Metingen aan waterleidingen
9.1.1
Voorbereiding van de meting
Afb. 52: Oppompen van de waterleiding
met lucht, dichtheidstestappendage via
hogedrukmeerringenstoppen op
waterleiding aangesloten
56
De dichtheidstest gebeurt met een proefdruk van
150 hPa voor de sterktebeproeving.
WAARSCHUWING!
Steek bij de beproeving met lucht in geen geval
een proefdruk > 0,3 MPa (3 bar) op de buisleiding.
Anders kunnen ontoereikende buisverbindingen
uiteenglijden.
Scheid appendages of drukvaten voor de
•
meting van de buisleiding als het volume
ervan een invloed op de veiligheid en de
nauwkeurigheid van het testresultaat kan
hebben.
Sluit alle leidingopeningen met metalen
•
stoppen, blindplaten of blindflenzen.
WENK!
Gesloten afsluitkranen gelden niet als dichte
afsluitingen.
Bouw voldoende ontluchtingsventielen voor
•
het aflaten van de proefdruk in op plekken
waar de lucht zonder gevaar kan worden
afgelaten.
Gebruik een geschikte teststomp (bijv.
•
hogedrukmeerringenstop).
Schakel het Wöhler drukmeetapparaat in.
•
Wacht de nulstellingsfase af.
•
Sluit na de nulstellingsfase de (+)
•
drukaansluiting via een slang en adapter op
de teststomp aan.
Kies in het meetmenu: Water > Dichtheidstest
•
lucht.