6.8.8
Externe aansluitingen
OPMERKING
Materiële schade door verkeerde aansluiting!
Door de aansluiting op een verkeerde spanning of stroomsterkte is scha-
de aan elektrische componenten mogelijk.
▶ Voer uitsluitend aansluitingen op externe aansluitingen van de bin-
nenunit uit, die voor 5 V en 1 mA zijn aangepast.
▶ Wanneer koppelrelais nodig zijn, uitsluitend relais met goudcontac-
ten gebruiken.
De externe ingangen I1 en I4 kunnen voor de afstandsbediening van af-
zonderlijke functies van de bedieningsunit worden gebruikt.
Functies, die door de externe ingangen worden geactiveerd, worden in
de instructies van de bedieningsunit beschreven.
De externe ingang wordt op een handmatige schakelaar of een besturing
met 5 V-relaisuitgang aangesloten.
7
Inbedrijfname
7.1
Vullen en ontluchten van de cv-installatie
OPMERKING
Schade aan de installatie bij inschakelen zonder water.
Inschakelen van de installatie zonder water kan schade aan de installatie
veroorzaken.
▶ Cv-installatie voor het inschakelen van de cv-installatie vullen tot de
juiste druk.
Hydraulisch schema van de binnenunit afb. 12.2, pagina 35
Cv-installatie vullen
▶ Onderbreek de elektrische voedingsspanning voor de buitenunit,
binnenunit en externe bijverwarming.
▶ Activeer de automatische ontluchting door de schroef een paar sla-
gen los te draaien, zonder deze volledig te verwijderen.
▶ Open alle ventielen in de cv-installatie.
▶ Indien aanwezig, andere automatische ontluchtingen in de cv-instal-
latie activeren.
▶ Debiet over deeltjesfilter waarborgen, eventueel de kogelkraan ope-
nen.
▶ Vul de cv-installatie langzaam via de externe bijverwarming.
Bedrijfsdruk
1,2–1,5 bar
Minimale vuldruk. Vul bij een koude cv-installatie de
installatie op een druk van 0,2-0,5 bar boven de
voordruk van het expansievat.
3 bar
Maximale vuldruk bij maximale cv-watertempera-
tuur: mag niet worden overschreden (overstortven-
tiel wordt geopend).
Tabel 9 Bedrijfsdruk
▶ Controleer, wanneer de druk niet constant blijft, of het expansievat
en de cv-installatie lekdicht zijn.
▶ Herstel de elektrische voedingsspanning voor buitenunit, binnenunit
en externe bijverwarming.
Compress Hybrid 3400i AW – 6721841571 (2023/08)
Cv-installatie ontluchten
▶ Selecteer in het servicemenu van de binnenunit het menupunt Wer-
kingscontroles act. om het ontluchtingsprogramma te starten.
Alternatief:
▶ In het servicemenu het menupunt Circulatiepomp: AAN/UIT kiezen.
▶ Circulatiepomp van de binnenunit met een toerental van 100% cy-
clisch aan en uit zetten.
▶ Indien aanwezig, andere circulatiepompen in de cv-installatie cy-
clisch in- en uitschakelen.
▶ Controleer de systeemdruk en vul, indien nodig, bij met water tot de
gewenste druk in de cv-installatie is bereikt.
▶ Ontlucht het systeem bij andere ontluchtingsventielen van de cv-in-
stallatie (bijv. radiator).
▶ Herhaal stap 1 tot 4 totdat de cv-installatie ontlucht is.
▶ Deeltjesfilter reinigen.
7.2
Bedrijfs zonder buitenunit (Standalone bedrijf en
servicebedrijf)
De binnenunit kan zonder aangesloten buitenunit in bedrijf worden ge-
nomen, bijvoorbeeld wanneer de buitenunit pas later wordt gemon-
teerd. Dit wordt Standalone bedrijf of standalone-bedrijf genoemd.
In Standalone bedrijf gebruikt de binnenunit uitsluitend de externe bij-
verwarming voor het verwarmen en voor de warmwatervoorziening.
Wanneer de binnenunit en de cv-installatie voor het aansluiten van de
buitenunit worden gevuld, moet de circulatie van de warmtegeleider zijn
gewaarborgd:
▶ Ingang en uitgang warmtegeleider met elkaar verbinden.
▶ Alle aanwezige afsluiters in het warmtegeleidende circuit openen.
Bij inbedrijfname in standalone-bedrijf:
▶ In het servicemenu Warmtepomp de optie Standalone bedrijf in-
stellen (handboek van de bedieningsunit).
Voor het servicebedrijf is ook de instelling Standalone bedrijf nodig!
▶ In het servicemenu Warmtepomp de optie Standalone bedrijf in-
stellen (handboek van de bedieningsunit).
▶ Na afronding van de werkzaamheden in servicebedrijf, de instelling
weer resetten.
Inbedrijfname
27