12.6
Storingscodes op het display
Weergave
Oorzakenco-
code
de
A01
5800
A01
5801
A01
5802
H01
5803
A01
5804
H01
5805
A01
5806
H01
5807
A01
5808
H01
5809
A01
5810
Tabel 16
Compress Hybrid 3400i AW – 6721841571 (2023/08)
Storingstekst
Hoofdoorzaak
Info Buitenunit re-
Storing in de stroomvoorzie-
gelaar herinbe-
ning of crash van de sturing van
drijfname
de buitenunit.
Info Buitenunit
Storing in de stroomvoorzie-
CAN gateway
ning of crash van de CAN-Gate-
herinbedrijfname
ways (CBI) van de buitenunit.
Info Geen voe-
Geen stroomvoorziening aan
dingsspanning
de compressor.
compressor
Alarm Geen voe-
Geen stroomvoorziening aan
dingsspanning
de compressor (buitenunit ge-
compressor
blokkeerd).
Info Stroomsen-
Hardware: meetwaardefout
sor storing
aan stroomsensor.
Alarm Stroomsen-
Hardware: meetwaardefout
sor storing
aan stroomsensor (buitenunit
geblokkeerd).
Info IPM aandrij-
Hardware: verkeerd stuursig-
ving stift storing
naal aan IPM-stift.
Alarm IPM aandrij-
Hardware: verkeerd stuursig-
ving stift storing
naal aan IPM-stift (buitenunit
geblokkeerd).
Info AC-ingang nul
Wisselstroomfrequentie
kruisfout
< 40 Hz of > 70 Hz of geen
nuldoorgangssignaal.
Alarm AC-ingang
Wisselstroomfrequentie
nul kruisfout
< 40 Hz of > 70 Hz of geen
nuldoorgangssignaal (buiten-
unit geblokkeerd).
Info Compressor-
Hardware: meetwaardefout
stroomsensor sto-
aan stroomsensor.
ring
Correctie/maatregel
Verwachte informatie bij het uit- en weer inschakelen van de be-
sturingsunit. Geen correctie nodig. Anders stabiliteit van de nets-
panning controleren. Als de stroomvoorziening stabiel is of als het
probleem zich opnieuw voordoet, vervangt u de besturingsunit.
Verwachte informatie bij het uit- en weer inschakelen van de be-
sturingsunit. Geen correctie nodig. Anders stabiliteit van de nets-
panning controleren. Als de stroomvoorziening stabiel is of als het
probleem zich opnieuw voordoet, vervangt u de CAN-Gateway
(CBI).
Controleer de bedrading van de compressor en de aansluitingen
van de pressostaat.
Controleer de bedrading van de compressor en de aansluitingen
van de pressostaat.
Zorg ervoor dat de luchtinlaat van de buitenunit en de aansluit-
doos niet geblokkeerd zijn.
Controleer de aansluitingen van de compressor. Controleer de in-
wendige weerstanden van de compressor.
Zorg ervoor dat de luchtinlaat van de buitenunit en de aansluit-
doos niet geblokkeerd zijn. Controleer de aansluitingen van de
compressor. Controleer de inwendige weerstanden van de com-
pressor.
Zorg ervoor dat de luchtinlaat van de buitenunit en de aansluit-
doos niet geblokkeerd zijn. Controleer de aansluitingen van de
compressor. Controleer de inwendige weerstanden van de com-
pressor.
Zorg ervoor dat de luchtinlaat van de buitenunit en de aansluit-
doos niet geblokkeerd zijn. Controleer de aansluitingen van de
compressor. Controleer de inwendige weerstanden van de com-
pressor.
Controleer tussen alle fasen en de PEN-ader of de ingangsspan-
ning buiten de grenswaarden ligt. Als dit niet het geval is en het
probleem blijft aanhouden, vervang dan de compressoraandrij-
ving. Als de spanning te hoog/laag is, adviseer dan de klant de
stroomvoorziening te corrigeren.
Controleer tussen alle fasen en de PEN-ader of de ingangsspan-
ning buiten de grenswaarden ligt. Als dit niet het geval is en het
probleem blijft aanhouden, vervang dan de compressoraandrij-
ving. Als de spanning te hoog/laag is, adviseer dan de klant de
stroomvoorziening te corrigeren.
Netkabels controleren. Als er geen probleem wordt gevonden,
vervang dan de compressoraandrijving.
Appendix
43