16 Koelmiddel vullen
f
Afsluiter vloeistofleiding
g
Afsluiter gasleiding
A
Klep A
B
Klep B
C
Klep C
Klep
Klep A
Klep B
Klep C
Afsluiter vloeistofleiding
Afsluiter gasleiding
OPMERKING
Controleer de binnenunits ook op lekken en op vacuüm.
Houd eventuele (lokaal voorziene) kleppen van lokale
leidingen ook open.
15.3.2
Lektest uitvoeren
Vacuümlektest
1 Vacumeer het systeem aan de vloeistof- en gasleiding
gedurende meer dan 2 uur tot –100,7 kPa (– 1 ,007 bar).
2 Schakel de vacuümpomp uit zodra de waarde is bereikt en
controleer of de druk minstens 1 minuut niet stijgt.
3 Als de druk stijgt, dan bestaat de mogelijk dat in het systeem
vocht aanwezig is (zie vacuüm drogen onder) of dat het
systeem een lekkage heeft.
Druklektest
1 Breek het vacuüm door het onder druk te brengen met
stikstofgas tot een minimum meterdruk van 0,2 MPa (2 bar).
Stel de meterdruk nooit in op een waarde die groter is dan de
maximale bedrijfsdruk van de unit, d.w.z. 3,52 MPa (35,2 bar).
2 Test
op
lekken
met
leidingverbindingen.
3 Verwijder alle stikstofgas.
OPMERKING
Gebruik ALTIJD een aanbevolen bellentestoplossing van
bij uw groothandelaar.
Gebruik NOOIT zeepwater:
▪ Zeepwater kan componenten zoals flaremoeren of
deksels van afsluiters doen barsten.
▪ Zeepwater kan zout bevatten, dat vocht opneemt en
bevriest wanneer de leidingen koud worden.
▪ Zeepwater
bevat
flareverbindingen kan veroorzaken (tussen de messing
flaremoer en de koperen flare).
15.3.3
Vacuümdrogen
Ga als volgt te werk om al het vocht uit het systeem te verwijderen:
1 Vacumeer het systeem minstens 2 uur tot een streefwaarde
van –100,7 kPa (– 1 ,007 bar) (5 Torr absoluut).
2 Controleer of de streefwaarde van het vacuüm minstens 1 uur
behouden blijft nadat de vacuümpomp is uitgeschakeld.
3 Als de streefwaarde niet binnen de 2 uur wordt bereikt of niet
1 uur behouden blijft, bevat het systeem mogelijk te veel vocht.
Breek in dat geval het vacuüm met stikstofgas tot een
meterdruk van 0,05 MPa (0,5 bar) en herhaal stap 1 tot 3 tot
alle vocht verwijderd is.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
26
Status
Open
Open
Open
Sluiten
Sluiten
een
bellentestoplossing
op
ammoniak,
dat
corrosie
van
4 Afhankelijk van of u meteen koelmiddel wil vullen via de
koelmiddelvulpoort of eerst een deel koelmiddel vooraf wil
vullen via de vloeistofleiding, opent u de afsluiters van de
buitenunit of laat u ze dicht. Zie
voor meer informatie.
15.3.4
Controleren op lekken na vullen van
koelmiddel
Na het vullen van koelmiddel in het systeem moet een extra lektest
worden uitgevoerd. Zie
controleren op lekkage na het vullen van
16
Koelmiddel vullen
16.1
Voorzorgsmaatregelen bij het
vullen van koelmiddel
WAARSCHUWING
▪ Gebruik uitsluitend R32 als koelmiddel. Andere stoffen
kunnen ontploffingen en ongelukken veroorzaken.
▪ R32 bevat gefluoreerde broeikasgassen. Het heeft een
aardopwarmingsvermogen (GWP) van 675. Laat deze
gassen NIET vrij in de atmosfeer.
▪ Gebruik
beschermende handschoenen en een veiligheidsbril.
OPMERKING
Als de voeding van sommige units wordt uitgeschakeld,
kan de vulprocedure niet goed worden voltooid.
OPMERKING
Schakel de voeding ten minste 6 uur voor gebruik IN om
alle
de carterverwarming van stroom te voorzien en de
compressor te beschermen.
OPMERKING
Als de stappen binnen de 12 minuten na het inschakelen
van de binnen- en buitenunits worden uitgevoerd, werkt de
compressor niet voordat de communicatie tussen de
buitenunit(s) en binnenunits op een correcte manier tot
stand is gebracht.
OPMERKING
Controleer of de aanduiding op het 7-segmentendisplay
van de A1P-printplaat van de buitenunit normaal is voordat
u de vulprocedure begint (zie
[ 4 34]).
activeren"
weergegeven, zie
oplossen" [ 4 37].
OPMERKING
Controleer of de aangesloten binnenunit wordt herkend
(zie
instelling
monitoringinstellingen" [ 4 35]).
OPMERKING
Sluit het voorpaneel voordat u begint met koelmiddel bij te
vullen. Wanneer het voorpaneel niet is gemonteerd, kan de
unit niet controleren of er geen storingen zijn.
Inverter-buitenunit voor AHU-optiekit en luchtgordijnen
"16.3 Koelmiddel
"16.6 Verbindingen van koelmiddelleidingen
koelmiddel" [ 4 28].
bij
het
vullen
van
koelmiddel
"19.1.4 Stand 1 of 2
Als
een
storingscode
"21.1 Problemen op basis van foutcodes
[1‑10]
in
"19.1.7
ERA100~140A7V/Y1B
4P780151-1 – 2024.06
vullen" [ 4 27]
ALTIJD
wordt
Stand
1: