Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Komfovent Domekt C6M Gebruikershandleiding pagina 52

Automatisering
Verberg thumbnails Zie ook voor Domekt C6M:
Inhoudsopgave

Advertenties

NL
Een verkeerde waarde voor de luchtvochtigheid binnen kan ertoe leiden dat de vorstbe-
scherming niet goed werkt.
Getallen geven de volgorde van activering aan. Alle units hebben een geïntegreerde elektrische ver-
warming waaraan derhalve vanaf de fabriek Trap 1 is toegewezen. U kunt ook en 'externe spiraal' toe-
wijzen (kanaalgemonteerde waterverwarming/-koeling) of een 'extern DX-apparaat' (unit met directe
verdamping) als een van de trappen. Indien een externe spiraal wordt geselecteerd dan moet u ook
aangeven welk type het is. 'Heet water' (gebruikt voor verwarming) , 'Koud water' (gebruikt voor koe-
ling). Indien er geen aanvullende verwarmings-/koelingsapparaten beschikbaar zijn of u deze of een
elektrische verwarming niet wilt gebruiken dan selecteert u 'Geen'.
Indien u een elektrische verwarming uitschakelt en u geen kanaalgemonteerde verwar-
ming gebruikt dan kan het zijn dat de gewenste temperatuur niet wordt bereikt wan-
neer de buitenlucht koud is.
Ontvochting door koeling toestaan – deze instelling moet worden geactiveerd om een DX-unit of
kanaalgemonteerde waterkoeler voor het ontvochten van de toevoerlucht te kunnen gebruiken. In de
instellingen voor de standaard luchtverversingsmodi zal een optie voor het invoeren van een gewenste
vochtigheidswaarde verschijnen (zie Hoofstuk 2.6.2).
LUCHTKWALITEIT – hier kunt u de luchtkwaliteitsregeling activeren en instellen die in de modus AUTO
zal worden gebruikt (zie Hoofdstuk 2.6.2).
Luchtzuiverheidsregeling – een functie luchtzuiverheidsregeling in-/uitschakelen. Ten minste één
CO2 of VOC-sensor moet op de regelmodule worden aangesloten om deze functie te activeren (zie
Hoofdstuk 2.6.2). Indien luchtverversing op basis van een weekschema wordt gevraagd dan moet deze
functie worden uitgeschakeld.
Vochtregeling – de functie vochtregeling in-/uitschakelen. Voor de functie vochtregeling is er een
vochtigheidssensor nodig. Indien er geen vochtigheidssensor op de regelmodule is aangesloten dan zal
de in het bedieningspaneel geïntegreerde sensor voor dit doel worden gebruikt (zie Hoofdstuk 2.6.2).
Sensor 1 – speci ceer het type sensor aangesloten op klem B8 (zie "Installatiehandeiding"). Indien deze
sensor niet beschikbaar is, selecteer dan "Geen".
Sensor 2 – speci ceer het type sensor aangesloten op klem B9 (zie "Installatiehandeiding"). Indien deze
sensor niet beschikbaar is, selecteer dan "Geen".
Vochtigheid buitenlucht – deze optie verschijnt alleen indien een van de sensors van het type RH is
(Relatieve Vochtigheid). Indien een van de aangesloten sensors in de luchtstroom vanaf buiten is geïn-
stalleerd, geef dan aan welke dat is. Indien geen van de geïnstalleerde vochtigheidssensors de vochtig-
heid buiten meet, selecteer dan "Geen".
Minimaal – selecteer het ventilatievoud waarmee de unit zal draaien wanneer de luchtkwaliteit (ver-
ontreinigingsniveau of vochtigheid) goed is. Indien 0% wordt geselecteerd dan zal de unit bij een lage
mate van luchtvervuiling stoppen (hoge luchtzuiverheid).
Maximaal – selecteer het hoogste ventilatievoud (limiet) waarmee de unit zal draaien wanneer de
luchtkwaliteit (verontreinigingsniveau of vochtigheid) beneden een vastgestelde waarde valt.
Controleperiode – speci ceer hoe vaak de unit in moet schakelen om de luchtkwaliteit te controleren
wanneer het minimumniveau is ingesteld op 0%.
52
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
C6M_user manual_24-06

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Domekt r 400 v c6mDomekt r 450 v c6mDomekt r 400 h c6mDomekt r 400 f c6mDomekt r 600 v c6mDomekt r 600 h c6m ... Toon alles

Inhoudsopgave