Weergave berichten
[OPNAME BEW. BEELDEN GEANN. SCHRIJFSNELHEID KAART TE BEPERKT]
●
Gebruik wanneer u een film opneemt een kaart met een SD-snelheidsklasse ∗ van 'klasse 6' of
hoger.
∗ Met SD-snelheidsklasse wordt een specificatie voor constante schrijfsnelheden bedoeld.
●
Als het opnemen wordt gestopt, zelfs als u een kaart gebruikt met een snelheid van 'klasse 6' of
hoger, is de gegevensschrijfsnelheid laag. U kunt het beste een back-up van de gegevens op de
geheugenkaart maken en de kaart opnieuw formatteren. (→40)
●
Het opnemen van bewegend beeld kan op sommige kaarten niet automatisch worden beëindigd.
[CREËREN VAN EEN MAP NIET MOGELIJK]
●
Gebruikt aantal mapnummers heeft 999 bereikt.
→ Sla de benodigde gegevens op een computer of ander apparaat op en voer dan
[FORMATEREN] uit op de camera. (→40)
[BEELD WORDT WEERGEGEVEN VOOR 16:9 TV]
●
AV-kabel is op de camera aangesloten.
→ Bericht direct verwijderen → Druk op [MENU/SET].
→ Aspectratio wijzigen → Wijzig [TV-ASPECT] (→40).
●
USB-kabel is alleen op de camera aangesloten.
→ Het bericht verdwijnt wanneer de kabel ook op een ander apparaat wordt aangesloten.
[DEZE BATTERIJ KAN NIET GEBRUIKT WORDEN]
●
Gebruik een echte Panasonic batterij.
●
De batterij wordt niet herkend, vanwege vuil op de aansluitingen.
→ Maak de batterijaansluitingen schoon.
[ACCU IS LEEG]
●
De batterijspanning is te gering.
→ Laad de batterij voor gebruik op. (→23)
[BATTERIJKLEP IS OPEN]
[VERWIJDER ZAND, HAREN EN DERGELIJKE UIT HET BATTERIJ COMPARTIMENT]
●
Het klepje voor kaart/batterij is open. De camera kan niet worden bediend wanneer het klepje voor
kaart/batterij open is.
●
Sluit het klepje goed en controleer of er geen verontreinigingen tussen zitten.
106
VQT2X66
(vervolg)
[BEELD WORDT WEERGEGEVEN VOOR 4:3 TV]
Vraag en antwoord
Controleer eerst de volgende onderdelen (→107 - 113).
Als het probleem zich blijft voordoen, kan het worden opgelost door [RESETTEN] uit te
voeren in het menu [SET-UP].
(Behalve enkele items zoals [KLOKINST.], worden alle instellingen teruggezet op de
waarden van het moment van aanschaf van de camera.) (→39)
Batterij, spanning
De camera werkt niet, ook niet als deze is ingeschakeld.
●
De batterij is niet goed geplaatst (→26) of moet worden opgeladen.
De camera wordt tijdens gebruik uitgeschakeld.
●
De batterij moet worden opgeladen.
●
De camera is ingesteld op [AUTOM. UIT]. (→38)
→ Druk op de aan/uit-knop om de camera weer in te schakelen.
Opnemen
Er kunnen geen foto's worden gemaakt.
●
De camera staat in de afspeelmodus.
→ Druk op de afspeelknop om naar de opnamemodus te gaan.
●
Kaart/ingebouwd geheugen is vol. → Maak ruimte vrij door ongewenste foto's te verwijderen (→51).
Opnemen op een kaart is niet mogelijk.
●
Gebruik geen kaarten die geformatteerd zijn met andere apparatuur.
→ Formatteer uw kaarten met deze camera. (→40)
●
Zie voor meer informatie over compatibele kaarten (→28)
De opnamecapaciteit is gering.
●
De batterij moet worden opgeladen.
→ Gebruik een volledig opgeladen batterij (bij aanschaf niet opgeladen). (→23)
→ Als u de camera ingeschakeld laat, loopt de batterij leeg. Zet de camera regelmatig uit met
[AUTOM. UIT] (→38) enzovoort.
●
Controleer de opnamecapaciteit van de kaarten en het ingebouwde geheugen. (→118)
Opgenomen foto's zien er wit uit.
●
De lens is vuil (vingerafdrukken enzovoort).
→ Reinig het lensoppervlak met een zachte, droge doek.
●
De lens is beslagen (→7).
→Probeer in geval van condens de volgende dingen:
- Schakel de camera uit en laat deze ongeveer 2 uur in de ruimte staan bij een constante
omgevingstemperatuur. De condens zal vanzelf verdwijnen wanneer de temperatuur van de
camera in de buurt van de omgevingstemperatuur komt.
- Als de condens niet verdwijnt, kan het helpen om het klepje voor kaart/batterij of het
aansluitingenklepje ongeveer 2 uur open te zetten. Vermijd hierbij plaatsen met een hoge
temperatuur en vochtigheid. (Open of sluit de camera niet in de buurt van water)
→ Leg wanneer u naar een plaats gaat met een andere temperatuur of vochtigheid, de camera in
een plastic zak en laat deze zich aan de omstandigheden aanpassen voordat u deze gebruikt.
Opgenomen foto's zijn te licht/te donker.
●
Foto's die in donkere ruimten zijn gemaakt, of van heldere onderwerpen (sneeuw, heldere
omgeving enzovoort) nemen het grootste deel van het scherm in beslag. (De helderheid van
het lcd-scherm kan anders zijn dan van de werkelijke foto)
→ Pas de belichting aan (→58).
Storingen verhelpen
VQT2X66
107