nl Alarm
Temperatuur instellen
Aanbevolen temperatuur
Koelvak:
Koelvak
Toets < / > meermaals indrukken tot
■
de gewenste temperatuur verschijnt
op de display.
Verskoelruimte
De temperatuur in de verskoelruimte
wordt op circa 0 °C gehouden.
Wanneer rijp op de kleine
Aanwijzing:
koelproducten in de verskoelruimte
voorkomt: De temperatuur warmer
instellen. ~ "Storingen, wat te doen?"
op pagina 108
Vriesvak
De temperatuur in de koelruimte
beïnvloedt de temperatuur in het
vriesvak. Verander de temperatuur in de
koelruimte om de temperatuur in het
vriesvak te veranderen. Hoger
ingestelde koelruimtetemperaturen
zorgen voor hogere
vriesvaktemperaturen.
Supervriezen
Bij het supervriezen wordt het vriesvak
zo koud als mogelijk is.
Het supervriezen inschakelen bijv.:
om levensmiddelen snel tot in de
■
kern in te vriezen
4 ... 6 uur vóór opslag van een
■
levensmiddelhoeveelheid vanaf 2 kg
om het max. vriesvermogen te
■
benutten
~ "Maximale invriescapaciteit"
op pagina 103
100
Aanwijzing:
ingeschakeld kunnen de
bedrijfsgeluiden toenemen.
Na ca. 1 ^ dag schakelt het apparaat
+4 °C
over op normale werking.
Supervriezen in-/uitschakelen:
Toets super indrukken.
■
De toets brandt als het
supervriessysteem is ingeschakeld.
M
Alarm
Deuralarm
A l a r m
Als de deur van het apparaat langer
dan twee minuten open staat, wordt het
deuralarm (aanhoudend geluidssignaal)
ingeschakeld.
Deur sluiten of toets alarm
■
indrukken.
Het alarmsignaal wordt
uitgeschakeld.
U
Koelvak
Het koelvak is geschikt voor het
K o e l v a k
bewaren van melkproducten, eieren,
bereide gerechten, bakproducten,
geopende conserven en harde kaas.
De temperatuur is van +3 °C ... +8 °C
instelbaar.
Door de koelopslag kunt u ook zeer
bederfelijke levensmiddelen op korte
of middellange termijn bewaren. Hoe
lager de temperatuur, hoe langzamer
de gistingsprocessen, de chemische
processen en het bederf door
micro-organismen verloopt. Een
temperatuur van +4 °C of lager
waarborgt een optimale versheid en
veiligheid van de levensmiddelen.
Als het supervriezen is