Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inbedrijfstelling; Voorzorgsmaatregelen Bij De Inbedrijfstelling; Controlelijst Voor De Inbedrijfstelling; Checklist Tijdens Inbedrijfstelling - Daikin ERA100A7V1B Montagehandleiding En Gebruiksaanwijzing

Inverter-buitenunit voor ahu-optiekit en luchtgordijnen
Inhoudsopgave

Advertenties

20 Inbedrijfstelling

20
Inbedrijfstelling
OPMERKING
Algemene
checklist
instructies voor inbedrijfstelling in dit hoofdstuk, is er een
algemene checklist inbedrijfstelling beschikbaar op het
Daikin Business Portal (authenticatie vereist).
De algemene checklist voor de inbedrijfstelling vormt een
aanvulling op de instructies in dit hoofdstuk en kan worden
gebruikt
als
richtlijn
rapporteringssjabloon
overhandiging aan de gebruiker.
OPMERKING
Laat de unit ALTIJD werken met de thermistoren en/of
druksensoren/-schakelaars. Zo NIET kan de compressor
vuur vatten.
20.1
Voorzorgsmaatregelen bij de
inbedrijfstelling
VOORZICHTIG
Laat het systeem NIET proefdraaien terwijl aan de
binnenunit(s) wordt gewerkt.
Bij het proefdraaien zullen NIET ALLEEN de buitenunit,
maar ook de aangesloten binnenunit werken. Tijdens het
proefdraaien aan een binnenunit werken is gevaarlijk.
OPMERKING
Schakel de voeding ten minste 6 uur voor gebruik IN om
de carterverwarming van stroom te voorzien en de
compressor te beschermen.
Tijdens het proefdraaien starten de buitenunit en de binnenunit op.
Controleer of voorbereidingen van de binnenunit voltooid zijn (lokale
leidingen,
elektrische
bedrading,
montagehandleiding van de binnenunit voor meer informatie.
20.2
Controlelijst voor de
inbedrijfstelling
1 Controleer na de installatie van de unit de hierna vermelde
punten.
2 Sluit de unit.
3 Schakel de unit in.
U hebt de volledige instructies voor installatie en gebruik
gelezen,
zoals
beschreven
handleiding voor de installateur en de gebruiker.
Installatie
Controleer of de unit correct is geïnstalleerd om
abnormale geluiden en trillingen te voorkomen bij het
opstarten van de unit.
Lokale bedrading
Controleer of de lokale bedrading volgens de in het
hoofdstuk
"17  Elektrische
instructies, de bedradingsschema's en de geldende
nationale bedradingsvoorschriften is uitgevoerd.
Voedingsspanning
Controleer
de
voedingsspanning
voedingspaneel. De spanning MOET overeenstemmen
met de spanning op het naamplaatje van de unit.
Aardingsbedrading
Controleer of de aardingskabels goed zijn aangesloten en
de aardingsklemmen stevig zijn vastgemaakt.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
36
inbedrijfstelling.
Naast
en
als
basis
voor
tijdens
inbedrijfstelling
en
ontluchten,
...).
Zie
in
de
uitgebreide
installatie"  [ 4   29] beschreven
op
het
lokale
Isolatietest van het hoofdvoedingscircuit
Controleer met behulp van een megger van 500 V of een
isolatiebestendigheid van 2 MΩ of meer is bereikt. Breng
hiervoor een spanning van 500  V DC aan tussen de
de
voedingsklemmen en de aarding. Gebruik de megger
NOOIT voor de bedrading tussen de units.
Zekeringen, stroomonderbrekers of beveiligingen
Controleer of de zekeringen, de stroomonderbrekers of de
lokaal geïnstalleerde beveiligingen van het in het
hoofdstuk
de
bedradingscomponenten"  [ 4   29] vermelde type en grootte
bij
zijn. Controleer of er geen zekering of beveiliging is
overbrugd.
Interne bedrading
Controleer of er geen losse aansluitingen of beschadigde
elektrische componenten in de schakelkast en binnenin
de unit zichtbaar zijn.
Leidingdiameter en leidingisolatie
Installeer leidingen met de juiste diameter en isoleer ze
zoals voorgeschreven.
Afsluiters
Zorg dat de afsluiters aan zowel de vloeistof- als de
gaszijde open zijn.
Beschadigde apparatuur
Controleer de binnenkant van de unit op beschadigde
onderdelen of platgedrukte leidingen.
Koelmiddellek
Controleer
koelmiddellekken. Probeer eventuele koelmiddellekken te
repareren. Raadpleeg uw plaatselijke dealer als u er niet
in slaagt het lek te verhelpen. Raak geen koelmiddel aan
dat uit de aansluitingen van de koelmiddelleidingen is
gelekt. Anders kunt u vrieswonden oplopen.
Olielek
de
Controleer
eventuele
olielekken
plaatselijke dealer als u er niet in slaagt het lek te
verhelpen.
Luchtinlaat/-uitlaat
Controleer of de luchtinlaat en -uitlaat van de unit NIET
belemmerd is door papier, karton of iets anders.
Hoeveelheid extra koelmiddel
De bij te vullen hoeveelheid koelmiddel moet worden
vermeld op het bijgevoegde label "Bijgevuld koelmiddel"
en aangebracht op de achterkant van het voorpaneel.
Vereisten voor R32-apparatuur
Controleer of het systeem voldoet aan alle vereisten van
het volgende hoofdstuk:
R32-koelmiddel" [ 4  6].
met
Lokale instellingen
Controleer of alle gewenste lokale instellingen zijn
ingesteld. Zie
Installatiedatum en lokale instelling
Schrijf de installatiedatum op de sticker op de achterkant
van het voorpaneel overeenkomstig EN60335‑2‑40 en
noteer ook de lokale instelling(en).
20.3

Checklist tijdens inbedrijfstelling

Testen.
Inverter-buitenunit voor AHU-optiekit en luchtgordijnen
"17.2 
Specificaties
van
de
binnenkant
van
de
de
compressor
op
olielekken.
te
repareren.
Raadpleeg
"2.1  Instructies voor apparatuur
uitvoeren" [ 4  33].
"19.1 Lokale instellingen
ERA100~140A7V/Y1B
4P780151-1 – 2024.06
standaard
unit
op
Probeer
uw

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Era125a7v1bEra140a7v1bEra100a7y1bEra125a7y1bEra140a7y1b

Inhoudsopgave