Gevorderd
Opnamen maken met
de burstfunctie
1 Zet de functiehendel op [
P
STANDARD
STANDARD
WB
WB
-2
-1
0
+1
+1
+2
+2
AUTO
AUTO
ISO
ISO
100
100
CUSTOM
CUSTOM
NORMAL
NORMAL
19 19
A
A: Als de burstfunctie ingesteld is op
hoge snelheid [H].
2 Stel scherp op het object en maak
een opname.
• De ontspanknop helemaal ingedrukt
houden om de burstfunctie te activeren.
∫ De burstsnelheid wijzigen
1 Op [MENU/SET] drukken.
2 Op 3/4 drukken om
[BURST RATE] te kiezen en
vervolgens op 1.
3 Op 3/4 drukken om [H] ( Hoge
snelheid ) of [L] ( Lage snelheid ) te
kiezen en dan op [MENU/SET].
REC
3
/
3
AUTO BRACKET
AF-L
AF/AE LOCK
AF/AE
AE-L
BURST RATE
H
L
FLASH SYNC.
MENU
SELECT
SET
4 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop half
indrukken om het menu te sluiten.
70
VQT0W87
∫ Burstsnelheid
Burstsnelheid
(opnamen/
seconde)
].
• De burstsnelheid is constant ongeacht de
transfersnelheid van de kaart.
• De aangeduide burstsnelheden gelden
wanneer de sluitertijd sneller is dan 1/60
is en zonder flits.
• De burstsnelheid kan lager worden
afhankelijk van de volgende instellingen.
– ISO-gevoeligheid (P77)
– Beeldresolutie (P84)
– Focusvoorrang (P92)
– Focusfunctie
• Omdat de sluitertijd korter wordt op
donkere plaatsen, kan ook de
burstsnelheid (beelden/seconde) lager
worden.
∫ Aantal opnamen gemaakt met de
burstfunctie
Aantal
opnamen
(opnamen)
• Lees P85 voor informatie over
RAW-bestanden.
• Als er geen RAW-bestanden zijn, kunt u
opnamen maken totdat de kaart vol is.
Halverwege wordt de burstsnelheid echter
lager. Het exacte tijdstip hangt af van de
beeldgrootte, de instelling van [QUALITY]
en de kaart.
MENU
SET
(Hoog)
(Laag)
3
2
Met
Zonder
RAW-bestanden
RAW-bestanden
Hangt af van
max. 6
de resterende
kaartcapaciteit