meldingen op het scherm • Vervang de tonerafvalfles als de volgende melding op het display verschijnt: "Vervang de tonerafvalfles" • Maak een tonerafvalfles klaar als de volgende melding op het display verschijnt: "Bijna vol Tonerafvalfles" •...
  • Pagina 297 De tonerafvalfles vervangen Schuif beide hendels op de voorklep naar voren. DAC089 Houd de tabs aan weerszijden van de transfereenheid vast en beweeg de transfereenheid iets naar achteren voordat u deze optilt. DAC088 Houd de hendel in het midden van de afvaltonerfles vast en trek hem gedeeltelijk naar buiten zonder hem te kantelen.
  • Pagina 298 9. Het apparaat onderhouden Trek de tonerafvalfles er half uit, houd de fles stevig vast en trek deze er dan recht uit. DAC077 DAC078 Til de tonerafvalfles niet op als u deze eruit trekt, om te voorkomen dat de fles de tussenliggende transfereenheid aanraakt (het gebied dat met de pijl in de illustratie hieronder wordt aangegeven).
  • Pagina 299 De tonerafvalfles vervangen Doe de dop op de fles. DAC083 DAC082 Houd de nieuwe tonerafvalfles in het midden vast en plaats deze voorzichtig halverwege in het apparaat. Laat de dop van de fles open. DAC079 Til de tonerafvalfles niet op tijdens het plaatsen, om te voorkomen dat de fles de tussenliggende transfereenheid aanraakt (het gebied dat met een pijl in de afbeelding hieronder wordt aangegeven).
  • Pagina 300 9. Het apparaat onderhouden DAC080 Duw de tonerafvalfles naar beneden totdat deze klikt. Druk de hendel in het midden in en duw de fles helemaal naar binnen. DAC075 Plaats de transfereenheid op het voorpaneel. Schuif de transfereenheid over de geleiderrails in het apparaat. DAC086...
  • Pagina 301 De tonerafvalfles vervangen Als het stopt, drukt u op de markering PUSH totdat u een klik hoort. DAC087 Duw met beide handen het voorpaneel voorzichtig omhoog totdat deze sluit. DAC062 • Druk, bij het sluiten van de voorklep, de bovenzijde van de klep stevig aan.
  • Pagina 302 9. Het apparaat onderhouden Een onderdeel vervangen Tussenliggende transfereenheid vervangen • Deze functie is alleen beschikbaar op het type 2 model. Als het waarschuwingsindicatielampje op het bedieningspaneel gaat branden en het bericht "Vervanging vereist: Tus.lig. Transf.eenh" verschijnt op het display, neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger.
  • Pagina 303 Aandachtspunten bij het schoonmaken Aandachtspunten bij het schoonmaken Maak het apparaat regelmatig schoon om een hoge afdrukkwaliteit te garanderen. Neem de buitenkant af met een zachte, droge doek. Als dit niet voldoende is, kunt u een zachte, vochtige doek gebruiken die goed is uitgewrongen. Als u er zo nog niet in slaagt om vlekken te verwijderen, kunt u een neutraal schoonmaakmiddel gebruiken.
  • Pagina 304 9. Het apparaat onderhouden De tonerdichtheidsensor schoonmaken Reinig de tonerdichtheidssensor wanneer de volgende boodschap op het bedieningspaneel verschijnt. "Reinig. dichth- sensor vereist" Trek aan het handvat op de voorklep en til de voorklep vervolgens voorzichtig op. Zorg dat de ADF gesloten is. DAC063 Verwijder de achterste printcartridge.
  • Pagina 305 De tonerdichtheidsensor schoonmaken Voer de printercartridge, die bij stap 2 verwijderd werd, voorzichtig verticaal in. DAC043 Houd met beide handen het midden van de bovenklep vast en sluit de klep voorzichtig. Let op dat uw vingers niet bekneld raken. DAC064...
  • Pagina 306 9. Het apparaat onderhouden De wrijvingsstrip en de papierinvoerrol schoonmaken Als de wrijvingsstrip of de papierinvoerrol vuil zijn, kunnen er verschillende vellen tegelijk of juist geen vellen worden gepakt. In dit geval moeten de wrijvingsstrip en de papierinvoerrol als volgt worden gereinigd: •...
  • Pagina 307 De wrijvingsstrip en de papierinvoerrol schoonmaken Veeg het rubberen deel van de rol schoon met een zachte, vochtige doek. Droog de wrijvingsstrip vervolgens met een droge doek. DAC068 Duw de metalen plaat naar beneden totdat deze vastklikt. DAC050 Plaats het verwijderde papier terug in de lade en duw de lade voorzichtig in het apparaat totdat deze klikt.
  • Pagina 308 9. Het apparaat onderhouden • Als er verschillende vellen tegelijk worden ingevoerd of er ontstaat een storing, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger. • Als de optionele lade 2 is geïnstalleerd, maak dan de wrijvingsstrip en papierinvoerrol hiervan op dezelfde manier schoon als u deed bij lade 1.
  • Pagina 309 De registratierol en papierlade schoonmaken De registratierol en papierlade schoonmaken De registratierol en papierlade kunnen vuil worden door papierstof als u op papier afdrukt dat niet standaard is. Maak de registratierol schoon als er witte puntjes op de afdrukken verschijnen. •...
  • Pagina 310 9. Het apparaat onderhouden Veeg de binnenkant van de papierlade schoon met een doek. DAC060 Duw de metalen plaat naar beneden totdat deze vastklikt. DAC050 Plaats het verwijderde papier terug in de lade en duw de lade voorzichtig in het apparaat totdat deze klikt.
  • Pagina 311 De registratierol en papierlade schoonmaken Trek het voorpaneel open aan de hendel en laat het voorpaneel dan voorzichtig naar beneden zakken. DAC061 Zorg dat u de registratierol op de plaats zet die in de illustratie hieronder met een pijltje getoond wordt.
  • Pagina 312 9. Het apparaat onderhouden Zet de printer aan. • Druk, bij het sluiten van de voorklep, de bovenzijde van de klep stevig aan.
  • Pagina 313 De glasplaat en de ADF schoonmaken De glasplaat en de ADF schoonmaken De glasplaat schoonmaken Open de ADF. Let erop dat u de invoerlade niet vasthoudt, want dit kan schade aan de lade veroorzaken. Maak de delen die met pijlen worden aangegeven schoon met een zachte, vochtige doek en wrijf dezelfde delen met een droge doek na zodat er geen vocht achterblijft.
  • Pagina 314 9. Het apparaat onderhouden...
  • Pagina 315 10. Problemen oplossen Vastgelopen papier verwijderen Als er een papierstoring optreedt, wordt één van de volgende berichten op het bedieningspaneel weergegeven: • Als de waarschuwingslampjes voortdurend branden of knipperen, schakel dan over naar uw kopieermodus en controleer de melding. Meldingen Referentietitel Interne storing Zie Pag.
  • Pagina 316 10. Problemen oplossen • Bepaalde interne onderdelen van dit apparaat worden erg heet. Wees daarom voorzichtig wanneer u vastgelopen papier verwijdert. Als u de onderdelen wel aanraakt, kunt u brandwonden oplopen. • Vastgelopen papier kan natte toner bevatten. Let erop dat u geen toner op uw handen en kleding krijgt.
  • Pagina 317 Vastgelopen papier verwijderen Laat de fuseereenheidhendel zakken en trek het vastgelopen papier er voorzichtig uit. DAC340 Raak de fuseereenheid niet aan. DAC605 Trek het papier naar beneden om te verwijderen. Trek het niet omhoog. DAC074 Als u het vastgelopen papier niet kunt vinden, trek dan de hendel omlaag en controleer nogmaals.
  • Pagina 318 10. Problemen oplossen DAC073 Trek de fuseereenheidhendels omhoog. DAC071 Duw met beide handen het voorpaneel voorzichtig omhoog totdat deze sluit. DAC062 • Druk, bij het sluiten van de voorklep, de bovenzijde van de klep stevig aan. Controleer of de foutmelding is verdwenen wanneer u de klep hebt gesloten. Als papier in een lade vastloopt Als papier in lade 1 of lade 2 vastloopt, volg dan de onderstaande stappen om het papier te verwijderen.
  • Pagina 319 Vastgelopen papier verwijderen Trek het voorpaneel open aan de hendel en laat het voorpaneel dan voorzichtig naar beneden zakken. DAC061 Trek vastgelopen papier er voorzichtig uit. DAC084 Raak de fuseereenheid niet aan. DAC605 Als het papier in de transfereenheid is vastgelopen, houdt u het papier met beide handen vast en trekt u het voorzichtig naar voren eruit.
  • Pagina 320 10. Problemen oplossen DAC092 Duw met beide handen het voorpaneel voorzichtig omhoog totdat deze sluit. DAC062 • Trek de papierlade niet uit de printer (lade 1). • Als het papier in lade 2 is vastgelopen, maar het is moeilijk dit te traceren, trekt u lade 2 eruit. Nadat het papier is verwijderd, plaatst u lade 2 voorzichtig terug in het apparaat.
  • Pagina 321 Vastgelopen papier verwijderen Trek het voorpaneel open aan de hendel en laat het voorpaneel dan voorzichtig naar beneden zakken. DAC061 Verwijder voorzichtig het papier dat is vastgelopen onder de transfereenheid. DAC090 Als u het vastgelopen papier niet kunt vinden, kijkt u in het apparaat. Duw met beide handen het voorpaneel voorzichtig omhoog totdat deze sluit.
  • Pagina 322 10. Problemen oplossen Vastgelopen papier in de scanner verwijderen Als er een papierstoring optreedt in de ADF, volg dan onderstaande procedure om het vastgelopen papier te verwijderen. Open het ADF-paneel. DAC011 Trek voorzichtig aan het vastgelopen papier om het te verwijderen. Verwijder het vastgelopen origineel niet met te veel kracht.
  • Pagina 323 Vastgelopen papier verwijderen Til de ADF op en trek voorzichtig aan het vastgelopen papier om het te verwijderen. Let erop dat u de invoerlade niet vastpakt als u de ADF optilt. Dit kan de lade beschadigen. DAC002 Sluit de ADF.
  • Pagina 324 10. Problemen oplossen Algemene problemen In dit onderdeel wordt beschreven hoe u algemene problemen kunt oplossen die kunnen optreden bij de bediening van dit apparaat. Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het apparaat kan niet worden De stroomkabel is niet op de •...
  • Pagina 325 Algemene problemen Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het apparaat maakt een • De verbruiksartikelen of Controleer of de vreemd geluid. opties zijn niet goed verbruiksartikelen of opties op geïnstalleerd. de juiste manier geïnstalleerd zijn. • Het apparaat reinigt regelmatig de binnenkant Het geluid duidt niet op slecht van het apparaat als functioneren.
  • Pagina 326 10. Problemen oplossen Problemen met papierinvoer Als het apparaat werkt, maar het papier niet wordt ingevoerd of het loopt telkens vast, controleer dan het apparaat en het papier. Probleem Oplossing Het papier wordt niet soepel • Gebruik ondersteunde papiertypen. Zie Pag. 61 doorgevoerd.
  • Pagina 327 Problemen met papierinvoer Probleem Oplossing Er worden meerdere vellen papier • Waaier het papier los voordat u het plaatst. Zorg er ook tegelijkertijd doorgevoerd. voor dat de randen gelijk uitgelijnd zijn, door de stapel op een vlakke ondergrond zoals een bureau te tikken. •...
  • Pagina 328 10. Problemen oplossen Probleem Oplossing Het afgedrukte papier is omgekruld. • Plaats het papier omgekeerd in de papierlade. • Als het papier een grote krul heeft, haal dan wat vaker de afdrukken van de uitvoerlade af. • Het papier dat gebruikt wordt, kan vochtig zijn. Gebruik papier dat op de juiste wijze is bewaard.
  • Pagina 329 Er wordt een printcartridge gebruikt Hervulde of printcartridges van andere fabrikanten/merken die niet authentiek is. verlagen de afdrukkwaliteit en kunnen voor storingen zorgen. Gebruik uitsluitend authentieke Ricoh printcartridges. Zie Pag. 379 "Verbruiksartikelen". Er wordt een oude printcartridge Printcartridges dienen voor hun vervaldatum te worden gebruikt.
  • Pagina 330 10. Problemen oplossen De instellingen van het printerstuurprogramma controleren Probleem Oplossing De afgedrukte afbeelding is bevlekt. PCL 5c/6 Selecteer op het tabblad [Papier] van het printerstuurprogramma [Handinvoerlade] in de lijst "Invoerlade:". Selecteer in de lijst "Papiertype:" het juiste papiertype. PostScript 3 Selecteer op het tabblad [Papier/Kwaliteit] van het printerstuurprogramma [Handinvoer] in de lijst "Papierbron".
  • Pagina 331 Problemen met afdrukkwaliteit Probleem Oplossing Afgedrukte foto's zijn onscherp. Gebruik de instellingen van de toepassing of van het printerstuurprogramma om een hogere resolutie op te geven. Raadpleeg de helpfunctie voor meer informatie over de instellingen van het printerstuurprogramma. Een ononderbroken lijn wordt Wijzig de ditherinstellingen in het printerstuurprogramma.
  • Pagina 332 10. Problemen oplossen Printerproblemen In dit onderdeel worden afdrukproblemen en mogelijke oplossingen daarvoor beschreven. Als het afdrukken niet goed gaat Probleem Oplossing Er treedt een fout op. Als een fout optreedt tijdens het afdrukken, wijzigt u de instellingen van de computer of het printerstuurprogramma. •...
  • Pagina 333 Printerproblemen Probleem Oplossing Er wordt een beveiligd • Het apparaat heeft al 5 taken of 5 MB aan gegevens afdrukbestand geannuleerd. van beveiligde afdruktaken. Druk een bestaand beveiligd afdrukbestand af of verwijder dit. Voor meer informatie, zie Pag. 94 "Vertrouwelijke documenten afdrukken". •...
  • Pagina 334 10. Problemen oplossen Probleem Oplossing Het duurt te lang voordat het • Foto's en pagina's die veel gegevens bevatten, nemen afdrukken is voltooid. veel verwerkingstijd van de printer in beslag. Wacht daarom gewoon even af wanneer u dergelijke gegevens afdrukt. •...
  • Pagina 335 Printerproblemen Probleem Oplossing De kleur van de afdruk wijkt af van • De kleuren die met kleurentoner gemaakt worden, de kleur op het computerscherm. kunnen afwijken van de kleuren die op het scherm worden weergegeven, door een verschil in methode van het herproduceren van kleuren.
  • Pagina 336 10. Problemen oplossen Als u niet duidelijk kunt afdrukken Probleem Oplossing De gehele afdruk is vaag. • Het papier dat gebruikt wordt, kan vochtig zijn. Gebruik papier dat op de juiste wijze is bewaard. Zie Pag. 61 "Ondersteund papier". • Selecteer [Niv. 1: Zwak], [Niv. 2: Med.] of [Niv. 3: Sterk] in [Anti-vochtigheidsniveau] onder [Systeeminstell.].
  • Pagina 337 Printerproblemen Probleem Oplossing Er bevinden zich vegen toner op de • Mogelijk is de papierinstelling niet juist. Misschien drukt u afdrukzijde van de pagina. bijvoorbeeld af op dik papier, maar heeft u niet de instelling voor dik papier ingesteld. Controleer de papierinstellingen van het printerstuurprogramma.
  • Pagina 338 10. Problemen oplossen Probleem Oplossing Afgedrukte foto's zijn onscherp. In sommige toepassingen moet de resolutie worden verlaagd bij afdrukken. Er ontbreekt een kleur of een • Het papier dat gebruikt wordt, kan vochtig zijn. Gebruik afgedrukte afbeelding is gedeeltelijk papier dat op de juiste wijze is bewaard. vervaagd.
  • Pagina 339 Printerproblemen Probleem Oplossing De achterzijde van afdrukken is • Wanneer u een vel verwijdert dat is vastgelopen, kan de bevlekt. binnenkant van de printer vuil zijn geraakt. Druk verschillende vellen af totdat ze schoon worden afgedrukt. • Als het documentformaat het papierformaat overschrijdt, bijvoorbeeld in het geval van A4-afdrukken op B5- papier, kan de achterzijde van het daaropvolgende afgedrukte vel vlekken hebben.
  • Pagina 340 10. Problemen oplossen Probleem Oplossing Wanneer u er met uw vinger over Mogelijk zijn de papierinstellingen niet juist ingesteld. Het kan wrijft, smeert u de afgedrukte toner zijn dat er bijvoorbeeld op dik papier wordt afgedrukt, maar uit. dat de instelling voor dik papier niet is opgegeven. •...
  • Pagina 341 Printerproblemen Probleem Oplossing Het afgedrukte papier is omgekruld. • Plaats het papier omgekeerd in de papierlade. • Als het papier een grote krul heeft, haal dan wat vaker de afdrukken van de uitvoerlade af. • Het papier dat gebruikt wordt, kan vochtig zijn. Gebruik papier dat op de juiste wijze is bewaard.
  • Pagina 342 10. Problemen oplossen Kopieerproblemen Als u geen duidelijke kopieën kunt maken Probleem Oplossing De afgedrukte kopie is blanco. Het origineel is niet correct geplaatst. Wanneer u de glasplaat gebruikt, plaats het origineel dan met de gekopieerde zijde naar beneden. Wanneer u de ADF gebruikt, plaats originelen dan met de gekopieerde zijde naar boven.
  • Pagina 343 Kopieerproblemen Probleem Oplossing De afgedrukte kopie is vies. • De beeldbelichting is te hoog. Pas de belichting aan. Zie Pag. 144 "De scaninstellingen opgeven". • De toner op het afgedrukte oppervlak is nog niet droog. Raak afgedrukte oppervlakken niet aan als er net gekopieerd is.
  • Pagina 344 10. Problemen oplossen Scanproblemen Wanneer u niet in het netwerk kunt bladeren om een gescand bestand te verzenden Probleem Oplossing De volgende apparaatinstellingen Controleer de instellingen. Zie Pag. 45 "Netwerkinstellingen zijn wellicht niet correct: configureren". • IP-adres • Subnetmasker Wanneer het scannen niet naar wens verloopt Probleem Oplossing Het apparaat begint niet met...
  • Pagina 345 Scanproblemen Probleem Oplossing De functies Scannen naar E-mail, Controleer of er een USB-geheugenkaart in het apparaat is Scannen naar FTP of Scannen naar gestoken. Als er een USB-geheugenkaart is aangesloten, zijn Map werkt niet. er geen scanfuncties mogelijk vanaf het bedieningspaneel behalve Scannen naar USB.
  • Pagina 346 10. Problemen oplossen Faxproblemen Wanneer u geen faxberichten naar wens kunt verzenden of ontvangen Verzending Probleem Oorzaken Oplossing Kan geen bestanden De telefoonlijn kan Controleer of de telefoonkabel correct verzenden. afgesloten zijn. op het apparaat is aangesloten. Zie voor meer informatie Starthandleiding voor fax.
  • Pagina 347 Faxproblemen Probleem Oorzaken Oplossing Wanneer u direct kiezen of Als het apparaat het Druk op [Scanformaat] onder handmatig kiezen gebruikt, formaat van het origineel [Scaninstellingen], selecteer het dan verschijnt niet kan waarnemen als u scanformaat en verzend het document "Ontvangen..." en is op de [Start zwart-wit] heeft opnieuw.
  • Pagina 348 10. Problemen oplossen Probleem Oorzaken Oplossing Het apparaat drukt [Faxeigenschappen] is Druk de faxdocumenten af met een ontvangen faxdocumenten geconfigureerd om internetbrowser of de functie niet af. ontvangen documenten op 'Opgeslagen ontvangstbestand te slaan. afdrukken'. Zie voor meer informatie over het afdrukken van ontvangen faxen die zijn opgeslagen in het geheugen Pag.
  • Pagina 349 Faxproblemen Probleem Oorzaken Oplossing Er treden geregeld Het maximaal aantal vellen Plaats papier niet hoger dan de papierstoringen op. dat in de papierlade zit, bovenste limietmarketing binnenin de overschrijdt de maximale papierlade. capaciteit van de lade. De zijafscheiding van de Knijp de papiergeleider in en pas de papierlade is te strak positie aan.
  • Pagina 350 10. Problemen oplossen Probleem Oorzaken Oplossing De achtergrond van De beeldbelichting is te Pas de belichting aan. Zie Pag. 144 ontvangen afbeeldingen is hoog. "De scaninstellingen opgeven". vies. De afbeeldingen op de achterkant van de pagina verschijnen op de kopie. De ontvangen afbeelding is Wanneer u vochtig, ruw of Gebruik het aanbevolen papier.
  • Pagina 351 Faxproblemen Stroomstoringsrapport • Net na een stroomstoring moet de interne batterij voldoende worden opgeladen om te voorkomen dat in de toekomst gegevens verloren gaan. Houd tot circa 24 uur na de stroomstoring de stekker van het apparaat in het stopcontact, met de stroom ingeschakeld. Zelfs als de stroom uit staat, zal de inhoud van het geheugen van het apparaat (bijv.
  • Pagina 352 10. Problemen oplossen Bezorgingsfouten van de server via e-mail De verzendende server verzendt deze bezorgingsfout per mail naar degene van wie het e- mailbericht afkomstig is dat niet succesvol kan worden verzonden (vanwege redenen zoals het opgeven van een onjuist e-mailadres). •...
  • Pagina 353 Faxproblemen Foutcode Oplossing 1XXX21 De verbinding kon niet tot stand worden gebracht. • Controleer of de telefoonkabel correct op het apparaat is aangesloten. • Trek de telefoonkabel uit het apparaat en sluit de kabel op de telefoon aan. Controleer of u met de telefoon wel kunt bellen.
  • Pagina 354 10. Problemen oplossen Foutcode Oplossing 2XXX14 Het apparaat kan de ontvangen fax niet afdrukken of het geheugen van het apparaat heeft de maximale capaciteit bereikt tijdens het ontvangen van een fax, omdat het document te groot was. • De papierlade was leeg. Plaats papier in de papierlade. Zie Pag.
  • Pagina 355 Faxproblemen Foutcode Oplossing 3XXX11 De verbinding met de server is mislukt tijdens het versturen van een internetfax. • Controleer of de netwerkkabel correct op het apparaat is aangesloten. • Controleer of de netwerkinstellingen zoals IP-adres, DNS en SMTP-instellingen juist zijn geconfigureerd (zorg ervoor dat er geen tekens met dubbele bytes worden gebruikt).
  • Pagina 356 10. Problemen oplossen Foutcode Oplossing 4XXX21 De verbinding met de server is mislukt tijdens het ontvangen van een internetfax. • Controleer of de netwerkkabel correct op het apparaat is aangesloten. • Controleer of de netwerkinstellingen zoals IP-adres, DNS en POP3-instellingen juist zijn geconfigureerd (zorg ervoor dat er geen tekens met dubbele bytes worden gebruikt).
  • Pagina 357 Faxproblemen Foutcode Oplossing 4XXX26 Het ontvangen van een e-mail is mislukt tijdens het ontvangen van een internetfax. • Er bevond zich een fout in het ontvangen TIFF-bestand (als gevolg van een situatie die niet wordt aangegeven door de foutcodes 4XXX43 t/m 4XXX45). Vraag de afzender om het TIFF-bestand te controleren.
  • Pagina 358 10. Problemen oplossen Fout- en statusmeldingen op het scherm Meldingen staan op alfabetische volgorde in de tabel hieronder. "X" geeft aan dat dit onderdeel van een melding kan afwijken afhankelijk van een bepaalde situatie, zoals het papierformaat, het papiertype of namen van laden. •...
  • Pagina 359 Fout- en statusmeldingen op het scherm Meldingen Oorzaken Oplossing Papierst. orig. ADF Er is een origineel vastgelopen • Verwijder vastgelopen originelen en in de ADF. plaats ze opnieuw. Zie Pag. 324 Open ADF-paneel en "Problemen met papierinvoer". Verwijder papier. • Controleer of de originelen geschikt zijn om te worden gescand.
  • Pagina 360 10. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken Oplossing Open voorpan., zet De hendels van de Het apparaat start alleen met afdrukken env.hend omh/oml fuseereenheid zijn niet correct als de fuseereenheidhendels zich in de geplaatst. positie van het juiste papiertype bevinden. • Om op een envelop af te drukken, opent u het voorpaneel en zet u de linker- en rechterhendels op de envelopmarkering.
  • Pagina 361 Fout- en statusmeldingen op het scherm Meldingen Oorzaken Oplossing Controleer Het papierformaat dat is Druk op [Pg.drv.] om het afdrukken te papiertype ingesteld voor het document starten of druk op [JobReset] om de taak te komt niet overeen met het annuleren.
  • Pagina 362 10. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken Oplossing Max e-mailform Het scanbestand is groter dan • Configureer [Resolutie] onder overschr. maximaal is toegestaan voor scaninstellingen om de scanresolutie bestanden die via e-mail kunnen te verlagen. Zie Pag. 210 worden verstuurd. "Instellingen scannereigenschappen". •...
  • Pagina 363 Fout- en statusmeldingen op het scherm Meldingen Oorzaken Oplossing Geheugenoverloop • De gegevens zijn te groot • Selecteer [600 x 600 1bit] in of te moeilijk om af te [Resolutie] onder [Printereigensch.] drukken. om de grootte van de gegevens te verkleinen.
  • Pagina 364 10. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken Oplossing Pap.storing: Duplex Er is papier vastgelopen in de Verwijder het vastgelopen papier. Zie duplexeenheid. Pag. 324 "Problemen met papierinvoer". Verwijder papier Storing: Papierlade” Er is papier vastgelopen in de Verwijder het vastgelopen papier. Zie papierlade.
  • Pagina 365 Fout- en statusmeldingen op het scherm Meldingen Oorzaken Oplossing Vervang. binnk. De tonerafvalfles moet Houd een nieuwe tonerafvalfles gereed. vereist: binnenkort vervangen worden. Tonerafvalfles RX-opdrachtfout Er is een ontvangstfout Neem indien mogelijk contact op met de opgetreden en de fax kon niet afzender van de fax en vraag hem/haar correct worden ontvangen.
  • Pagina 366 10. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken Oplossing Plaats juist papier De lade die is ingesteld voor Als het bericht wordt weergegeven, druk [Selecteer papierlade] onder dan op de [OK]-knop. Er wordt een menu [Faxeigenschappen] bevatte weergegeven waarin u het papierformaat geen A4-, Letter- of Legal- van de huidige lade kunt wijzigen.
  • Pagina 367 Fout- en statusmeldingen op het scherm Meldingen Oorzaken Oplossing TX-opdrachtfout Er is een verzendingsfout Als de [Autom. opnieuw proberen]- opgetreden en de fax kon niet instelling is ingeschakeld, zal het apparaat correct worden verstuurd. het nummer opnieuw kiezen. Als alle pogingen mislukken of als het apparaat in de modus Directe verzending staat, zal de fax niet worden verstuurd.
  • Pagina 368 10. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken Oplossing USB- De functie Scannen naar USB is Gebruik een USB-geheugenkaart met geheugenoverloop mislukt, omdat er niet genoeg voldoende geheugen. Druk op Wis-knop ruimte op de USB- geheugenkaart aanwezig is. Beschermd tegen De functie Scannen naar USB is Gebruik een USB-geheugenkaart die niet schrijvn Druk op Wis- mislukt, omdat het apparaat...
  • Pagina 369 11. Bijlage Beschikbare functies en netwerkinstellingen in een IPv6-omgeving De functies en netwerkinstellingen van dit apparaat die beschikbaar zijn in een IPv6-omgeving verschillen van de functies in een IPv4-omgeving. Zorg dat de functies die u gebruikt, ondersteund worden in een IPv6-omgeving en configureer de benodigde netwerkinstellingen. Voor meer informatie over het opgeven van de IPv6-instellingen, zie Pag.
  • Pagina 370 11. Bijlage LAN-fax Stuurt een document die is aangemaakt in een applicatie als een fax, zonder deze af te drukken. Web Image Monitor Hiermee kunt u de status van het apparaat controleren en de instellingen configureren via een webbrowser. Configuratiepagina Hiermee drukt u een configuratiepagina af met de apparaatconfiguratie, het IP-adres en andere details.
  • Pagina 371 Verzending met IPsec Verzending met IPsec Het apparaat ondersteunt het IPsec-protocol voor veiligere communicatie. Wanneer toegepast, codeert IPsec gegevenspakketten op de netwerklaag met een gedeelde sleutelcodering. Het apparaat gebruikt uitwisseling van coderingssleutels om een gedeelde sleutel te maken voor zowel afzender als ontvanger.
  • Pagina 372 11. Bijlage • Voor een succesvolle verificatie moeten de zender en de ontvanger hetzelfde verificatiealgoritme en dezelfde verificatiesleutel instellen. Het verificatiealgoritme en de verificatiesleutel worden automatisch opgegeven. AH-protocol Het AH-protocol biedt uitsluitend een veilige verzending via de verificatie van pakketjes, met inbegrip van headers.
  • Pagina 373 Verzending met IPsec Instellingen 1-10 U kunt 10 aparte sets met SA-details configureren (zoals verschillende gedeelde sleutels en IPsec- algoritmen). IPsec-beleidsregels worden een voor een doorzocht, te beginnen bij [No.1]. Configuratieproces voor instellingen van uitwisseling van coderingssleutel In dit onderdeel wordt de procedure uitgelegd voor het bepalen van handmatige instellingen voor de coderingssleutel.
  • Pagina 374 11. Bijlage Selecteer het nummer van de instelling die u wilt bewerken in de lijst en klik op [Wijzigen]. Wijzig de IPsec-gerelateerde instellingen naar wens. Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [Toepassen]. Klik op het tabblad [Algemene IPsec-instellingen] en selecteer [Actief] in [IPsec-functie]. Specifieer zo nodig [Standaard beleid], [Broadcast en multibroadcast] en [Alle ICMP overslaan].
  • Pagina 375 Verzending met IPsec Klik op [Toevoegen...] bij het tabblad "Regels". De Wizard Beveiligingsregels wordt weergegeven. Klik op [Volgende]. Selecteer "Deze regel specificeert geen tunnel" en klik vervolgens op [Volgende]. Selecteer het netwerktype voor IPsec en klik vervolgens op [Volgende]. Klik op [Toevoegen...] in de IP-filterlijst. Voer in [Naam] een IP-filternaam in en klik vervolgens op [Toevoegen...].
  • Pagina 376 11. Bijlage Wanneer [AH] is geselecteerd voor het apparaat in [Beveiligingsprotocol] onder [IPsec- instellingen], selecteert u [Gegevens- en adresintegriteit zonder versleuteling (AH)], configureert u de volgende instellingen: Stel de waarde van [Integriteitsalgoritme] in op dezelfde waarde als [Verificatiealgoritme voor AH] zoals opgegeven op het apparaat.
  • Pagina 377 Verzending met IPsec Druk op [ ] of [ ] om [Beheerderstoepassingen] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, voer het wachtwoord dan met de cijfertoetsen in en druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op [ ] of [ ] om [IPsec] te selecteren.
  • Pagina 378 11. Bijlage Opmerkingen over de toner • Er kan geen juiste werking worden gegarandeerd als er toner van een ander merk wordt gebruikt. • Afhankelijk van de afdrukvoorwaarden zijn er gevallen waarin de printer niet het aantal vellen kan afdrukken dat in de specificaties is opgegeven. •...
  • Pagina 379 Het apparaat verplaatsen en vervoeren Het apparaat verplaatsen en vervoeren In dit onderdeel worden voorzorgsmaatregelen genoemd die u dient te volgen als u het apparaat over korte of lange afstanden vervoert. Pak het apparaat in zijn oorspronkelijke verpakkingsmateriaal in als u het apparaat over een lange afstand vervoert.
  • Pagina 380 11. Bijlage Het apparaat weggooien Vraag uw verkoop- of onderhoudsvertegenwoordiger hoe u dit apparaat het best kunt afvoeren. Waar kan ik meer informatie krijgen? Neem contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger voor meer informatie over de onderwerpen die in deze handleiding worden behandeld of om informatie te verkrijgen over onderwerpen die niet in de met het apparaat meegeleverde handleiding worden behandeld.
  • Pagina 381 Verbruiksartikelen Verbruiksartikelen • Onze producten worden ontworpen om te voldoen aan de hoogste eisen van kwaliteit en functionaliteit en wij raden u aan om de verbruiksartikelen uitsluitend te kopen van een officiële dealer. Inktcartridge Printcartridge Gemiddeld aantal af te drukken pagina's per cartridge Zwart Type 1: (voornamelijk in Europa en Azië)
  • Pagina 382 11. Bijlage Printcartridge Gemiddeld aantal af te drukken pagina's per cartridge Magenta Type 1: (voornamelijk in Europa en Azië) • 1600 pagina's (voornamelijk in Noord-Amerika) • 2.300 pagina's Type 2: (voornamelijk in Europa en Azië) • 4000 pagina's (voornamelijk in Noord-Amerika) •...
  • Pagina 383 Verbruiksartikelen • Printcartridges (verbruiksartikelen) vallen niet onder de garantie. Neem in geval van problemen toch contact op met de winkel waar u hem heeft gekocht. • Als u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, gebruik dan de vier printcartridges die met het apparaat zijn meegeleverd.
  • Pagina 384 11. Bijlage Specificaties van het apparaat In dit onderdeel worden de specificaties van het apparaat gegeven. Algemene functie Specificaties Configuratie Bureaumodel Afdrukmethode Laser electrostatische beeldoverdracht Maximaal papierformaat voor scannen via de glasplaat A4, Letter (8 × 11 inch) Maximaal papierformaat voor scannen via de ADF Legal (8 ×...
  • Pagina 385 Specificaties van het apparaat Dik papier 2 Gerecycled papier Gekleurd papier Voorbedrukt Geperforeerd Briefpapier Bankpost Karton Etikettenpapier Envelop Papieruitvoercapaciteit (80 g/m , 20 lb) 150 vellen Papierinvoercapaciteit (80 g/m , 20 lb) • Lade 1 250 vellen • Lade 2 (optie) 500 vellen •...
  • Pagina 386 11. Bijlage • Energiespaarstand 2 (voornamelijk in Europa en Azië) 3,8 W of minder (voornamelijk in Noord-Amerika) 3,2 W of minder Het stroomniveau wanneer de hoofdstroomschakelaar uitgeschakeld staat en de stekker van het netsnoer in het stopcontact zit: 1 W of minder. * De hersteltijd en het energieverbruik kunnen variëren afhankelijk van de staat en de omgeving van het apparaat.
  • Pagina 387 Specificaties van het apparaat Specificaties van de kopieerfunctie Maximale resolutie (scannen en afdrukken) • Glasplaat Scannen: 600 × 600 dpi Afdrukken: 600 × 600 dpi • ADF Scannen: 300 × 600 dpi Afdrukken: 600 × 600 dpi Gradatie Scannen: 256 niveaus Afdrukken: vierledige waarde Afdruksnelheid vd 1e kopie (A4, bij 23 °C, 71,6 °F) 20 seconden of minder...
  • Pagina 388 11. Bijlage Specificaties van de scanfunctie Maximaal scangebied (horizontaal × verticaal) • Glasplaat 216 × 297 mm (8,5 × 11,7 inch) • ADF 216 × 356 mm (8,5 × 14 inch) Maximale resolutie bij scannen vanaf het bedieningspaneel (Scannen naar e-mail, Scannen naar FTP, Scannen naar Map, Scannen naar USB) •...
  • Pagina 389 Specificaties van het apparaat Interface • Scannen vanaf het bedieningspaneel Ethernet (10BASE-T, 100BASE-TX), USB2.0 (Scannen naar USB) • Scannen vanaf een computer Ethernet (10BASE-T, 100BASE-TX), USB 2.0 Verzendbare bestandsindelingen TIFF, JPEG, PDF Adresboek Maximaal 100 items Aantal keer opnieuw kiezen: 1 Specificaties van de faxfunctie Verzenden en ontvangen van faxen Toegangslijn...
  • Pagina 390 11. Bijlage • Snelkiezen 20 items • Aantal keer opnieuw kiezen voor faxen Verzenden en ontvangen van internetfaxen Interface Ethernet (10BASE-T, 100BASE-TX), Wi-Fi Communicatieprotocollen • Verzending SMTP, TCP/IP • Ontvangst POP3, TCP/IP Verzendingsfunctie E-mail E-mailformaat Een onderdeel/meerdere onderdelen, MIME-conversie Bijlagevormen (verzending): TIFF-S (MH-codering) Bijlagevormen (ontvangst): TIFF-S/TIFF-F (MH/MR/MMR-codering) Verificatiemethode SMTP-AUTH, POP voor SMTP, A-POP...
  • Pagina 391 Specificaties van het apparaat • Indeling MIME, Base64 • Type inhoud Image/tiff Meerdere/gemixte delen (text/plain, image/tiff (bijgevoegde bestandsformaten)) • Gegevensindeling • Profiel TIFF-S • Codering • Origineelformaat • Resolutie (dpi) 200 × 100, 200 × 200...
  • Pagina 392 11. Bijlage Specificaties van opties In dit onderdeel worden de specificaties van de verschillende opties genoemd. Papierinvoereenheid TK1010 Papiercapaciteit 500 vellen Papierformaat A4, Letter (8 × 11 inch) Afmetingen (Breedte × Diepte × Hoogte) 400 × 450 × 127 mm (15,8 × 17,8 × 5 inch) Papiergewicht 60 tot 105 g/m (16 tot 28 lb.)
  • Pagina 393 Copyright-informatie met betrekking tot geïnstalleerde toepassingen Copyright-informatie met betrekking tot geïnstalleerde toepassingen expat Copyright (c) 1998, 1999, 2000 Thai Open Source Software Centre, Ltd. and Clark Cooper. Copyright (c) 2001, 2002 Expat maintainers. Permission is hereby granted, free of charge, to any person obtaining a copy of this software and associated documentation files (the "Software"), to deal in the Software without restriction, including without limitation the rights to use, copy, modify, merge, publish, distribute, sublicense, and/or sell copies of the Software, and to permit persons to whom the Software is furnished to do so, subject to the...
  • Pagina 394 11. Bijlage University of Illinois at Urbana-Champaign http://www. ncsa. uiuc. edu Permission is hereby granted, free of charge, to any person obtaining a copy of this software (Iperf) and associated documentation files (the "Software"), to deal in the Software without restriction, including without limitation the rights to use, copy, modify, merge, publish, distribute, sublicense, and/or sell copies of the Software, and to permit persons to whom the Software is furnished to do so, subject to the following conditions:...
  • Pagina 395 Copyright-informatie met betrekking tot geïnstalleerde toepassingen LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
  • Pagina 396 11. Bijlage Handelsmerken Bonjour, Mac OS en Safari zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en in andere landen. Firefox is een gedeponeerd handelsmerk van Mozilla Foundation. Java is een gedeponeerd handelsmerk van Oracle en/of haar dochterondernemingen. LINUX is het gedeponeerde handelsmerk van Linus Torvalds in de Verenigde Staten en in andere landen.
  • Pagina 397 Handelsmerken ® ® Microsoft Windows 7 Enterprise • De productnamen van Windows 8 zijn als volgt: ® ® Microsoft Windows ® ® Microsoft Windows 8 Pro ® ® Microsoft Windows 8 Enterprise • De productnamen van Windows Server 2003 zijn als volgt: ®...
  • Pagina 398 11. Bijlage ® ® Microsoft Windows Server 2012 Standard ® ® Microsoft Windows Server 2012 Datacenter...
  • Pagina 399 INDEX Copyright-informatie........... Aanbevolen papier..........ADF............... Datum..............ADF (Automatische documentinvoer)....Datum instellen............ Adresboek........... 129, 220 De fuseereenheid en transferrol vervangen..Adresboek (LAN-fax)......... 182, 184 DHCP............... 45, 47 Afbeeldingsbelichting......... Digitale camera............. Afbeeldingsdichtheid.......... Dik papier 1............Afdrukfuncties............Dik papier 2............Afdrukgebied............Direct kiezen............Afdrukinstelling van het netwerk......
  • Pagina 400 Faxfunctie............. Instellingen van automatische e-mailmeldingen..................Faxtoets..............Instellingen voor het versturen van faxen..Foutmeldingen............. Internetfax........164, 189, 275, 388 Functieprioriteit............Iperf..............Fuseereenheid............. IPsec-beleidsinstellingen........IPsec-instellingen..........Gebruikersbeperking..........IPsec-verzending..........Gebruikerscode............. IPv6-configuratie..........Gebruikersfunctie beperken......IPv6-omgeving............ 54, 267 Gebruikersfuncties beperken........ Gecombineerd kopiëren........Kopieereigenschappen........Geheugenontvangst........191, 195 Kopieerfunctie.............
  • Pagina 401 Ontvangstmodus..........Scannen naar map........129, 137 Opmerkingen............Scannen naar USB..........Opnieuw kiezen..........Scannerbestemmingslijst........opties..............Scantoets..............Origineel..............Schoonmaken......301, 304, 307, 311 Origineeltype............Selecteer pap.lade..........Originelen plaatsen..........Selecteer papier..........Shortcut naar functie........... Shortcut naar functie-knop......... Paginateller............SMTP-instellingen..........Papier komt niet overeen........Snelkoppeling naar functie........
  • Pagina 402 Verbruiksartikelen..........Vergrote of verkleinde kopieën......Verificatie............. Verkort kiezen..........159, 161 Verkorte kiesbestemming........Verplaatsing............Verschillen functie tussen verschillende modellen..............Vertrouwelijk document........Verzendingsmodus..........Verzendinstelling scanner........Voorblad.............. Voorgedrukt papier..........Voorgeperforeerd papier........Waar moet ik het apparaat plaatsen?....Web Image Monitor........... Wettelijk verbod............ WIA..............WPA Supplicant..........
  • Pagina 404 M204-8636A © 2013,2014...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Sp c252sf