NEDERLANDS
Dagelijks gebruik
Wasgoed in de machine doen
Draai de waterkraan open. Steek de
stekker in het stopcontact.
1. Trek aan de deurhendel om de deur
van het apparaat te openen.
2. Plaats het wasgoed één voor één in de
trommel.
3. Schud de items voor u ze in de
wasautomaat plaatst.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de
trommel plaatst. Raadpleeg de maximale
ladingen in de "Programmatabel".
4. Sluit de vuldeur.
Er kan waterlekkage of beschadigd
wasgoed ontstaan.
Wasmiddel en wasverzachter doseren
Let op!
Zorg
ervoor dat
er geen
wasgoed
tussen de
deur blijft
klemmen.
Giet het wasmiddel in
het vakje voor
hoofdwas
of in
een ander vak als het
geselecteerde
programma/de optie
dit vereist (zie voor
meer informatie
'Wasmiddeldoseerva
kje'). Zie voor de
juiste hoeveelheid
wasmiddel 'Graden
van waterhardheid'.
Schuif de wasmiddellade er weer
voorzichtig in
Een programma instellen
1. Draai de programmaschakelaar om het
apparaat aan te zetten en het
programma in te stellen:
• Het lampje van de toets
• Het display geeft de
programmaduur weer.
2. Indien nodig, wijzig de
centrifugeersnelheid of voeg extra
opties toe. Als u een optie activeert,
gaat het indicatielampje van de
ingestelde optie branden.
Als u iets niet goed instelt, toont
het display de melding
Zie voor de beschrijving van elke
wascyclus, de mogelijke
combinaties van
wasprogramma's en de opties,
het hoofdstuk "Programma's".
Een programma starten zonder een
uitgestelde start
Druk op toets
.
• Het indicatielampje
knipperen en blijft branden.
• Het programma start, de deur wordt
vergrendeld, het lampje
44
Giet wasverzachter in
het compartiment dat
wordt aangegeven
met
(mag de
markering «MAX» in
de lade niet
overschrijden).
knippert.
.
stopt met
brandt.