Handmatige scherpstelling
Als automatisch scherpstellen niet goed functioneert, gebruikt u handmatige scherpstelling.
≥ Verander de functie naar
≥ Druk op de iA/MANUAL toets om naar handmatige werking te schakelen. (l 63)
1
(Wanneer de MF-assist-functie gebruikt
wordt)
Selecteer het menu.
: [OPNAME INST.] #
[MF-HULP] # [AAN]
≥ Raak
aan om het handmatige
F
pictogram weer te geven.
2
Raak [FOCUS] aan.
3
Raak [MF] aan om naar de
handmatige scherpstelling
over te gaan.
≥ MF verschijnt op het scherm.
4
Stel scherp door
raken.
MF
:Scherpstellen op een onderwerp dichtbij
MF
:Scherpstellen op een onderwerp ver weg
MF
MF
MF
MF
MF
F
FOCUS
WB
SHTR
A Blauw weergegeven deel
De scherpstelzone wordt blauw
weergegeven. Het gewone beelscherm
keert terug ongeveer 2 seconden nadat u
klaar bent met scherp stellen van het
onderwerp.
66
VQT2W66
of
.
/
aan te
MF MF
IRIS
≥ Wanneer [MF-HULP] op [UIT] staat, wordt
de blauwe zone niet weergegeven.
≥ Om auto focus opnieuw in te stellen, raakt
u [AF] aan in stap 3 of drukt u opnieuw op
de toets iA/MANUAL.
≥ De blauwe weergave verschijnt niet op de
huidig opgenomen beelden.