4.7 pH-kalibratie
4.7.1 Automatische 1-punt-kalibratie
4.7.2 Automatische 2-punts-kalibratie
Door de fabrikant worden voor de pH-waarde de opties automatische een- en
twee-punt-kalibratie evenals manuele kalibratie aangeboden. Bij een automatische
kalibratie wordt de buffertabel geïdentificeerd die met de geselecteerde buffer
overeenstemt, en onmiddellijk na de stabilisatie wordt de sensor gekalibreerd. Een
manuele kalibratie wordt uitgevoerd door de pH-sensor in een buffer of in een standaard
met bekende waarde plaatsen en daarna deze bekende waarde in de controller in te
voeren.
De waarde van de standaard, die in de manuele kalibratie gebruikt wordt, kan door een
laboratoriumanalyse of een vergelijkende analyse bepaald worden.
1. Selecteer uit het hoofdmenu SONDE SETUP, en bevestig de selectie
2. Indien meer dan een sensor aangesloten is, selecteer dan de gewenste sensor, en
bevestig de selectie.
3. Selecteer KALIBREREN, en bevestig de selectie.
4. Kies 1 PUNTS AUTO, selecteer een van de mogelijke uitgangsmodi (AAN,
BLOKKEREN of VERPLAATSEN) uit de lijst, en bevestig de selectie.
5. De zuivere sensor in de buffer plaatsen en bevestigen om verder te gaan.
6. Bevestigen wanneer stabiel. De 1-punt auto wordt beëindigd en de steilheid
(XX.X mV/pH) wordt aangegeven.
7. Breng de sensor terug in het proces.
1. Selecteer uit het hoofdmenu SONDE SETUP, en bevestig de selectie
2. Indien meer dan een sensor aangesloten is, selecteer dan de gewenste sensor, en
bevestig de selectie.
3. Selecteer KALIBREREN, en bevestig de selectie.
4. Kies 2 PUNTS AUTO, selecteer een van de mogelijke uitgangsmodi (AAN,
BLOKKEREN of VERPLAATSEN) uit de lijst, en bevestig de selectie.
5. De zuivere sensor in buffer 1 plaatsen en bevestigen.
6. Bevestigen wanneer stabiel.
7. De zuivere sensor in buffer 2 plaatsen en bevestigen.
8. Bevestigen wanneer stabiel. De 2-punt kalibratie wordt beëindigd en de steilheid
(XX.X mV/pH) wordt aangegeven.
9. Breng de sensor terug in het proces.
Bediening
21