Stalling
1.
Parkeer de machine op een horizontaal vlak,
stel de parkeerrem in werking, zet de motor af,
verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat
alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn
gekomen voordat u de machine verlaat.
2.
Reinig de machine grondig. De rotorbehuizing
moet vrij zijn van vuil, bladeren en afval.
3.
Controleer de bandenspanning; zie
Bandenspanning controleren (bladz.
4.
Draai al het bevestigingsmateriaal indien nodig
vast.
5.
Smeer of olie alle smeer- en draaipunten. Neem
overtollig vet op.
6.
Smeer de sleuven van de aftakas in met een
laagje vet.
7.
Plaatsen waar de lak is bekrast, beschadigd of
geroest, moeten licht geschuurd en bijgewerkt
worden. Eventuele deuken in de metalen
carrosserie herstellen.
17).
22