Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Siemens Innomotics SG Montage- En Bedieningshandleiding pagina 27

Transmissiemotoren met blokkeerrem voor veiligheidsgerelateerde toepassing
Inhoudsopgave

Advertenties

Als de rem als zuivere blokkeerrem zonder dynamische belasting wordt gebruikt, de
frictievoering met regelmatige intervals reactiveren. Dit bereikt u met meermaals herhalen
door opbrengen van frictiewerk, bijv. door remmingen vanuit matige beweging of langzame
rit.
De vastgestelde veiligheidstoepassing houdt geen rekening met de slijtage van de
frictievoering of de belasting van de rem door noodstops. In de projectering van de rem
moeten deze punten apart worden gecontroleerd.
Verder gelden alle in de catalogus en deze bedrijfshandleiding aangeduide beperkingen
voor frictievoeringen standaard en slijtagearm (toegestane schakelfrequentie, toegelaten
frictiewerk, temperatuurbereik, etc).
De transmissiemotor voldoet aan de eisen van de machinerichtlijn 2006/42/EG.
Het gebruik van de transmissiemotor is toegestaan voor een opstellingshoogte tot 1 000 m
boven het normale nulpunt.
De veilige rem is toegestaan voor een omgevingstemperatuur van ‑20 C tot +40 C bij een
gelijktijdige belasting van de motoren maximaal volgens warmteklasse 155 (F).
De veilige rem is voor de beschermingsklasse IP55 en, in de ingekapselde uitvoering, voor
IP65 geschikt, maar niet voor IP56.
De motor is voor trillingen en stoten volgens EN 60721‑3‑3: 1995 tot en met klasse 3M3
toegelaten.
De aandrijving moet dusdanig worden geïnstalleerd dat trillingen en schokken optimaal
worden vermeden.
De stilstandverwarming mag alleen tijdens stilstand worden gebruikt.
De transmissiemotoren zijn volgens de laatste stand van de techniek gebouwd en worden
veilig voor gebruik geleverd. Eigenmachtige veranderingen door de exploitant die de
veiligheid nadelig beïnvloeden, zijn niet toegestaan.
De transmissiemotor is bedoeld om in een andere machine te worden ingebouwd. De
exploitant van de machine is verantwoordelijk voor de inachtneming van de functionele
veiligheid. De verantwoordelijkheid voor de noodzakelijke veiligheidsfuncties en de
bijbehorende eigenschappen berust bij degene die de machine in omloop brengt resp. bij
de exploitant.
Veilige rem
Bedieningshandleiding, 08/2024, A5E53584681A/RS-AA
Specifieke veiligheidsinstructies
3.2 Projecteringsaanwijzingen
25

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave