Probleem
De kookplaat wordt uitgescha‐
keld.
De restwarmte-indicator gaat niet
aan.
Hob²Hood werkt niet.
Het bedieningspaneel wordt heet
bij aanraking.
Er klinkt geen geluidsignaal wan‐
neer je de tiptoetsen van het be‐
dieningspaneel aanraakt.
Het indicatielampje boven het
symbool
gaat aan.
De bedieningsbalk knippert.
Opwarmen duurt lang.
en
verschijnen tegelijker‐
tijd.
en
verschijnen tegelijker‐
tijd.
en
verschijnen tegelijker‐
tijd.
24
NEDERLANDS
Mogelijke oorzaak
Je hebt iets op het sensorveld
geplaatst.
De zone is niet heet omdat deze
slechts kortstondig is gebruikt, of de
sensor is beschadigd.
Je hebt het bedieningspaneel afge‐
dekt.
Je maakt gebruik van een hele hoge
pan die het signaal blokkeert.
Het kookgerei is te groot of je plaatst
het te dicht bij het bedieningspaneel.
De signalen zijn uit.
Kinderbeveiligingsinrichting of Blok‐
kering werkt.
Er staat geen pan op de zone, of de
zone is niet volledig bedekt.
De pan is niet geschikt.
De diameter van de bodem van de
pan is te klein voor de zone.
Pan is te klein en ontvangt slechts
een deel van het vermogen dat door
de kookzone wordt gegenereerd.
Het vermogen is te laag vanwege
een ongeschikte of lege pan.
De pan is leeg of bevat andere vloei‐
stof dan water, bijvoorbeeld olie.
Er bevindt zich te veel of te weinig
water in de pan.
Je hebt ander voedsel gekookt dan
water en aardappelen. Het kookpunt
werd verplaatst in de tijd, en Sense‐
Boil® kon niet goed werken.
Oplossing
Verwijder het voorwerp van het sen‐
sorveld.
Als de zone voldoende lang gebruikt is
om heet te zijn, neem je contact op
met een erkende servicedienst.
Verwijder het voorwerp van het bedie‐
ningspaneel.
Gebruik een kleinere pan, verander
van kookzone of bedien de afzuigkap
handmatig.
Plaats grotere pannen indien mogelijk
op de achterste kookzones.
Schakel de geluiden in. Raadpleeg
'Dagelijks gebruik'.
Zie "Kinderbeveiliging" en "Blokke‐
ring".
Zet een pan op de zone, zodat de pan
de zone volledig bedekt.
Gebruik kookgerei dat geschikt is voor
inductiekookplaten. Zie 'Aanwijzingen
en tips'.
Gebruik pannen met de juiste afmetin‐
gen. Raadpleeg de technische gege‐
vens.
Gebruik voor een optimale warmte‐
overdracht kookgerei met een bodem‐
diameter die vergelijkbaar is met de
grootte van de kookzone (d.w.z. de
maximale waarde van de diameter van
het kookgerei in "Technische gege‐
vens" > "Specificatie van de kookzo‐
ne").
Gebruik het geschikte type pannen.
Zie 'Aanwijzingen en tips' en 'Techni‐
sche gegevens'.
Activeer geen zones waarop een lege
pan is geplaatst.
Vermijd gebruik van deze functie met
andere vloeistoffen dan water.
Kook alleen water en aardappelen met
behulp van SenseBoil®. Zie "Aanwij‐
zingen en tips".