Hoofdstuk 5 Onderhoud
5.1 Onderhoudsplan
Onderhoudswerk
1
Sensor reinigen
De sensor op beschadigingen controleren
De sensor kalibreren (wanneer door de bevoegde instanties
voorgeschreven)
1
De frequentie van de reiniging hangt van het gebruik af. Bij sommige toepassingen kan een meer of minder frequente reiniging
nodig zijn.
GEVAAR
Alleen gekwalificeerd personeel mag de in dit hoofdstuk van de
bedieningshandleiding beschreven werken uitvoeren.
GEVAAR
Ontploffingsgevaar! De apparaten alleen bij uitgeschakelde stroomverzorging of in
bekende ongevaarlijke bereiken verbinden of scheiden.
om de 90 dagen
x
x
In overeenstemming met het door de bevoegde
instanties vastgelegde plan.
jaarlijks
25