36
9.1 Coderingsaanwijzing voor elektronica met H-besturing
Na de vervanging van de standaard geplaatste elektronische besturingen moet de besturing weer met
de programma's van het apparaat (zie tabel) worden gecodeerd.
Let op: Bij apparaten met 3 programma's/toetsen moet de besturing voor het plaatsen van het
bedieningspaneel worden geprogrammeerd.
1.
Activeren:
De toetsen S2, S3, S4 en S5 gelijktijdig indrukken, ingedrukt houden en hoofdschakelaar
activeren. Zolang de toetsen S2 t/m S5 ingedrukt blijven, knipperen de LEDs L2 t/m L5.
De actuele codering wordt na het loslaten van de toetsen S2 t/m S5 door de LEDs L2, L3 en L4
binair gecodeerd aangegeven (zie codetabel).
2.
Variant instellen:
Door indrukken van toets S2 kunnen de verschillende variant-coderingen (zie tabel) worden
ingesteld.
3.
Codering opslaan:
Door het uitschakelen van het apparaat wordt de nieuwe variant/codering opgeslagen.
Coderingstabel
Codering
S1
0
Intensief 70°
1
2
3
LED uit = 0
Programmasymbolen
Intensief 70°
Normaal 65°
S2
S3
Normaal 65°
ECO 50°
Normaal 65°
ECO 50°
Normaal 65°
ECO 50°
ECO 50°
Snel 35°
S4
S5
Snel 35°
Voorwassen
Snel 35°
Voorwassen
Voorwassen
LED brandt = X
Servicehandboek 634
(IG 634.2)
LED 2
LED 3
LED 4
o
0
0
X
0
0
0
X
0
X
X
0
Voorwassen
Alleen voor intern gebruik