3.1.11. Extra instellingen
U krijgt toegang tot de extra instellingen door 5 seconden uw vinger op de knop INSTELLINGEN te laten
rusten.
Menu
Overzicht
Tijdprogrammering
Instellingen
UITSCHAKELEN
Temperatuurregeling – selecteer een methode voor de temperatuurregeling (zie Hoofdstuk 2.2).
Temperatuur regeling
Temperatuur regeling
Toevoer
Kamerthermostaat
Uit
Kamerthermostaat – hier kunt u parameters instellen voor een goede werking van de thermostaat-
functie (zie "Thermostaatfunctie"). U kunt een gewenste temperatuur voor het bedieningspaneel instellen,
die wordt bereikt door een extern apparaat te activeren. U kunt ook de hysteresis selecteren (temperatuur-
verschil dat de functie activeert). Als u bijvoorbeeld de gewenste temperatuur van het bedieningspaneel
instelt op 23 °C en de hysteresis op 1 °C, dan wordt het externe apparaat ingeschakeld als de kamertem-
peratuur daalt tot ≤ 22 °C en uitgeschakeld als deze stijgt tot ≥ 24 °C. Selecteer in het veld Uitgang welke
klemmen van de C6M-regelaarkaart zullen worden gebruikt om het externe apparaat in of uit te schakelen
(zie "Installatiehandleiding") en selecteer het type uitgang: NO – normaal open contact, NC – normaal ge-
sloten contact.
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
C6M_user manual_24-06
Geavanceerde inst.
Temperatuur regeling
Debiet regeling
Luchtkwaliteit regeling
Brandkleppen
5 s
Reset instellingen
Temperatuur regeling
Temperatuur regeling
Temperatūros palaikymas
Toevoer
Tiekimas
Retour
Ruimte
Balans
Geavanceerde inst.
Controle volgorde
Aansluiting
Filter
Kalibratie paneelsensor
1
/ 2
2
/ 2
Reset instellingen
27