kookzones blijven werken met de
verlaagde warmte-instelling. Wijzig indien
nodig handmatig de warmte-instellingen
van de kookzones.
Zie de afbeelding voor mogelijke combinaties
waarin vermogen over de kookzones kan
worden verdeeld.
6.9
SenseFry
Met deze functie kunt u een geschikt
warmteniveau instellen om uw voedsel te
braden. De kookplaat behoudt de
temperatuur tijdens het koken. U kunt kiezen
uit drie SenseFry niveaus: laag (2),
gemiddeld (5), hoog (8). Zodra het
warmteniveau is ingesteld, is er geen
handmatige temperatuuraanpassing nodig.
LET OP!
Gebruik alleen koud kookgerei.
Laat de kookplaat niet onbeheerd achter
terwijl de functie in werking is.
1. Plaats een pan zonder olie/vet op een
van de koude kookzones aan de
linkerkant. U kunt een enkele kookzone
gebruiken of beide zones verbinden met
Bridge.
Als u slechts één pan op één kookzone
plaatst, start de functie automatisch.
2. Raak
aan om de kookplaat in te
schakelen.
3. Raak
aan om de functie te activeren.
Het indicatielampje boven het symbool gaat
aan. De kookstand is 2 standaard ingesteld.
4. Selecteer een braadniveau door
herhaaldelijk op
14
NEDERLANDS
te drukken.
Er verschijnt een knipperende indicator boven
het geselecteerde niveau voor elke kookzone
waarop u de functie momenteel kunt
gebruiken.
5. Raak ergens op de schuifregelaar van de
gekozen kookzone aan.
U kunt het SenseFry niveau aanpassen
door op een van de bijbehorende warmte-
instellingsniveaus te drukken, zoals
weergegeven in de onderstaande tabel.
SenseFry ver‐
mogensniveau
Laag
Medium
Hoog
De functie start.
Zodra de functie start, verschijnen de
indicatielampjes boven de schuifregelaar en
begint de animatie te draaien.
Als u binnen 5 seconden geen pan op
een van de kookzones plaatst, wordt de
functie automatisch uitgeschakeld.
6. Stel indien nodig een timerfunctie in.
Zodra de pan de beoogde temperatuur
bereikt, klinkt een akoestisch signaal. U kunt
nu olie en voedsel in de pan doen.
Druk op 0 op de bedieningsbalk of druk op
om de functie te stoppen
Als u een instelt Timer met aftelfunctie op een
van de kookzones en de ingestelde tijd is
verstreken voordat de beoogde temperatuur
is bereikt, wordt de functie automatisch
uitgeschakeld.
Tips en advies:
• U kunt indien nodig het standaard
warmteniveau wijzigen.
• Gebruik voor dikke stukken voedsel of
rauwe aardappelen een deksel tijdens de
eerste 10 minuten bakken.
• Het opwarmen van zware en/of grote
pannen kan langer duren.
• Gebruik dun metalen kookgerei op de lage
en middelhoge warmtestanden om
Warmte-instel‐
lingsniveaus
2
5
8
.