Installatievoorbereiding
Waterbehandelingsproducten
OPMERKING
Materiële schade door verontreinigingen in het systeem!
Vuildeeltjes uit het systeem kunnen het toestel beschadigen en de effici-
ëntie beïnvloeden.
▶ Instructies uit de richtlijn BS7593 voor de behandeling van water in
warmwatervoorzieningssystemen aanhouden.
▶ Geen vorstbeschermings-/glycolproducten gebruiken.
Geschikte waterbehandelingsproducten (inhibitoren/reinigings-
middelen) zijn leverbaar van de volgende fabrikanten:
ADEY
01242 546700
www.adey.com
FERNOX
0330 100 7750
www.fernox.com
SENTINEL
01928 704330
www.sentinelprotects.com/uk
Tabel 5
4.2
Monteer een magneetfilter met vuilafscheiding
OPMERKING
Schade aan de binnenunit door verontreinigingen in de cv-installa-
tie!
Vuil en verontreinigingen in de cv-installatie kunnen schade aan de bin-
nenunit veroorzaken.
▶ Monteer een deeltjesfilter in de cv-retour van de binnenunit.
Het deeltjesfilter moet aan de volgende eisen voldoen:
• Maaswijdte: maximaal 0,6 mm
• Doorstroomfactor k
: minimaal 7 m³/h
vs
• Magnetietafscheider
4.3
Cv-installatie minimaal volume en aanvoer
Een voldoende hoeveelheid energie opgeslagen in het systeem is nodig
om te vaak starten en uitschakelen, onvolledig ontdooien en onnodige
alarmen te vermijden. Energie wordt opgeslagen in de waterhoeveelheid
van de cv-installatie en in de installatiecomponenten (radiatoren en
vloerverwarming).
Voor het ontdooibedrijf van de buitenunit moet een minimaal volume en
aanvoer worden gewaarborgd en permanent aanwezig zijn.
Het minimum volume kan worden geleverd door de open circuits (de
noodzakelijke kleppen/thermostaten moeten altijd volledig zijn ge-
opend) en/of via een buffervat. Voor een optimaal en zo efficiënt moge-
lijk ontdooibedrijf is een aanbevolen volume gespecificeerd.
De minimale aanvoer moet worden gewaarborgd binnen het beschikbare
minimum volume. Wanneer de minimum aanvoer niet wordt gehaald,
moeten aanvullende maatregelen worden genomen, bijv. via een bypass-
klep of parallelbuffervat. Let erop dat wanneer een hydraulische schei-
ding aanwezig is, een extra cv-pomp nodig is.
Onder bepaalde omstandigheden, afhankelijk van de beschikbare opge-
slagen energie in het systeem, kunnen de bijverwarming worden ge-
bruikt om de volledige ontdooiing te waarborgen.
8
Buitenunit
Minimum
Vloer/ventilator
Radiatoren
Minimale aanvoer
Tabel 6 Minimum volume en aanvoer voor buitenunit CS3400iAW 4 OR-
S
Buitenunit
Minimum
Vloer/ventilator
Radiatoren
Minimale aanvoer
Tabel 7 Minimum volume en aanvoer voor buitenunit CS3400iAW 6-8
OR-S
4.4
Monteren leidingen
OPMERKING
Gevaar voor storingen door verontreinigingen in de leidingen!
Vaste stoffen, metaal-/kunststofspanen, hennep- en weefselbandresten
en dergelijke materialen kunnen zich in pompen, ventielen en warmte-
wisselaars afzetten.
▶ Voorkom het binnendringen van vaste stoffen in het leidingsysteem.
▶ Leidingcomponenten en -verbindingen niet direct op de vloer plaat-
sen.
▶ Zorg er bij het ontbramen voor, dat geen spanen in de leidingen ach-
terblijven.
VOORZICHTIG
Letsel door vrijkomend koudemiddel!
Huid- of oogcontact met het koudemiddel kan bevriezing veroorzaken.
Verstikkingsgevaar door inademen van gassen/dampen.
▶ Draag geschikte veiligheidshandschoenen en een veiligheidsbril,
voor alle werkzaamheden met koudemiddel.
▶ Vermijd huid- of oogcontact met het koudemiddel.
▶ Roep medische hulp in bij huid- of oogcontact met het koudemiddel.
▶ Gassen/dampen niet inademen.
▶ Zorg voor voldoende ventilatie op de werkplek.
▶ Koelmiddelleidingen tussen de buitenunit en de binnenunit conform
de installatie instructie van de buitenunit installeren.
▶ Leidingen voor de cv-installatie in het gebouw tot aan de installatielo-
katie van de binnenunit leggen.
4.5
Overstortventiel monteren (optie)
Als optie kan een overstortventiel worden gemonteerd.
Conform EN 12828 mag er tussen de binnenunit (warmtebron) en de
overstortventiel(en) geen afsluiter bevinden.
Wanneer de binnenunit lokaal met een overstortventiel kan worden afge-
sloten (bijvoorbeeld door afsluitkranen):
▶ Overstortventiel in de aanvoer buiten de binnenunit monteren.
▶ Geïsoleerde leidingen tussen afvoer en overstortventiel vorstvrij in-
stalleren.
Compress Hybrid 3400i AW – 6721841571 (2023/08)
CS3400iAW 4 OR-S
Aanbevolen
13 l
35 l
4 l
13 l
15 l/min
CS3400iAW 6-8 OR-S
Aanbevolen
27 l
40 l
10 l
15 l
15 l/min