8 Opsporen en verhelpen van storingen
Hoofdcode
Storing thermistor warmtewisselaar (binnenunit; gas)
Storing thermistor aanzuiglucht (binnenunit)
Storing thermistor perslucht (binnenunit)
Storing R32-sensor of losgekomen sensor
(a)
(binnenunit)
Levensduur R32-sensor overschreden (binnenunit)
R32-sensor op 6 maand voor het einde van de
levensduur (binnenunit)
Wachten op bevestiging vervanging R32-sensor
(a)
(binnenunit)
Storing thermistor gebruikersinterface (binnenunit)
Storing printplaat (buitenunit)
Hogedrukschakelaar geactiveerd
Storing lage druk (buitenunit)
Compressorblokkering gedetecteerd (buitenunit)
Storing ventilatormotor (buitenunit)
Storing elektronische expansieklep (buitenunit)
Storing perstemperatuur (buitenunit)
Abnormale aanzuigtemperatuur (buitenunit)
Detectie te veel koelmiddel (buitenunit)
Storing hogedrukschakelaar (buitenunit)
Probleem ventilatormotor (buitenunit)
Storing omgevingstemperatuursensor (buitenunit)
Storing druksensor
Storing stroomsensor
Storing perstemperatuursensor (buitenunit)
Storing aanzuigtemperatuursensor (buitenunit)
Storing temperatuursensor ontijzen (buitenunit)
Storing vloeistoftemperatuursensor (na onderkoeling
HE) (buitenunit)
Storing gastemperatuursensor (na onderkoeling HE)
(buitenunit)
Storing hogedruksensor (S1NPH)
Storing lagedruksensor (S1NPL)
INV-printplaat abnormaal (buitenunit)
Lameltemperatuur abnormaal (buitenunit)
Inverterprintplaat defect (buitenunit)
Overstroom compressor gedetecteerd (buitenunit)
Compressorblokkering (opstarten) (buitenunit)
Transmissieprobleem of loskoppeling uitschakel-PCB
(buitenunit)
INV asymmetrische voedingsspanning (buitenunit)
Storing lamelthermistor (buitenunit)
Storing capaciteitsinstelling (buitenunit)
Abnormale daling lage druk, defecte expansieklep
INV voedingsspanning te laag
Systeem nog niet proefgedraaid
Defecte bedrading binnenunit/buitenunit
Abnormale communicatie tussen gebruikersinterface
en binnenunit
Abnormale communicatie tussen hoofd- en
subgebruikersinterface
Verkeerde systeemcombinatie / verkeerd combinatie
types binnenunit / storing binnenunit.
Storing aansluiting binnenunits of verkeerde
combinatie types
Systeemblokkering
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
14
Inhoud
(a)
(a)
Hoofdcode
Fout back-up-PCB
Inputfout externe ventilatie
Dubbel gecentraliseerd adres
Storing in communicatie gecentraliseerde besturing -
binnenunit
Storing automatisch adres (inconsistentie)
Toevoerluchtdebiet AHU onder wettelijke limiet
(a)
De foutcode wordt alleen weergegeven op de gebruikersinterface
van het compatibele luchtgordijn met de fout.
(b)
Als het toevoerluchtdebiet van de AHU gedurende 5 minuten
continu boven de wettelijke limiet is, wordt deze fout automatisch
opgelost.
8.2
Symptomen die geen storingen
van het systeem zijn
De volgende symptomen zijn GEEN storingen van het systeem:
8.2.1
Symptoom: Het systeem werkt niet
▪ De airconditioner start niet meteen nadat u op de AAN/UIT-knop
van de gebruikersinterface drukt. Om overbelasting van de
compressormotor te voorkomen, start de airconditioner pas 5
minuten nadat hij werd uitgeschakeld.
▪ Als "Onder gecentraliseerde besturing" op de gebruikersinterface
staat, knippert het display enkele seconden wanneer u op de
werkingstoets drukt. Het knipperende display betekent dat de
interface niet kan worden gebruikt.
▪ Het systeem start niet meteen nadat de voeding wordt
ingeschakeld. Wacht één minuut totdat de microcomputer
bedrijfsklaar is.
8.2.2
Symptoom: Koelen/verwarmen kan niet
worden omgeschakeld
▪
(omschakeling onder gecentraliseerde besturing) op het
display betekent dat dit een slave-gebruikersinterface is.
▪ Wanneer
de
keuzeschakelaar
afstandsbediening is geïnstalleerd, of de T3T4-input wordt
gebruikt
en
op
het
display
gecentraliseerde besturing) staat, betekent dit dat omschakelen
koelen/verwarmen wordt geregeld door de keuzeschakelaar
koelen/verwarmen op de afstandsbediening. Vraag uw dealer
waar de afstandsbedieningsschakelaar is geïnstalleerd.
8.2.3
Symptoom: Ventileren is mogelijk, maar
koelen en verwarmen werken niet
Onmiddellijk na het inschakelen. De microcomputer is nog aan het
opstarten en voert een communicatiecontrole uit met alle
binnenunits. Wacht 12 minuten (maximum) tot de microcomputer
klaar is.
8.2.4
Symptoom: Uit het toestel komt witte rook
(binnenunit, buitenunit)
Wanneer het systeem na het ontdooien wordt omgeschakeld op
verwarmen. Het vocht van het ontdooien wordt omgezet in stoom en
wordt uitgeblazen.
Inverter-buitenunit voor AHU-optiekit en luchtgordijnen
Inhoud
(b)
koelen/verwarmen
op
de
(omschakeling
onder
ERA100~140A7V/Y1B
4P780151-1 – 2024.06