Primaire veiligheidsinstructies
2.1
Algemene veiligheidsinstructies
Stroomstoot en levensgevaar door andere energiebronnen
Aanraking van spanningvoerende delen kan ernstig letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben.
Om veilig te kunnen werken, gaat u in principe als volgt te werk:
1. Werk uitsluitend aan elektrische apparatuur wanneer u daarvoor gekwalificeerd bent.
2. Neem bij alle werkzaamheden de landelijk geldende veiligheidsvoorschriften in acht.
3. Bereid het uitschakelen voor. Stel alle betrokkenen hiervan op de hoogte.
4. Schakel het aandrijfsysteem spanningsvrij en zorg ervoor dat het niet abusievelijk opnieuw
5. Wacht de ontlaadtijd af die op de waarschuwingsborden is vermeld.
6. Controleer de spanningsvrijheid van alle vermogensconnectoren tegen elkaar en tegen de
7. Controleer of alle bestaande hulpcircuits spanningsvrij zijn.
8. Zorg ervoor dat motoren niet bewegen.
9. Identificeer alle overige gevarenbronnen, bv. perslucht, hydraulische systemen of water.
10.Controleer of het juiste aandrijfsysteem volledig is vergrendeld.
11.Maak alle voorzieningen na afronden van de werkzaamheden in omgekeerde volgorde
Stroomstoot bij aansluiting van een verkeerde voeding
Door een verkeerde voeding aan te sluiten, kunnen aanraakbare delen onder gevaarlijke
spanning komen te staan. Deze spanning kan tot ernstig lichamelijk letsel of de dood leiden.
• Gebruik voor alle aansluitingen en aansluitklemmen van de elektronicagroepen uitsluitend
Veilige rem
Bedieningshandleiding, 08/2024, A5E53584681A/RS-AA
WAARSCHUWING
kan worden ingeschakeld.
aardaansluiting.
Breng de energiebronnen in een veilige toestand.
weer gereed voor gebruik.
WAARSCHUWING
stroomvoorzieningen die SELV- (Safety Extra Low Voltage) of PELV- (Protective Extra Low
Voltage) uitgangsspanningen leveren.
2
13