Primaire veiligheidsinstructies
2.1 Algemene veiligheidsinstructies
Stroomstoot bij beschadigde apparaten
Door onoordeelkundige omgang kunnen apparaten beschadigd raken. Bij beschadigde
apparaten kunnen gevaarlijke spanningen op de behuizing of blootliggende componenten
staan die bij aanraking tot ernstig of dodelijk letsel kunnen leiden.
• Neem tijdens transport, opslag en gebruik de in de technische gegevens vermelde
• Gebruik geen beschadigde apparaten.
Stroomstoot bij beschadigde motoren of apparaten
Onoordeelkundige omgang met motoren of apparaten kan leiden tot beschadiging.
In geval van beschadigde motoren of apparaten kunnen er gevaarlijke spanningen op de
behuizing of blootliggende componenten staan.
• Neem tijdens transport, opslag en gebruik de in de technische gegevens vermelde
• Maak geen gebruik van beschadigde motoren of apparaten.
Stroomstoot bij niet aangebrachte kabelafscherming
Wanneer de afschermingen niet (correct) zijn aangebracht kunnen er door capacitieve inductie
spanningen ontstaan die bij aanraking levensgevaarlijk zijn.
• Zorg ervoor dat afschermingen en niet-gebruikte aders van vermogensleidingen (bv.
Stroomstoot bij ontbrekende aarding
Bij ontbrekende of onjuist uitgevoerde aardaansluiting van apparatuur van veiligheidsklasse I,
kunnen op blootliggende delen hoge spanningen staan die bij aanraking kunnen leiden tot
ernstig of levensgevaarlijk letsel.
• Het apparaat moet volgens voorschrift worden geaard.
14
WAARSCHUWING
grenswaarden in acht.
WAARSCHUWING
grenswaarden in acht.
WAARSCHUWING
remleidingen) aan ten minste één kant geaard zijn.
WAARSCHUWING
Bedieningshandleiding, 08/2024, A5E53584681A/RS-AA
Veilige rem