[BEELDINSTEL.]
Stelt de kwaliteit van het beeld in tijdens het opnemen.
Stel in door het beeld uit te voeren naar een televisie en dan de beeldkwaliteit te veranderen.
≥ Verander de modus op
(deze instelling wordt gehandhaafd als u tussen de opnamewijze voor videlbeelden en de
opnamewijze voor stilstaande beelden schakelt)
≥ Naar de handmatige werking schakelen. (l 63)
1
Selecteer het menu.
: [OPNAME INST.] # [BEELDINSTEL.]
2
Raak de gewenste instellingsopties aan.
[SCHERPTE]:
[KLEUR]:
[BELICHTING]:
[WB aanpassing]:
3
Raak
/
4
Raak [ENTER] aan.
≥ Raak [STOP] aan of druk op de MENU toets om de instellingen te vervolledigen.
verschijnt op het beeldscherm.
≥
58
VQT2W66
of
Scherpte van de rand
Diepte van de kleur van het beeld
Helderheid van het beeld
Kleurbalans beeld
aan om de instellingen uit te voeren.
.