Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

2 Draai aan functieknop C om de
flitssterkte te regelen.
P
STANDARD
STANDARD
WB
WB
-2
-1
0
+1
+1
+2
+2
AUTO
AUTO
ISO
ISO
100
100
CUSTOM
CUSTOM
SINGLE
SINGLE
NORMAL
NORMAL
19 19
D
D: Als u opnamen maakt met Live view
• Draai de functieknop naar boven voor
een negatieve correctie en draai de
knop naar onder voor een positieve
correctie.
• U kunt bijstellen van [`2 EV] tot
[_2 EV] in stappen van [1/3 EV].
• Kies [0] om de oorspronkelijke
flitswerking in te stellen.
• De waarde van de flitssterkte E komt
op het LCD-scherm als u opnamen
maakt met Live View.
3 Druk de ontspanknop half in om
de gekozen flitssterkte in te
stellen.
• U kunt de flitssterkte ook op de
volgende manier instellen:
– Op [
] drukken
– Gebruik de camera enkele seconden
lang niet
• De flitswerkinginstellingen worden
opgeslagen ook als u de camera uitzet.

Indirect flitsen

Indirect flitsen is een techniek waarbij het
licht van de flitslamp door een wand of
muur terug wordt gekaatst.
Als u de flitslamp direct op objecten zoals
personen richt, kunt u donkere schaduwen
C
krijgen en kan bijvoorbeeld de huidskleur
heel wit worden. In dit geval is het beter
terugkaatsend flitslicht te gebruiken om de
schaduwen te verzachten en natuurlijke
opnamen te maken.
1
Druk lichtjes op [
dan de ingebouwde flitslamp zoals
hieronder is afgebeeld.
A
• De ingebouwde flitslamp staat vast op
ongeveer 73e.
• U kunt de flitswerking ook
overschakelen van normaal naar
indirect door de flitslamp naar onder te
duwen totdat deze in de stand voor
indirect flitsen staat. (P63)
2 Richt de flitslamp op een wand of
ander reflecterend oppervlak en
maak de opname.
Gevorderd
A
OPEN]
en zet
73x
67
VQT0W87

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave