Instellingen
7.3
Werkingscontrole
7.3.1
Bedrijfstemperaturen
Controleer de bedrijfstemperaturen tijdens cv-bedrijf (niet in warmwa-
ter- of koelbedrijf).
Voor optimaal installatiebedrijf moet het debiet door de warmtepomp en
de cv-installatie worden gecontroleerd. Voer de controle uit na 10 minu-
ten warmtepompbedrijf bij hoog compressorvermogen.
Het temperatuurverschil voor de warmtepomp moet voor de verschillen-
de cv-installaties worden ingesteld.
▶ Bij vloerverwarming 5 K als temperatuurverschil verwarmen instel-
len.
▶ Bij radiatoren 8 K als temperatuurverschil verwarmen instellen.
Deze instellingen zijn voor de warmtepomp optimaal.
Controleer het temperatuurverschil bij hoog compressorvermogen:
▶ Diagnosemenu openen.
▶ Monitorwaarden kiezen.
▶ Warmtepomp selecteren.
▶ Temperaturen kiezen.
▶ Aanvoertemperatuur primair (warmtedrager uit, sensor TC3) en re-
tourtemperatuur (warmtedrager in, sensor TC0) in cv-bedrijf afle-
zen. De aanvoertemperatuur moet hoger zijn dan de
retourtemperatuur.
▶ Bereken het verschil TC3–TC0.
▶ Controleer, of het verschil overeenkomt met de voor cv-bedrijf inge-
stelde delta-waarde.
Bij te hoog temperatuurverschil:
▶ Ontlucht de cv-installatie.
▶ Filters reinigen.
▶ Controleren buisafmetingen.
De compressor wordt voor het starten voorverwarmd. Dat kan afhanke-
lijk van de buitenluchttemperatuur tot 2 uur duren. Startvoorwaarde is,
dat de waarde aan de temperatuursensor van de compressor (TR1) 10 K
hoger is dan aan de temperatuursensor bij de luchtinlaat (TL2). De tem-
peraturen worden in het diagnosemenu van de bedieningsunit getoond.
▶ Test de actieve bestanddelen van de installatie.
▶ Controleren of aan de startvoorwaarde voor de warmtepomp is vol-
daan.
▶ Controleer of een verwarmings- of warmwatervraag aanwezig is.
-of-
▶ Tap warm water af of verhoog de stooklijn, om een vraag te genereren
( instructie van de bedieningsunit).
▶ Controleren of de warmtepomp start.
▶ Zorg ervoor dat er geen actuele alarmen aanwezig zijn.
-of-
▶ Storingen verhelpen.
▶ Controleer de bedrijfstemperaturen ( instructie van de bedie-
ningsunit).
28
8
Instellingen
De gebruikersinstructie van de bedieningseenheid bevat een volledige
beschrijving van alle functies en instellingen
De bedieningseenheid dient voor de afzonderlijke regeling van de bin-
nenunit.
De functionaliteit en daarmee de menustructuur van de bedieningsunit
is afhankelijk van de opbouw van de installatie. De instelbereiken, fa-
brieksinstellingen en functieomvang zijn afhankelijk van de installatie ter
plaatse en kunnen afwijken van de specificaties in deze handleiding.
Functies voor warmwaterbereiding zijn bijvoorbeeld niet geactiveerd op
de bedieningseenheid van de binnenunit.
Bepaalde menupunten zijn afhankelijk van het land en worden alleen
weergegeven als ze beschikbaar zijn voor het land van installatie van de
warmtepomp die op de bedieningseenheid is ingesteld.
De teksten die op het display worden weergegeven, zijn afhankelijk van
de softwareversie van de bedieningseenheid en kunnen verschillen van
de teksten in dit handboek.
8.1
Overzicht van de bedieningselementen en symbolen
3
2
1
fav
Afb. 38 Bedieningselementen
[1]
Toets fav: favorietenmenu oproepen
[2]
Toets Extra warm water: eenmalige opwarming extra warm wa-
ter starten
[3]
Toets warm water: bedrijfsmodus warmwatervoorziening instel-
len
[4]
Toets menu: Hoofdmenu (kort indrukken)
[5]
Info-toets: infomenu of andere info over de actuele keuze
[6]
Toets d: bovenliggende menuniveau oproepen of waarde ver-
werpen (kort indrukken), naar standaardweergave terugkeren
(ingedrukt houden)
[7]
Keuzetoets: kiezen (draaien) en bevestigen (indrukken)
Wanneer de verlichting van het display uit is, zorgt het indrukken van de
keuzetoets alleen voor het inschakelen van de verlichting. Bij het draaien
van de keuzetoets en bij het gelijktijdig indrukken van een ander bedie-
ningselement wordt naast de beschreven functie de verlichting inge-
schakeld. De beschrijvingen van de bedieningsstappen in deze
instructie gaan altijd uit van een ingeschakelde verlichting. Indien geen
bedieningselement wordt bediend, gaat de verlichting automatisch uit
(bij standaardweergave na circa 30 s, in het menu na circa 30 min., bij
een storing na 24 h).
Compress Hybrid 3400i AW – 6721841571 (2023/08)
4
menu
5
info
6
7
0010032819-001